Advertentie

Buitenaardsen en telepathie..


Wil je vorige hoofdstukken van dit boek lezen:

KLIK hier voor een overzicht.

* * *

 

Hoofdstuk 23

TELEPATHIE – uitstekende ‘PENETRATIE MODALITEIT’.

2011 © vertaling Jan Smith / WantToKnow.nl

x

Wat er ook over telepathie gezegd en gezwegen wordt, twee dingen staan als een paal boven water.

Ten eerste: ALS telepathie bestaat, dan is dat wel zo ongelofelijk belangrijk dat alle Aardse aannames op basis hiervan moeten worden herzien.

Ten tweede: als er voldoende inzicht is verkregen over telepathie en over de wijze waarop het in zijn algemeenheid wordt beschouwd door Aardlingen, dan is het in ieder geval een menselijke eigenschap die een uitstekende kans maakt de nek te worden omgedraaid nog voordat hij de kans heeft gekregen ook maar een keer te ‘knipperen met zijn alziend oog’.

De originele cover van het boek, waarvan je hier de vertaling lees. Uit de jaren 1990

De meest voor de hand liggende verklaring hiervoor is dat telepathie de geest binnendringt – en dus vindt de ontwikkeling ervan per definitie plaats in het duister waar mogelijk sprake kan zijn van mentale geheimzinnigheid. Er moet min of meer worden toegegeven dat de meeste Aardse activiteiten nergens toe leiden, tenzij ze gestoeld zijn op een of ander model van gemotiveerde geheimhouding of verborgen agenda’s.

Als dit vuistregel is, kan men gemakkelijk de reikwijdte en het karakter van de anti-telepathische gevoelens bevroeden die vanaf de top van de sociale piramide doorsijpelen tot het niveau van het gewone volk aan de onderkant van de samenleving. Ik aarzel geen moment dit op deze wijze te beweren, omdat een groot gedeelte ervan het gevolg is van experimenten van mijn kant.

Ik was bijvoorbeeld gedurende vijftien jaar betrokken bij zeer geheime ontwikkelingen op het gebied van de parapsychologie aan het prestigieuze Stanford Research Institute. Onze werkzaamheden, i.c. de ontwikkeling van remote viewing, werden in belangrijke mate gefinancierd door Amerikaanse inlichtingendiensten. Hierdoor kregen wij vaak bezoek van bepaalde figuren uit Washington en belangrijke wetenschappers. De meesten gingen alleen bij mijn collega’s op bezoek en weigerden mij te ontmoeten of zelfs maar de lunch met mij te gebruiken. De reden? Hier volgt een aantal letterlijke citaten: “Ja Jezus, die vent kan mijn gedachten lezen!” of “Je moet niet te dicht bij hem in de buurt komen, hoor”.

Een grappige bijkomstigheid hiervan is overigens dat als telepathie werkelijk is wat het is, dan is het helemaal niet noodzakelijk om in de onmiddellijke nabijheid van een telepaat te verkeren om iemands gedachten binnen te dringen. Ook is het leuk te kunnen vaststellen dat de inlichtingendiensten het onderzoek sponsorden omdat ze van mening waren dat met remote viewing dingen konden worden binnengedrongen en niet de geest. Dat wil zeggen dat volgens hen remote viewing viel onder het binnendringen van uitsluitend fysieke zaken en geen psychische.

In ieder geval is de voornaamste reden waarom elk parapsychologisch onderzoek wordt gemarginaliseerd, als minderwaardig wordt aangeduid of onderdrukt, gelegen in het feit dat ze allemaal veel te dicht bij de gevreesde en ongewenste telepathische gaven komen. En dus moet het hele gebouw van het parapsychologisch onderzoek tot de grond toe worden afgebrand en mag er niemand uit ontsnappen.

Er is een opvallende uitzondering die wordt gebruikt voor het creatievere doofpottenwerk. Die uitzondering heeft te maken met de ontdekking van benaderingen van telepathie die opvallen door het feit dat ze NIET WERKEN, of omdat ze kunnen worden gebruikt bij het op het verkeerde been zetten van andere benaderingen die misschien wel zouden kunnen werken.

Dientengevolge is er veel ruchtbaarheid gegeven aan het feit dat telepathie iets is van geest-tot-geest, met een zender en een ontvanger, en daardoor is telepathie verworden tot het hedendaags Aardse culturele model zoals we dat kennen. De intellectuele beeldvorming bij dit non-productieve model is zo intens en wijdverspreid dat Aardlingen letterlijk op geen andere manier over telepathie kunnen denken.

Met uitzondering van een paar experimenten in de voormalige Sovjet-Unie en China heeft het zender-ontvanger-model ook niet geleid tot bovengemiddelde resultaten. Al zouden de resultaten statistisch een beetje worden opgerekt, dan nog komt geen van die experimenten ook maar in de buurt van telepathie-plus. En toch is men over het algemeen gedurende meer dan honderd jaar blijven vasthouden aan het zender-ontvanger-model.

De reikwijdte van de menselijke geest omvat de kernachtige en meest natuurlijke manier van communiceren. Met oerbeelden, in plaats van met 'aangeleerde' taal.

Doordat mijn eigen kennis over telepathie groeide, vond ik het in het begin alleszins redelijk om aan te nemen dat, juist omdat telepathie kon worden gezien als een bedreiging voor alle mogelijke geheimzinnige toestanden op Aarde, diezelfde geheimzinnige toestanden met een beetje gevoel voor humor de ontwikkeling van echt effectieve binnendringende varianten van telepathie zouden kunnen herkennen. Hoogstwaarschijnlijk geldt dit tot op heden nog steeds.

Als men echter het concept in ogenschouw neemt dat buitenaardse intelligenties mogelijk in het bezit zijn van telepathie-plus, dan kan het Aardse plaatje – dat op zich al zo volledig lijkt – gemakkelijk grotere en verbazingwekkender dimensies aannemen. Aardlingen kunnen denken dat ruimtewezens intelligentie bezitten en zodoende aannemen dat buitenaardse intelligentie, zoals zo vaak wordt beweerd, ‘superieur’ is aan de menselijke. Per slot van rekening zijn buitenaardsen in staat tot het bouwen van machines die alle grenzen van de Aardse wetenschappelijke kennis ver te boven gaan en dus kan het haast niet anders zijn dan dat niet alleen hun technologie superieur is, maar ook hun geest.

Desondanks is het enige model voor de geest dat Aardlingen voor ogen staat gebaseerd op hun eigen nogal beperkte visie op de geest – en alle factoren die zij zelf liever niet willen overwegen zijn daaruit weggezuiverd. Dientengevolge projecteren Aardlingen voor het gemak het beeld van HUN eigen geest maar op die van alle mogelijke buitenaardse wezens.

In die zin is de intellectuele beeldvorming over de geest een wereldwijd gebeuren dat is uitgemond in het gegeven dat hoe verder men komt op het gebied van Aardse machtsstructuren, hoe benauwender de beeldvorming wordt. Hier is dus sprake van een betekenisvol en zeer hardnekkig verborgen gehouden verhaal. Wat dat ook moge zijn, het begint in ieder geval met het feit dat de Aardse wetenschappen – filosofie, religie, sociologie en psychologie – geen steun verlenen aan onderzoek naar wat men zou kunnen samenvatten als  ‘paranormale verschijnselen’ – terwijl al die nobele studierichtingen er wel om bekend staan dat ze het fenomeen als zodanig in scherpe bewoordingen veroordelen.

De moderne instituties in dit ruimtevaarttijdperk hoeven zich echter niet druk te maken over het bestaan van buitenaardse geesten, omdat het juist diezelfde instellingen zijn die bij hoog en bij laag blijven volhouden dat er niets van dien aard bestaat – in ieder geval niet in de onmiddellijke omgeving van planeet Aarde. Het is daarom verrassend dat ufologen wel het bestaan van mentale processen bij buitenaardsen bevroeden en zich vol overgave verdiepen in buitenaardse werktuigen, apparatuur en technologie.

Niets van al hetgeen hierboven wordt genoemd heeft ook maar in de verste verte te maken met paranormale verschijnselen en alles weerspreekt elke waarschijnlijke, positieve noodzaak om het anders te doen – hoewel een paar psychologen die zich specifiek bezighouden met onderzoek naar ontvoeringen langzaamaan rekening beginnen te houden met de factor telepathie.

Hierbij springen twee terzake doende feiten in het oog.

Ten eerste zou men kunnen denken dat het zich afkeren van de parapsychologie vergelijkbaar is met feit dat men zich er teveel tegen afzet.

Ten tweede is het zo dat als ik een buitenaards wezen zou zijn met hoog ontwikkelde parapsychologische eigenschappen (die mogelijk allereerst zouden hebben geleid tot de evolutie van superieure technologie), ik het niet leuk zou vinden dat Aardlingen dezelfde soort eigenschappen zouden ontwikkelen. En wanneer telepathie een element zou zijn van, zeg maar, het Universele Bewustzijn, dan zou ik als de wiedeweerga uitdokteren hoe ik op telepathische wijze het menselijk bewustzijn zou kunnen doordringen met intellectuele beeldvorming waardoor de positieve ontwikkeling van telepathie-plus zou worden gedwarsboomd.

De reden hiervoor ligt duidelijk voor de hand: welke buitenaardse wezens zouden nou willen dat Aardlingen telepathisch kunnen doordringen in ruimtezaken en in het bijzonder die op de Maan? Zo dicht bij hen in de buurt?

In ieder geval hebben Aardlingen en Ruimtewezens iets gemeen – de Telepathische Oorlog – die tot nu toe met grote voorsprong door de Ruimtewezens wordt gewonnen.

* * *

x

Hoofdstuk 24

Het Aardse concept van telepathie

© vertaling Jan Smith – WantToKnow.nl

x

In het voorgaande hoofdstuk heb ik benadrukt dat het moderne concept van telepathie niet veel meer bewijs heeft opgeleverd dan dat het zou gaan om een zeer laagdrempelige activiteit. Met andere woorden, we weten dat menselijke telepathische vermogens bestaan. Maar, met uitzondering van de spontane voorbeelden van telepathie, werkt het niet op meer ingewikkelder niveaus. Daar kan een aantal uiteenlopende redenen voor zijn.

Remote-viewer en kunstenaar Ingo Swann, schrijver van 'Penetration', buigt zich in deel III over het natuurlijk fenomeen telepathie. Empathie op afstand..?

Maar een ervan is dat het concept niet strookt met wat telepathie eigenlijk behelst. Omdat van dit concept wordt aangenomen dat het volledig juist is, worden er nooit vraagtekens bij geplaatst met als gevolg dat het niet mogelijk er voorbij te kijken. Dat is hetzelfde als zeggen dat het concept zo wijdverspreid is dat er een vastomlijnd beeld over is ontstaan.

In de hedendaagse wetenschappelijke wereld bestaat het standaard beeld over telepathie uit twee hoofden of hersenen die elkaar aankijken. De twee hoofden of hersenen moeten twee geesten voorstellen. Maar omdat niemand er nog in is geslaagd de geest in een beeld vast te leggen, is daarvoor in de plaats gekozen voor het hoofd of de hersenen.
Tussen die twee hoofden of hersenen is meestal iets te zien van een paar kronkelende lijnen. Die kronkellijnen moeten de vibraties of telepathische golven voorstellen die tussen de twee hoofden heen en weer schieten. Soms wordt bij het ene hoofd vermeld dat het de ‘zender’ voorstelt, terwijl het andere als ‘ontvanger’ wordt beschouwd. Omdat telepathie wordt vereenzelvigd met gedachten worden die door de kronkellijnen voorgesteld.

Het moderne idee over telepathie gaat er ten principale van uit dat het hele proces plaatsvindt tussen Geest en Geest en dat de hersenen of in ieder geval het hoofd wordt verondersteld de zetel van de geest zelf te zijn. Deze fundamentele gedachte lijkt volstrekt logisch.

Dit beeld vertegenwoordigt echter het allereerste theoretische model van telepathie zoals dat een aantal vroegere onderzoekers van de psyche zo’n honderd jaar geleden voor ogen stond.

Omdat het ogenschijnlijk zo ontzettend logisch leek, werd die theorie dan ook voor waar aangenomen. Het geest-tot-geest-concept ging al snel wijdverspreid deel uitmaken van de beeldvorming en wel in die mate dat het over de hele planeet de status verwierf van onbetwiste consensus. En consensus houdt min of meer in dat alles met betrekking tot het onderwerp in cement wordt gegoten, afgezien van de vraag of er wel of niet sprake is van een hoog waarheidsgehalte. Daarna wordt het ongelofelijk moeilijk om aan de consensus nog te tornen – zeker wanneer het gaat om een wereldwijde consensus.

Wanneer het hedendaags concept van telepathie aan een onpartijdig onderzoek wordt onderworpen doemt direct al het belangrijkste probleem op dat verband houdt met de vraag waar en wat de geest nu eigenlijk is en vooral ook ALS er een geest is.

Daarnaast zien we dat het moderne concept van telepathie nauwelijks kan bogen op een  langdurige historische traditie waardoor het als een natuurlijk onderdeel van onze soort kan worden bestempeld. Je zou eigenlijk als een archeoloog te werk moeten gaan en rondsnuffelen in de vroegste geschiedenis om voorafgaande feiten over telepathie boven water te krijgen.

De oude Romeinen kenden twee belangrijke termen die blijkbaar refereerden aan twee verschillende soorten denkprocessen. Deze gebruiken wij tot op de dag van vandaag nog steeds, maar op totaal andere wijze.

Het Latijnse woord ‘INTELLECTUS’ refereerde aan denkprocessen tijdens de wakende toestand. Het denken was gebaseerd op de fysieke zintuigen, maar ook op het emotionele gevoel, de wil en de besluitvorming gebaseerd op waarneembaar bewijs.

Het Latijnse woord ‘INTUITUS’ werd gebruikt om te verwijzen naar alles dat niet paste in de kenmerken van ‘INTELLECTUS’, hoewel het de persoon overigens wel beïnvloedde EN datgene wat er gebeurde of hem of haar zou overkomen.

Men ging er vanuit dat ‘INTUITUS’ belangrijker was dan individuen, maar dat individuen wel in staat waren tot een soort intuïtief denkproces. Sommigen bezaten meer ‘INTUITUS’ dan anderen en daarom was ‘INTUITUS’ een Romeins verlengstuk van de vroege traditie van sjamanen, orakels en zieners.
Deze belangrijke traditie gold wereldwijd en stamde van ver voor het tijdperk van de oude Romeinen en Grieken. In deze zeer oude traditie is het zeer wel mogelijk dat wat we tegenwoordig aanduiden met helderziendheid, intuïtie en telepathie allemaal deel uitmaakten van een en hetzelfde concept en niet afzonderlijk werden beschouwd.

Het nut van ‘INTUITUS’ was dat het de gebruikers voorzag van informatie die zich daarbij niet afvroegen hoe ze die kregen, maar er gewoon van uitgingen dat die informatie er was. We hoeven slechts ons eigentijdse idee van het mentale informatieverwerkingsproces toe te voegen aan de concepten van ‘INTELLECTUS’ en ‘INTUITUS’ en kunnen ons dan een aardig beeld vormen over het verleden. Maar net als de Ouden, dienen we verschillende mentale processen te onderkennen voor verschillende soorten informatie.

We doen dat door aan te geven dat er sprake is van een verschil tussen:

(1) informatie afkomstig uit onmiddellijke objectieve bronnen; en

(2) informatie die op subjectieve wijze is verkregen uit bronnen die niet onmiddellijk objectief zijn.

Het enig belangrijke verschil tussen de oude en moderne ideeën over intellect en intuïtie is dat we ze tegenwoordig zien als DINGEN – terwijl de Ouden die aspecten beschouwden als informatieacquisitie processen of functies.

Maar er is nog een subtiel onderscheid. Wanneer wij intellect en intuïtie beschouwen als dingen, zullen we trachten onze dingen als gereedschap of instrument in te zetten voor het verwerven van informatie. Op die manier plaatsen we het gereedschap of instrument allereerst vóór de informatie waarmee we worden verondersteld aan het werk te gaan.

Omdat we intellect en intuïtie zien als dingen, gaan we er gemakshalve ook vanuit dat de Ouden dat ook deden. Maar er is overtuigend bewijs dat zij de informatie op welke manier dan ook op de eerste plaats stelden en zich niet echt een beeld vormden van eventuele ‘ding-achtige’ instrumenten die nodig waren om de informatie te vergaren.

.

Deze subtiele traditie bestaat nog steeds, zij het buiten de hedendaagse wetenschap en psychologie om. Veel hooggeplaatste personen zijn uit op informatie en het maakt ze daarbij niets uit hoe ze het krijgen, ALS ze het maar krijgen.

We begrijpen maar al te goed dat het bij intellect en intuïtie om twee totaal verschillende processen gaat. Omdat wij tegenwoordig nog steeds niet weten waaruit een intuïtief denkproces precies bestaat, proberen we echter een intellectueel denkproces te gebruiken voor het verkrijgen van intuïtieve resultaten. De door deze misvatting verkregen resultaten zijn niet veel beter dan een slordige kansverwachting.

Al in de zestiende eeuw kwam in Frankrijk het concept op van helderziendheid. Hiermee werd een begin gemaakt met het onderscheiden van afzonderlijke ‘INTUITUS’ eigenschappen.

In het begin werden in het Frans termen gebruikt in de context van scherp of helder zien, van helder inzicht, inzicht in dingen die voorbij het normale waarnemingsvermogen lagen. Deze Franse definities komen dicht in de buurt van het vroeg Romeinse idee van ‘INTUITUS’. De nadruk lag nu echter op INZICHT.

Hoe het Franse woord ‘CLAIRVOYANCE’ in het Engels is terechtgekomen is niet duidelijk, hoewel het erop lijkt dat het pas in 1847 voor het eerst in het Engelse taalgebruik werd gesignaleerd. In die tijd had het echter een ietwat andere definitie: ‘een veronderstelde eigenschap van bepaalde personen die hen in staat stelt via het mentale proces dingen waar te nemen die zich op een afstand bevinden, dan wel aan het zicht van de waarnemer zijn onttrokken. Als het verschil niet wordt benadrukt, valt het onderscheid nauwelijks op.

Er is een strategisch verschil tussen het concept van inzicht en dat van het waarnemen van voorwerpen op afstand of die aan het zicht van de waarnemer zijn onttrokken.

In de context van dit boek klinken de definities van INZICHT een tikje amusant: de kracht of daad van het zien van een situatie; binnendringen, penetratie; de daad van het aanvoelen en doordringen of penetreren in de innerlijke aard van dingen of het intuïtief zien.

Het gebruik van het woord ‘CLAIRVOYANCE’ in het Engels, dient om het los te koppelen van het inzicht en het daarna een speciale categorie te stoppen die beperkt is tot het ‘zien’ van DINGEN.  De nadruk verschoof daardoor naar een gespecialiseerde interesse die uitsluitend betrekking had op de mentale mechanismen via welke helderziendheid kan functioneren.

Met het Engelse concept van helderziendheid als zijnde het zien van DINGEN (en niet het inzicht als het ware) ontstond naast de eerste categorie de behoefte aan een gelijkwaardige tegenhanger die te maken had met het binnendringen van de geest. Het is nu eenmaal zo dat de menselijke ervaring te maken heeft met dingen EN mentale activiteiten.

Deze speciale categorie bestond reeds voordat het Engelse concept van helderziendheid zijn intrede deed. De categorie werd aangeduid met GEDACHTEN LEZEN en kende een eeuwenoude traditie die overigens nogal dubieus was omdat gedachtelezen tot dan toe gold als een vorm van vermaak en het domein was van veel sjoemelaars en charlatans.

Het enige concept van het echte gedachtelezen dat tot op de dag van vandaag is overgebleven wordt uitgelegd als het lezen van iemands gedachten door een ander persoon die daardoor inzicht verkrijgt.

In ieder geval waren de kenmerken van het gedachtelezen behoorlijk vaag en er was ook het nadeel dat het in verband werd gebracht met het idee dat gedachtelezen op bepaalde manieren gemakkelijk groepsgewijs kon worden ‘opgepikt’. Een dergelijk uitzaaien zou door een of andere onbekende subliminale invloed zelfs kunnen ontaarden in aanstekelijke hysterie, of zoals dat later werd aangeduid, ‘massapsychose’.

Om het nadelig etiket over ‘gedachtelezen’ kwijt te raken, werd een ander concept wenselijk geacht met het specifieke kenmerk van ‘de directe actie tussen twee geesten, onafhankelijk van andere zintuigen’. Dergelijke restricties konden niet worden toegepast op het gedachtelezen vanwege de vermeende invloed op groepen. Om de idee goed gestalte te geven werd tussen 1876 en 1881 in Engeland de term GEDACHTENOVERDRACHT ingevoerd.

Doch ook dit concept was een kort leven beschoren, omdat er toch wat verwarring aan bleef kleven omtrent het idee dat de overdracht van gedachten van de een op de ander mogelijk te maken had met een tranceachtig gebeuren. De overdracht van emoties kwam toch nog steeds te dicht in de buurt van de gevoeligheid van groepen om zich gemakkelijk te laten meevoeren.

Dit soort problemen deed nog steeds de ronde totdat de psychisch onderzoeker F.W.H. Myers ergens in 1882 met de term TELEPATHIE op de proppen kwam.

.

Een van de meest overtuigende samenvattingen van telepathie vindt men in de ‘Encyclopedia of the Occult’ uit 1920, die door Lewis Spence werd opgesteld.

Daarin lezen we dat ‘Het idee van inter-communicatie tussen verschillende breinen, op andere manieren dan door de normale zintuiglijke kanalen, is een theorie die met de grootst mogelijke zorg dient te worden benaderd.’ Op deze manier samengevat voor wetenschappelijke doeleinden, klinkt ‘Het Idee’ geweldig, of niet soms?

Nou, zoals al eerder is opgemerkt, vertegenwoordigt ‘Het Idee’ de gruwel der gruwels – er zullen maar weinig mensen zijn die het een aantrekkelijk idee vinden dat hun brein op deze manier wordt binnengedrongen. Zeker omdat Lewis Spence (net als andere tijdgenoten van hem) in 1920 opmerkte dat onderling contact door middel van andere dan de normale zintuiglijke kanalen iets was dat werkelijk met de grootst mogelijke zorg diende te worden overwogen.

Dit houdt echter in dat er sprake moet zijn van de wens om in de eerste plaats met die overweging te willen beginnen, want er moet toch allereerst sprake zijn van enige bereidheid om iets in overweging te nemen voordat men er ‘met de grootst mogelijke zorg’ mee aan de slag wil gaan. Omdat de idee van telepathie toch min of meer werd geassocieerd met  geheimzinnige krachten was de sociale weerstand ertegen sinds de ‘uitvinding van het woord’ niet van de lucht. Myers slaagde er in elk geval in een redelijk nauwkeurige definitie voor de nieuwe term te formuleren: “een toevallige gebeurtenis tussen de gedachten van twee personen die een causale verklaring vereist.”

De “causale verklaring”, zo werd theoretisch geanalyseerd, “waren vergelijkbaar met de golven die tijdens een radio-uitzending werden uitgezonden en door ontvangers welke bekend stonden als radio’s versterkt.”

‘TELEPATHIE’ verving de vroegere term ‘GEDACHTENOVERDRACHT’ naar tevredenheid, want de laatste term had geen baat bij de hypothese van de radiogolven als DE causale verklaring. Het beeld van telepathie dat ik aan het begin van dit hoofdstuk schetste, was vanaf dat moment bepalend. Het is echter toch zo, dat telepathie niet echt kan bestaan zonder haar belangrijkste component – gedachten – waardoor het nog altijd draait om gedachten en hun directe overdracht van het ene naar het andere brein.

Nu lopen we direct al tegen het eerste van een aantal belangrijke struikelblokken aan. Iedereen is zich ervan bewust dat een gedachte informatie bevat, en een analogie met een fles wijn is hier op zijn plaats. De gedachten vormen de wijn, maar waaruit bestaat de fles dan?

‘GEDACHTE’ is een van die termen die veel definities kennen – teveel om het onderwerp goed te kunnen verklaren.

‘GEDACHTE’: de actie of het proces van het denken; serieuze overweging; herinnering; overredingskracht; verbeeldingskracht, voorstellingsvermogen; iets dat wordt gedacht; de individuele daad of het proces van het denken; bedoeling; plan; het intellectuele product van georganiseerde zienswijzen en principes over een bepaald tijdvak, een bepaalde plaats, groep, of individu, dat wordt gekenmerkt door zorgvuldig beredeneerd denken.

Als aanvulling bij de voorgaande definities van ‘GEDACHTE’, vermelden enkele, niet alle, woordenboeken ook nog de term ‘BEDACHTZAAM’, waarvan de voornaamste definitie luidt: “neiging om eerst goed na te denken.”

Bij het lezen van alle bovengenoemde definities zou je kunnen denken dat de gedachteactiviteit van ongeacht welke ervan ZOU KUNNEN plaatsgrijpen zonder een ogenschijnlijke neiging zich ergens van bewust te zijn. Als dat echter het geval is, zouden alleen de meest uitgesproken gevallen eruit springen. Deze worden ook wel aangeduid met de term ‘GEDACHTELOOS’ – hetgeen refereert aan “onaandachtig, verstoken van besef, geest of bewustzijn.”

Gedachtenlezen, wat is écht, wie pikt welke kaart op..?

Het bovenstaande kan misschien allemaal irrelevante kletspraat lijken, maar eigenlijk mag men   zich erover verbazen wanneer iemand telepathisch de gedachten van iemand anders oppikt – bijvoorbeeld door gebruik te maken van nietszeggende speelkaarten, symbolen, kleuren of vormen die gebruikt worden om te testen op telepathie. Zeker omdat we het hier hebben over het begin van de negentiende eeuw, toen de meeste van de definities van GEDACHTEN en alle verwarring daaromtrent makkelijk voor iedereen beschikbaar waren. Waarom die term ‘TELEPATHIE’ dan toch door Jan en alleman werd omarmd werd en in verband met telepathie werd gebracht zal wel altijd een raadsel blijven. Veel beter zou zijn geweest ‘INFORMATIEOVERDRACHT’.

Het woord ‘TELEPATHIE’ was een neologisme dat werd gevormd uit twee begrippen: ‘TELE’, dat ‘ver’ betekent; en ‘EMPATHIE’ dat traditioneel niet naar gedachten verwijst, maar naar ‘het vermogen om zich te kunnen inleven of te verplaatsen in andermans gevoelens of ideeën door middel van het aangaan van een of andere verbinding’.

Wanneer het bovenstaande meer dan verwarrend op de lezer overkom, maak je dan geen zorgen. Het concept van telepathie is eigenlijk volstrekt logisch – ALS het onderwerp van discussie is ZONDER allerlei ermee gepaard gaande moeilijkheden en bezwaren erin te betrekken. Wanneer die wel ter sprake worden gebracht, dan zullen er ongetwijfeld allerlei cognitieve problemen opdoemen – grotendeels omdat de veronderstelde logica van het telepathisch model BESLIST NIETS zegt over de fles die de wijn (de gedachten) bevat.

* * *

x

Binnenkort hoofdstuk 25 en 26 uit deze opzienbarende serie!

* * *

 

 

4 gedachten over “Buitenaardsen en telepathie..

  1. David Wilcock nu in Nederland

    Zaterdag 2 Juli 2011 van 10:00 tot 17:00, ter Gouwstraat 3 Amsterdam Mirror Center, kaartjes: €60,00 pp. Voor reservering 26 juni. via rek 519024028, ten name van ACM Groeneveld – David Wilcock + eigen naam, na 26 juni aan de kassa van Mirror Center Amsterdam.

  2. ik ben telepathisch gevoelig en naar mijn inziens is dit een vergevorderde intuitieve ontwikkeling,rechtstreeks verbonden met je ziel,je hart,je emotie’s,…?Opdracht is dan waarschijnlijk dit te kunnen combineren met ratio,en dat is niet zo eenvoudig?Evenwicht behouden?Niet gemakkelijk.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.