Ton van der Kroon heeft zich meermalen ingespannen om de mensen in de Gazastrook de helpende hand toe te steken. Door met de mensen samen te werken, te leven en te ‘spelen’, komen er processen op gang die je kunt kwalificeren als ‘het maken van openingen’.
Mensen die jarenlang getraumatiseerd zijn door de voortdurende oorlog, zitten vol. Hun menselijke kant weer volop in het Licht zetten, maakt dat deze mensen weer perspectief krijgen en heel simpel weer gaan beseffen dat ze mens ZIJN..
Dit is het indrukwekkende verslag van Ton’s reis naar Gaza in 2006 en 2007. Hoe een theateroefening, de confrontatie met de oorlog IN deze mensen tevoorschijn trekt. Maar ook hoe het intermenselijk contact ALTIJD weer aan de basis staat van heling.
~~~~~~~~~~~~
With Love from Gaza
Workshop Theatre Day Productions, Gazastad, 2006 en 2007
Ton van der Kroon © 2009
Met een schok werd ik wakker. Arabische gezangen dreunden door mijn kamer. Het was vijf uur in de ochtend en de moskee begon het ochtendgebed. Uit grote luidspeakers galmden de Koranverzen de donkerte van de nacht in. ‘Welkom in de Arabische wereld’ dacht ik.
Ik wreef mijn ogen uit en probeerde me te concentreren op het werk waar ik voor gekomen was Vroeg in de nacht was ik aangekomen in Tel Aviv en met een taxi naar Oost Jeruzalem gereden. Daar logeerde ik bij een echtpaar dat me had uitgenodigd om naar Israël te komen, of eigenlijk moet ik zeggen: Palestina. Want mijn werk lag aan de Palestijnse kant van het land. Jan en Jacky, zij Amerikaans en hij Nederlands, runnen een theaterschool in Hebron en de Gazastrook, tezamen met Amer, een Palestijnse collega. De Palestijnse acteurs die ze trainen maken voorstellingen voor kinderen en krijgen een driejarige dramaopleiding.
Ze hadden me gevraagd om een workshop te geven voor hun acteurs; niet op artistiek vlak, maar op persoonlijk vlak. Door de sores van de oorlog, de constante dreiging van gevaar en de povere leefsituatie was het soms onmogelijk om normaal theater te maken. Sinds 2003 geef ik jaarlijks een workshop over persoonlijke ontwikkeling voor een groep van 10 tot 15 mannen.
Ik maakte me klaar voor de volgende fase van de reis: de grenspost van Erez, de toegangspoort tot Gaza. Ik was inmiddels bekend met de procedure: een taxi bracht me naar de rand van Gaza, tezamen met Amer. Terwijl de ochtendzon langzaam de mist verjoeg reden we door de groene heuvels van Israël. Om me heen gingen mensen naar hun werk, de winkels openden hun deuren en ik nam met Amer de namen door van de deelnemers aan de groep. 15 jonge mannen, tussen de 18 en 35 jaar. Allemaal hadden ze ervaring met theater en spel, maar persoonlijke ontwikkeling was nieuw voor ze. Amer, die mijn werk kende van vorige workshops (zie ‘De zevende poort’) had ze voorbereid op het werk dat we gingen doen, maar niemand had kunnen voorzien wat ons die dag te wachten stond.
Palestijns gebied.
Terwijl we de Israëlische wereld achter ons lieten veranderde het decor. Het lommerrijke landschap stopte bij een grote muur en na talloze checkpoints wandelden we door de grote metalen gang van een halve kilometer de Gazastrook in. Aan de andere kant was het leven volslagen anders. Geen groene heuvels meer maar kapotgeschoten huizen, stukken beton, gaten in de weg, oude rotzooi in de winkels en hier en daar een ezel.
Amer en ik keken naar de troosteloze aanblik van deze wereld: Van het ene op het andere moment waren we terechtgekomen in een derde wereld’ land, een gebied van 10 bij 40 kilometer waar meer dan 1,5 miljoen Palestijnen verbleven die er niet in of uit konden. Het leek de grootste openbare gevangenis van de wereld. Aan de hoeveelheden vuilnis zag ik dat de situatie in een jaar verergerd was. Dit zag eruit als een samenleving aan de rand van de afgrond.
Hier en daar steeg rook op uit kleine vuurtjes om het vuil te verbranden. ‘De mensen hebben al meer dan zes maanden geen salaris gehad. Er is geen geld meer sinds de hulp is gestopt. De leraren, vuilnismannen en ambtenaren hebben hun werk neergelegd.’ verklaarde Amer de situatie met het vuilnis.
Theater in het écht.
In het nieuwe theatergebouw werd ik hartelijk ontvangen. Het was zeldzaam dat er nog mensen van buiten de muur Gaza binnenkwamen en iedere keer werd ik getroffen door de gastvrijheid en hartelijkheid van de Palestijnse mensen. Het was inmiddels middag en ik ontmoette de groep mannen die met spanning uitkeken naar het werk dat we gingen doen. We installeerden ons in de zaal, Amer vertaalde van het engels naar het Arabisch en ik nam het programma van de workshop door.
Zoals gebruikelijk begon ik met een namenrondje en de vraag wat ze wilden leren. Ik nam de blikken van de mannen in me op, luisterde naar hun stemmen, en stemde me onderwijl innerlijk af:
‘Help me, God, bad ik, om mijn werk zo goed mogelijk te doen en deze mannen te begeleiden. Ik wist dat zonder ‘hulp van boven’ mijn werk onmogelijk was om te doen. Ik kende hun achtergrond en persoonlijke geschiedenis niet en in mijn werk liet ik me altijd leiden door mijn innerlijke gidsen. Ik voelde een instemmende knikje van boven. ‘Wees niet bang. We zijn er om je te helpen. Vertrouw op het proces..’
Ik besloot het programma te beginnen met een makkelijke oefening en zette muziek op. ‘Loop door de ruimte, probeer anderen te vermijden en kijk hoe snel je kunt gaan.’ Meestal leidde de oefening tot hilariteit, hier en daar een botsing of een duw en een prettige ontlading van de beginspanning. Maar hier gebeurde iets heel anders.
Alle emoties in één grote golf..
Terwijl ik toekeek hoe de mannen rondrenden, de muziek luider en sneller werd, liep een man opeens rechtstreeks tegen de muur aan. Een ander viel op de grond en een derde begon te huilen. De hele ruimte leek in een oogwenk te veranderen en mijn nekharen gingen overeind staan. Een voor een vielen de mannen neer met doodsangst op hun gezicht. Binnen 10 minuten lagen er 15 mannen op de grond te huilen. Sommige zaten er verslagen bij of staarden wezenloos voor zich uit.
Binnen 10 minuten lagen er 15 mannen op de grond te huilen.
Sommigen zaten er verslagen bij of staarden wezenloos voor zich uit.
Ik geloofde mijn ogen niet. Ik was aardig wat gewend tijdens mijn workshops maar dit sloeg alles. Het leek of ik op een slagveld terecht was gekomen. Jonge mannen riepen om hulp, alsof de dood ze voor ogen stond. Ik was nog maar een half uur aan het werk en het leek of een damdoorbraak had plaatsgevonden. Alle emoties , angst en pijn die ze hun leven lang hadden opgeslagen kwam er in één grote golf uit.
Ik keek naar Amer die huilend het tafereel aanschouwde. Hoe was het mogelijk dat een groep jonge mannen zo innerlijk kapot en verscheurd kon zijn? En hoe kregen we ze weer op de been? Schoot door me heen. Ik vroeg de wat oudere mannen de jongeren vast te houden en te troosten. Ik wist dat aanraking in deze situatie het belangrijkste is. Eén man was in een psychose geraakt en wist zijn naam niet meer. Zijn ogen waren naar achteren gedraaid en hij bevond zich in een andere wereld.
Ik was nog maar een half uur aan het werk en het leek of een damdoorbraak had plaatsgevonden.
Alle emoties, angst en pijn die ze hun leven lang hadden opgeslagen kwam er in één grote golf uit.
Amer ontfermde zich over hem en ik ging van man naar man om met ze te praten, vast te houden en steun te geven. Twee uur lang hield de pijn en het gehuil aan en ik riep iedereen in gedachten aan om te helpen. ‘Dit is teveel, dacht ik. Hoe houdt dit ooit op?’ Zo zag oorlog eruit: de innerlijke oorlog van jaren uitzichtloosheid, angst, verdriet en het onvermogen om vorm te geven aan deze diepe pijn en verlatenheid.
Ooit hoopte ik een mannengroep te geven met Palestijnse en Israëlische mannen samen, bedacht ik me. Er is geen betere manier om grenzen te slechten dan door elkaars verdriet te zien. Maar eerst moest ik hier uit zien te komen en de groep weer terug te brengen naar rustiger vaarwater.
De eerste mannen waren bijgekomen en zaten in kleine groepjes te praten. De jongen in psychose had nog steeds moeite om weer bij bewustzijn te komen. ‘Kijk me aan’, zei Amer. ‘Kijk in mijn ogen.’ Zijn benen en handen waren slap. Een van de mannen haalde koud water en toen hij na een half uur nog niet bij zinnen was gaf ik hem een klap in zijn gezicht. ‘Hé daar, het is klaar. We gaan eten!’
Waarschijnlijk volstrekt onverantwoordelijk, maar niemand wist meer wat te doen. We waren kapot. De jongen deed zijn ogen open en keek me glazig aan. ‘Eten!’ Zei ik en ik wees naar mijn mond. Hij stond op en liep verdwaasd met ons mee. Met Amer had ik afgesproken dat we die avond samen zouden blijven zodat we na konden praten over wat er gebeurd was.
Traumas aan het strand.
We hadden eten besteld en zouden naar het strand gaan. Eenmaal aan het strand gekomen sloeg de stemming om. Er werd gezongen en gelachen en we waren blij dat we de middag overleefd hadden. Sommige mannen doken de zee in en tot laat in de avond werd er nagepraat en kwam de ene na de andere vraag. “Wat is er gebeurd? Vroeg een van de mannen. ‘ik weet het ook niet, maar het lijkt alsof jullie in een collectieve traumaverwerking terecht kwamen. De pijn die in je lichaam zit kwam in één keer naar buiten…’ Een jongen vertelde dat toen de muziek begon hij het gevoel had over lijken te lopen die hem langzaam naar benden trokken.
We spraken over de toestand in Gaza, de moeilijke situatie van hun leven en de wanhoop waar ze vaak mee worstelden. Een totaal gevoel van depressie en apathie leek zich continue op te dringen, en ik begreep dat de heftige emoties van die dag achter de depressie schuilgingen. De meeste mannen waren sinds hun geboorte opgegroeid in de vluchtelingenkampen die na de zesdaagse oorlog ontstonden.
Terwijl hun ouders nog herinneringen hadden aan hun vroegere dorpen, kenden deze mannen niet anders dan de Gazastrook. Jeruzalem hadden ze nog nooit gezien terwijl ze er ongeveer 100 kilometer vandaan woonden. Veel mannen waren nog steeds single: door de slechte economische omstandigheden hadden geen werk of baan en konden daardoor geen bruidschat veroorloven, wat als gevolg had dat de meesten geen vrouw of gezin hadden. Gewoon met een vrouw naar bed gaan zat er in deze Islamitische cultuur niet in, want dat was een doodszonde. Kortom, voor de meeste jonge mannen was de situatie uitzichtloos. Het theater was hun enige uitvlucht uit een wereld die een groot drama leek.
Het vervolg.
De volgende dag probeerde ik het programma zo rustig mogelijk te houden. Ik vertelde veel over het werk wat we deden waarin je door lagen van emoties en oude gedachtepatronen steeds dieper tot de kern komt. Als in een labyrint ontrolt zich daarbij het pad van persoonlijke ontwikkeling. De mannen luisterden aandachtig en langzaamaan vielen de puzzelstukjes van de dag ervoor op hun plaats.
De verhalen kwamen los over ouders, geweld, de oorlog, geliefden, sex en alles wat hen bezig hield. Ik besefte me hoe ongelooflijk het was dat ik dit werk met deze mannen mocht doen. Het leek alsof het gehele conflict van de westerse en islamitische wereld zich hier afspeelde op een vlak ter grootte van een speelzaal.
Vaak kijken we naar het midden oosten met een blik van een wat paternalistische ouder die het beter weet – daar zijn we in het Westen namelijk erg goed in – maar we beseffen ons vaak te weinig dat het conflict wat wordt uitgespeeld ook ons eigen conflict is. Pijn die onderdrukt wordt komt ergens anders aan de oppervlakte. Dat geldt voor individuen en relaties maar ook voor landen en culturen.
Het Christendom, het jodendom en de Islam
Het Midden oosten is het ventiel waar de spanning van drie religies zich ontlaad: het Christendom, het jodendom en de Islam. Ik dacht terug aan de keer dat ik met vier Palestijnen na afloop van een workshop in Hebron naar de kerk van Abraham en Sarah was gelopen. Terwijl enkele joodse soldaten de kerk bewaakten, liep ik als ‘christen’ samen met vier islamieten de kerk in – of was het een moskee of synagoge? – waar het allemaal begonnen was.
Hier lag de aartsvader van de drie religies die al eeuwen met elkaar in strijd waren, als drie broers die elkaar niet konden uitstaan. Hoe lang zou deze broedertwist nog moeten duren voordat we tot het inzicht kwamen dat we allemaal van dezelfde vader afstamden?
Vrouwen
Een jaar later werkte ik met een groep van acht Palestijnse vrouwen. Hier vond een totaal ander proces plaats. Geen grote emoties, maar juist een muur van geslotenheid en stilte. Wellicht was het ook iets teveel gevraagd: een man die met vrouwen werkt, uit een andere cultuur en een andere religie…
Hoe moest ik ooit deze vrouwen achter hun sluier bereiken? De obstakels waren huizenhoog. De vrouwen werkten aan het toneelstuk van Bernarda Alba, een verhaal over een huis met een moeder en zes dochters die allemaal op een man wachten. De onderlinge strijd en jaloezie ontaardt uiteindelijk in de zelf moord van een van de dochters. Ik had mezelf als doel gesteld om achter hun sluier te komen en gooide alles in de strijd.
‘Uiteindelijk stelde ik mezelf op als de man in het toneelstuk die in het huis van Bernarda Alba komt en alle vrouwen verleidt maar uiteindelijk niemand kiest.’ Ik begreep zelf niet de keuze van dit rollenspel, maar zag wel dat de vrouwen steeds meer gefrustreerd werden over de rol die ik ze had toebedeeld: met zijn achten in een huis waar ze niet uit konden, snakkend naar vrijheid, liefde en een man, ongeacht in welke volgorde.
Het kookpunt.
Ik had alle vrijheid en bood de vrouwen alles aan waar ze naar verlangden, maar wat ze onmogelijk konden krijgen. Het spel werd grimmiger en de vrouwen werden steeds minder lief en verleidelijk. ‘Dit lijkt wel het leven zelf,’ schreeuwde uiteindelijk een vrouw. ‘Ik wil dit niet meer, dit hele idiote spel waarin we niets te zeggen hebben en alleen maar moeten afwachten of een man ons kiest.’ Het kookpunt was duidelijk bereikt.
We stopten het spel en ik kwam in ‘het huis’ zitten. ‘OK, laat je rol los en ga voelen wat het spel met je deed.’ De vrouwen sloten hun ogen en hier en daar liep een traan over de wangen.
‘Dit is precies de situatie waarin ik leef’, vertelde een van de vrouwen. “Ik kan geen kant uit. Ik zit opgesloten in een gevangenis, in mijn huwelijk, in de Islam en in de Gazastrook. Ik kan geen kant uit. Ik kan alleen spelen en dromen dat het in een ander leven beter wordt”.
Achter de sluier..
Ikzelf probeerde meermaals aan te geven dat ze toch ook zelf een keuze hadden om hun leven te veranderen, hun man aan te spreken op zijn houding, maar hoe langer het gesprek duurde, hoe meer ik mijn verlies moest toegeven. Aan het eind van de workshop kon ik niets anders dan beamen dat de situatie volslagen onmogelijk was en ik voelde de uitzichtloosheid en de droefheid van deze vrouwen.
Ik zal het gevoel dat ik had nooit vergeten en wist dat wat ik had gewenst was gebeurd: ik was achter de sluier terecht gekomen en ervoer hoe de vrouwen zich voelden in deze situatie. Hoewel ik niet zeker was of de workshop wel zo geslaagd was, was ik veel meer gaan begrijpen van de positie van de Islamitische vrouw. We hadden uiteindelijk openlijk kunnen praten over liefde en haat, over verlangens en mannen, over toekomst en kinderen en de vrouwen hadden mij hun vertrouwen gegeven.
* * * * * *
de tranen biggelen over m´n wangen. het is een uitzichtsloosheid die ik ken, maar die ik in dit leven niet hoef te ervaren.
dat maakt het niet minder aangrijpend.
ik ben nu in de omstandigheid om voor liefde te kiezen en geef die aan hen. en tegelijkertijd aan de mensen die medeverantwoordelijk zijn, waaronder ikzelf.
Ik ben niet Joods, maar heb wel tien jaar in Haifa gewoond en gewerkt. Het is een heerlijke tijd geweest voor me. Dat land voelt als mijn thuis-land. Heb altijd het gevoel gehad dat mijn toenmalige ( jaren 60) vrienden, mijn familie zijn. Zo voelt het nu nog voor me.Ik heb ze zo lief, het Joodse volk, en voel me zo verdrietig dat zij nog steeds hun harten niet kunnen openen voor de Palestijnse mensen. Zij zijn óók nog zo bang, en giftig moet ik zeggen.
Ook ik draag de pijn in me mee. Van iedereen daar.Ik huil. Wie van ons niet?
En toch komt de dag, dat moordzucht ook daar niet meer MAG.
Myriam.
Misschien kan dit artikel ons ruimte geven!
http://www.wanttoknow.nl/overige/het-joods-palestijnse-conflict-in-een-ontmoeting/
Een indrukwekkende film over de ADL en hoe de holocaust wordt gebruikt om Joodse jongeren te conditioneren en als zakelijk paard van troje, defamation: http://wideeyecinema.com/?p=7208 (de film moet een minuutje inladen)
Mijn Koan vraagstuk is dan ook, wat doe je dan op zo’n workshop om dusdanig iedereen te trikkeren om iederen zo los te wikken, wat voor beweging, gedachte en woord of klanken moet je gebruken om mensen zo te ontladen?
Dat je mensen kan laten kijken in hun spiegel en zich zelf ervaren wie ze zelf zijn kan inderdaad de link zijn tot, heel veel raken op die manier ontspoort omdat men vaak die kracht in een ander stopt.
Het kan dus ook aan 2 kanten onderworpen worden, het kan een vastloper betekenen maar het kan ook een bevrijding zijn en een intutieve ja bevestiging, die een beperking kan los maken.
Ton van der Kroon lijkt mij in perspectief ook wel iemand die meer inzichten heeft van meedere achtergronden in geloof, ontwikkeling en overtuigings kracht, het idee doet mij sidderen om zelf hem een te ontmoeten op een soort gelijke workshop om het zelf ook eens te ondervinden.
Dan bedoel ik het niet alleen van het hier in Nederland te willen mee maken, maar dara ook terplaatse aanwezig te zijn in de invloed van een heel andere cultuur en geloofs overtuiging, dan kom ik ook wel los, maar zal niet op de muur in willen rennen.
Het ” Met een schok werd ik wakker. Arabische gezangen dreunden door mijn kamer. Het was vijf uur in de ochtend en de moskee begon het ochtendgebed. Uit grote luidspeakers galmden de Koranverzen de donkerte van de nacht in. ‘Welkom in de Arabische wereld’ dacht ik. “, heb ik zelf nog ondervonden een paar maanden gelden, was heel bijzonder om het zelf mee te maken, elke dag deze gezamelijk en landelijk bidden deed mij vibreren in mijn gehel wezen dat onze kille zondags ochtend kerk daar niet eens in de buurt bij komt, er hing ovder de hele stad een warme roes van perceptie en genoeg doening en ontwaken en de hele dag verder heerlijk in touw te zijn met iedereen.
Beste Ton bedankt voor je bijdrage, ik heb er van genoten!