“Het volgende verhaal is waar gebeurd en wel deze maand – de maand december 2012. Om privacy redenen is het verhaal anoniem, wellicht zal er op een later tijdstip alsnog naar buiten worden getreden met naam en toenaam. Het verhaal is gewoon te mooi en te bijzonder om te laten waar het nu is, vandaar dat ik dit graag met jullie wil delen. Het is een verhaal van hoop, liefde en een onverwoestbaar vertrouwen in een goede afloop. Een afloop die de medische wereld perplex deed staan en waar handen ten hemel werden geheven:
‘Hoe is dit mogelijk!?’
En het was mogelijk, iets wat ik al had gezien en mijn vrouw en kind haarfijn hadden aangevoeld. Ga mee in ons verhaal waar een wonder heeft plaatsgevonden en waar het verhaal van Lazarus een gelijke in heeft gevonden. Mochten mensen naar aanleiding van dit verhaal contact met mij willen opnemen dan kan dit via contact@wanttoknow.nl Ik zal dan zelf contact opnemen met deze mensen. Dit verhaal mag een echt kerstwonder worden genoemd en al vele journalisten hebben mij benaderd (landelijke dagbladen en lokaal) om dit stuk te mogen plaatsen. Het hele ziekenhuispersoneel kent inmiddels het verhaal en vele verpleegsters en artsen zijn al bij mijn schoonvader langs geweest op Lazarus met eigen ogen te aanschouwen. Ook Pim van Lommel is op de hoogte gebracht en we hebben regelmatig e-mailcontact met hem.
Ergens in Nederland:”
* * *
x
Een verhaal dat verteld moet worden..!
X
‘Over mijn schoonvader die terugkwam..’
2012 © ‘Schoonzoon’ – deze versie WantToKnow.nl/be
(ware naam/gegevens bij ons bekend (wtk))
xx
De eerste week van december. Op 7 december 2012 ontvangt mijn vrouw op haar werk om 09:00 een zeer verontrustend telefoontje van haar moeder: “Het is heel erg mis met papa, hij heeft een hartaanval gekregen en zijn hart is ermee gestopt, het is heel erg mis….” Zonder erbij na te denken pakt mijn vrouw haar jas en tas bij elkaar en roept terwijl ze het pand uitrent van haar werk: “Mijn vader heeft een hartaanval en is nu met grote spoed naar het ziekenhuis gebracht!” Haar woorden sterven langzaam in de gang die ze zojuist is uitgerend, collega’s in verbijstering en verwondering achterlatend.
In de tram belt ze direct naar mijn mobiele nummer – ze krijgt me niet te pakken, ik ben net even een boodschapje aan het doen en bemerk onderweg dat ik mijn mobiele telefoon ben vergeten. Nog geen 10 minuten later ben ik thuis en zie 7 gemiste oproepen staan van mijn vrouw en nog wat sms-jes er achteraan – er is duidelijk iets niet in orde. Terwijl ik haar terugbel en mijn jas instinctief weer aantrek krijg ik haar te pakken: “Papa heeft een hartaanval gekregen en wordt nu met grote spoed naar het ziekenhuis gebracht, kan jij me onderweg oppikken!?” Veel woorden zijn niet nodig en ik ren richting de auto om mijn vrouw onderweg bij een tramhalte op te pikken.
Binnen 5 minuten sta ik klaar bij de tramhalte en de tram nadert tergend langzaam, uiteindelijk stopt de tram bij het perron en ik loop direct naar haar toe, haar ogen staan vol tranen. Met een arm om haar heen lopen we samen snel terug naar de auto. “Wat denk jij, redt hij het?” Op dat moment zijn mijn gedachten onvoldoende gefocust, waar ik normaal zaken kan zien, ervaren, voelen en horen blijken mijn (buiten)zintuiglijke mogelijkheden plots afgesneden: “Ik weet het niet schat, ik weet het niet – laten we nu eerst maar eens snel in het ziekenhuis terecht zien te komen”.
Onderweg is het stil in de auto en gaan gedachten alle kanten op. Mijn schoonvader is net 2,5 maand met pensioen na een leven van 50 jaar keihard werkend in niet het meest gemakkelijke beroep. Waar hij zelf altijd al bang voor was geweest zou nu dan toch gaan uitkomen? Zou hij nu werkelijk al klaar zijn met het aardse bestaan en er tussenuit piepen, net nu hij met pensioen is? Nee, dat gaat er bij mij gewoonweg niet in. Inmiddels rijden we de parkeerplaats op van het ziekenhuis, zoekend naar een plek die we gelukkig snel vinden, ondanks de enorme drukte.
Rennend, lopend en onderwijl zoekend naar de Spoedeisende hulp (SEH) weten we ergens in het ziekenhuis een balie te vinden: “De SEH ligt aan de andere kant van het terrein” vertelt de baliedame. “Binnendoor kunt u er helaas niet komen, dat is alleen voor het ziekenhuispersoneel”. We rennen weer terug naar de uitgang en gaan om het gebouw heen om vervolgens de SEH borden te zien en volgen.
Door de schuifdeuren heengegaan komen we bij de volgende balie, maar we hoeven hier eigenlijk niet te vragen naar de vader van mijn vrouw, mijn schoonvader, we zien mijn schoonmoeder verderop in de ruime gang ineengedoken aan een tafeltje zitten. Ze hoort ons aankomen en wanneer we bij haar zijn, kijkt ze op en stamelt tussen de tranen door: “hij doet het niet meer, hij doet het niet meer……..” Terwijl wij perplex staan bij het horen van dit bericht is de assistent-cardioloog ook komen aanlopen uit de aangrenzende kamer waar mijn schoonvader nog ligt.
Hij vertelt ons op heel integere wijze dat meneer na een reanimatie van 2,5 uur – waarin 18x de defibrillator is gebruikt – uiteindelijk niet meer gered kon worden: “Het hart pompt niet meer en was terecht gekomen in zeer ernstige hartritmestoornissen, die niet meer weggenomen konden worden. Het hart kon alleen nog maar een beetje trillen en de bloedcirculatie was al geruime tijd volledig stil komen te staan. Als er al een kans was geweest om meneer weer ‘terug te brengen’ dan zou meneer een vegetatief bestaan leiden” Mijn schoonvader zat al ruim 1,5 uur zonder bloed-circulatie waardoor de hersenen onherstelbaar beschadigd waren geraakt. Wij wilden direct naar hem toe!
De assistent-cardioloog begreep dit maar wilde dit eerst nog even met zijn superieur bespreken, hij snelde weg en kwam ook weer snel terug met de Chef de Clinic. De baas vertelde dat we zeker naar meneer mochten toegaan maar dat meneer nog ademreflexen vertoonde, dit noemen ze gaspen. De hersenstam geeft nog prikkels af waardoor het lijkt of hij ademt maar dit feitelijk niet meer doet. De ademhaling die er lijkt te zijn heeft geen functie meer voor het lichaam: “Schrikt u dus niet bij het aanzien van deze ‘ademhaling’ en ook het lichaam voelt nog warm aan, maar meneer is inmiddels hersendood, het is een onomkeerbaar proces en het zal enige minuten tot tientallen minuten kunnen duren voordat dit gaspen zal stoppen”. “Het zal allemaal wel” dacht ik, ik wil nu naar mijn schoonvader en mijn vrouw naar haar vader.
Het beeld toen we de traumakamer inliepen op de SEH staat als gegrift op mijn netvlies. Daar lag hij dan, een sterke vent bij leven, nu bezig met de laatste stuiptrekkingen in zijn aardse bestaan. “Het klopt niet, het is een slechte film”, zei mijn schoonmoeder huilend en snikkend. Ja, dat kon je wel zo stellen, een hele slechte film.
Mijn schoonvader was ‘s ochtends vroeg in bed onwel geworden en het hart was er direct mee gestopt. Mijn schoonmoeder handelde snel en belde 112. Binnen 5 minuten stonden er 2 politieauto’s voor de deur en deze agenten begonnen direct met reanimeren. Al snel namen de ambulancebroeders de reanimatie over. Mijn schoonmoeder werd uit voorzorg naar beneden gebracht, richting de achterkant van de woonkamer. Dit werd gedaan omdat de brandweer – ook aanwezig bij dit alles – overging tot het gedeeltelijk wegzagen van de dakkapel. Van hieruit zou het makkelijker zijn om mijn schoonvader uit het huis te krijgen. De trappen waren namelijk te smal om de brancard er doorheen te krijgen en al helemaal met iemand van bijna 100 kilo. Mijn schoonmoeder hoefde dit alles niet te zien.
Toen mijn schoonvader eenmaal in de ziekenauto was gebracht en de ziekenauto met gillende sirenes op weg ging naar het ziekenhuis hebben de ambulancebroeders nog eenmaal – heel kort – een hartslag ‘te pakken gekregen’. Dit zorgde ervoor dat er werd besloten naar een gespecialiseerd ziekenhuis te rijden voor hartproblemen in plaats van een ziekenhuis wat dichterbij lag en wellicht minder toegerust op speciale hartproblemen.
En daar lag hij dan, gaspend en wachtend – samen met de mensen van wie hij zoveel hield – op zijn laatste schijnbare uitademing. Maar dat gaspen duurde lang, erg lang. Ik had inmiddels voor mijn schoonmoeder een stoel gepakt en deze naast het hoofdeinde van mijn schoonvader gezet: “Ga nou maar hier zitten bij je man en houdt hem lekker vast” aan de cardiologen vroeg ik ondertussen hoe lang dit gaspen nu ging duren, 30 minuten waren verstreken en het hele traumateam – die mijn schoonmoeder inmiddels hadden gecondoleerd, stond erbij en keek ernaar.
“Er zijn gevallen bekend van mensen die dit uren kunnen volhouden, maar alstublieft, heb geen hoop want meneer is nu zolang zonder hartfunctie en daarmee zonder bloedcirculatie, hij zal als een kasplantje door het leven gaan, mocht hij plotseling toch terugkomen”. Ik kon er helemaal niets mee en bemerkte dat mijn buitenzintuiglijke mogelijkheden weer terugkwamen. Ik liep terug naar de gang, ging aan een tafeltje zitten en belde allereerst mijn moeder om te vertellen wat er gebeurd was. Ook zij was vol ongeloof, vond het vreselijk wat er was gebeurd.
Terwijl ik daar gewoon aan een tafeltje zat, denkend aan dit bizarre verhaal, kwam mijn schoonzus met haar partner binnenlopen. Ik keek hen aan en vertelde ze direct dat hij was overleden en ook waarschuwde ik hun voor het gaspen. Zonder enige twijfel liepen zij ook direct de traumakamer binnen van de SEH. Het gaspen was al ruim een uur bezig en er werd voorgesteld om naar een familiekamer te worden overgebracht waar ook mijn schoonvader dan naartoe zou worden gereden, in een aangrenzende kamer met een grote opening naar beide kamers. Hier konden we dan in alle rust wachten op het stoppen van het gaspen. Terwijl we in de familiekamer zaten en ieder op zijn/haar eigen manier bezig was met dit keiharde nieuws, belden we ook familie, vrienden en bekenden op om het vreselijke nieuws te vertellen.
Tussendoor kwam de cardioloog nog kijken en voelen aan de pols van mijn schoon-vader en keer op keer was het bericht: “Houdt er rekening mee dat dit gaspen plotseling stopt, schrik dus niet wanneer dit gebeurt”. Ook kwam de cardioloog langs met de donorpapieren in de hand en vroeg aan mijn schoonmoeder of ook zij toestemming gaf voor de donatie van huid en de hoornvliezen van zijn ogen. Liever had zij dit niet, maar het was een wens van haar man en dat respecteerde ze. Op een zeker moment was ik alleen in de kamer met mijn schoonvader – we zijn nu inmiddels 4 uur verder nadat zijn hart er ’s ochtends mee was gestopt – en ging achter hem staan. Ik legde mijn beide handen over zijn oren heen en bracht mijn voorhoofd naar zijn achterhoofd, ik zei tegen hem: “Wat doe je nou man!? Je bent nog helemaal niet klaar hier!”
Op datzelfde moment begonnen mijn handen enorm te gloeien, dit kon ik goed merken omdat zijn lichaam inmiddels al flink koud was geworden. Ook vertoonde hij al diverse lijkvlekken en waren zijn gelaatstrekken als van een dode, helemaal strakgetrokken. Terwijl mijn handen aan het gloeien waren kwam er een reactie uit zijn mond: “Oeuch, oeuch” Mijn vrouw stond in de aangrenzende familiekamer en hoorde dit ook.
“Het leek wel of hij iets zei” vertelde ik haar snel. Ze had het ook gehoord en vond het ook een merkwaardig iets. Toen kwam bij mij het gevoel terug dat mijn schoonvader niet overleden was en druk bezig met gaspen tot de laatste ‘adem’, maar dat hij juist – omgekeerd – aan het terugvechten was!
Onze zoon was in de vroege middag terug van school gekomen en ik ben hem thuis gaan ophalen zodat hij zijn opa nog voor de laatste keer kon zien/ervaren. In de tijd dat ik naar huis reed – we zijn nu bijna 5 uur verder – voelde de cardioloog plotseling een polsslag, weliswaar heel erg zwak, maar toch, het was een polsslag. Omdat artsen niet weten hoe zaken op bewustzijnsniveau werken – heeft de patiënt op zo’n moment nu wel of geen pijn – werd besloten mijn schoonvader naar de verpleegafdeling te rijden om hem op de morfinepomp aan te sluiten. Aan mijn vrouw, schoonmoeder, schoonzus en haar partner werd verteld wederom geen enkele hoop te hebben. Het toedienen van morfine was louter bedoeld als verzachting van eventuele ongemakken die de patiënt zou kunnen ervaren.
Met mijn zoon ben ik weer in de auto gestapt en naar het ziekenhuis gereden. Mijn vrouw had mij inmiddels gebeld met wat er was gebeurd en ook naar welke kamer hij was vervoerd. In het ziekenhuis aangekomen ging onze zoon van 13 jaar met een stoel naast het bed van zijn opa zitten. Aan het uiteinde van het bed zat zijn oma. Onze zoon legde zijn linkerhand op het hoofd van opa en zijn rechterhand op het hart van opa: “Oma, ik ga opa instralen en hij is binnen 3 dagen weer wakker”. Oma schudde haar hoofd: “Lieve jongen, dat kan niet want opa is er niet meer, opa is overleden” – “Nee hoor” – zei onze zoon – “opa is binnen 3 dagen weer wakker”..!
Ik zat zelf naast oma, ook aan het uiteinde van het bed en had volledig mijn buitenzintuiglijke mogelijkheden terug. Ik zag in het hoofd van mijn schoonvader nieuwe bedrading ontstaan, zijn hersenen waren aan het regenereren! Mijn vrouw zag dat ik in een soort trance zat en stoorde mij hierin ongewild in: “Geeft niets, ik zal je zeggen wat ik zie” – terwijl ik vertelde dat haar vader weer aan het terugkomen was had ook zij volledig het gevoel gekregen dat haar vader er weer helemaal bovenop zou komen. Lastig, erg lastig om zoiets te vertellen in een kamer waar het inmiddels een komen en gaan was van familie en vrienden die voor de laatste keer deze bijzondere man wilden zien.
Toen zag ik in zijn hals zijn aderen steeds krachtiger gaan kloppen, ik zei tegen mijn schoonmoeder: “Kijk nou! Kijk nou toch goed! Hij is aan het terugkomen!” Ze kon hier niets mee, haar man was overleden en al zou hij weer wakker worden dan zou het een kasplantje zijn – niemand kan zolang zonder zuurstof, zonder dat er zeer ernstige hersenbeschadigingen zijn. Ik was het hier totaal niet mee eens en ook mijn vrouw en zoon zagen een man die aan het terugkomen was op aarde. En niet zomaar terugkomen, nee, hij zou weer de oude worden!
Ik zat vol met frustratie omdat – buiten mijn vrouw en zoon om – niemand nog een cent gaf voor mijn schoonvader zijn kansen. Ook de Chef de Clinic kwam langs en gaf aan dat het lichaam onherstelbaar beschadigd was en dat de organen nooit zo lang zonder zuurstof konden. Ik kookte bijna van woede omdat ik ZAG dat mijn schoonvader er wel degelijk uit zou komen. Na een uur zijn mijn zoon en ik naar huis gereden en voordat we het ziekenhuis uitliepen zei ik tegen mijn vrouw nogmaals: “Hij is niet dood! En je moet straks vragen om een ECG en een hersenscan, hij komt hier uit!”
Mijn vrouw heeft in de tussentijd dat ik naar huis ging, aan de artsen verteld – omringd door familieleden en vrienden – dat ze het absoluut niet kon geloven dat haar vader hersendood was en ze wilde een ECG en een hersenscan uitgevoerd zien. Volgens de cardioloog was dat zeker mogelijk maar hij wilde nog even wachten alvorens deze acties te gaan uitvoeren.
Ik reed ondertussen samen met mijn zoon naar een vriendinnetje van onze dochter – waar zij aan het spelen was. Het is nu rond 18:00 – we zijn nu inmiddels bijna 10 uur verder! Terwijl ik een pilsje dronk met de vader van het vriendinnetje en het verhaal vertelde had ik ook al contact gehad met mijn moeder. Mijn moeder die ook kan zien, voelen en horen vertelde mij dat er iets niet klopte met het verhaal van mijn schoonvader en dat ze het frappant vond dat ik zei dat hij niet dood is, terwijl de artsen al bezig waren met de donatieperikelen – ik kon wel eens gelijk hebben dat hij niet dood was, vertelde ze me.
Mijn vrouw belde mij op – terwijl mijn pilsje net op was – en vertelde dat zij met haar moeder, zus en schoonzus naar haar ouderlijk huis aan het rijden was. Net voordat ze weggingen – vertelde ze me – had mijn schoonmoeder haar man nog een zoen gegeven en toen opende hij plotseling zijn ogen! Hij volgde wat er in de kamer gebeurde en wat zijn vrouw deed! Mijn vrouw riep direct de verpleegsters erbij en vroeg of iemand hier naar kon kijken. De verpleegsters namen eerst zelf poolshoogte en kwamen ook tot de conclusie dat er nu een neuroloog naar moest kijken. Toch zijn ze na dit bijzondere voorval naar het huis van mijn schoonouders gereden om even wat lucht te krijgen. Wellicht gaf dit ook even rust aan mijn schoonvader die al de gehele dag was geconfronteerd met veel verdrietige mensen, ik kan me zo voorstellen dat dit ook energie kost, energie die hij nu moest aanwenden om weer wakker te worden.
Ik vroeg aan haar: “En wie is er dan nu bij je vader!?” – ze vertelde dat er nu niemand bij hem was. “Dat kan niet, er moet iemand bij hem zijn – ik ga zo direct weer terug”. Ik rondde mijn gesprek af en installeerde de kinderen eerst thuis met eten en drinken en vertrok richting het huis van mijn schoonouders. Mijn vrouw wilde namelijk ook mee terug omdat het ook bij haar niet lekker zat dat er nu niemand bij haar vader was.
Rond 21:00 werd mijn schoonmoeder gebeld op haar mobiele telefoon, mijn vrouw nam deze op omdat mijn schoonmoeder eigenlijk compleet was ingestort. Haar man was er niet meer en al zou hij weer eventueel wakker worden dan zou hij nooit als kasplantje door het leven gewild hebben. Dat beaamde ik: “maar hij hoeft helemaal niet als kasplantje door het leven”- dacht ik tegelijk.
Aan de telefoon was de dienstdoende cardioloog. Ze vertelde dat de neuroloog inmiddels wat testjes had gedaan en dat meneer met zijn ogen haar vingers kon volgen en ook andere reflexen – zoals het knijpen in een hand op commando – deed hij! Ze vroeg of ze alsnog mochten beginnen met een regulier behandelplan: “Natuurlijk!” zei mijn vrouw. Ik wist allang met mijn vrouw en zoon dat de beste man terug zou komen, meerdere keren hebben we dit aangegeven en gezien. Mijn schoonmoeder kon alleen maar nee zeggen: “Dit kan niet, hij is er niet meer en hoe komt hij er dan uit….”. We sprongen in de auto en reden zo snel als het kon terug naar het ziekenhuis. We liepen door de schuifdeuren, naar de liften en uiteindelijk door de gang naar zijn kamer. Voor zijn kamer stonden 2 verpleegsters en de cardioloog.
Toen wij bij hun kwamen aangelopen hoorden wij plotseling door de deur – die op een kier stond: “Hoi!” We waren volledig perplex, mijn schoonvader was weer wakker! Wel helemaal verward en erg moe. Het was aandoenlijk om te zien hoe verwonderd hij kon reageren op onze vragen, hij reageerde als een kind in verwondering. De reguliere behandeling zou die avond volledig starten met medicijnen. Schoonpapa zou er weer bovenop komen!
Mijn vrouw belde haar moeder – waar haar zus en partner ook nog waren – en vertelde dat papa weer wakker was, reageerde en zelfs “hoi” tegen ons had gezegd. Ze kon het niet geloven en was gewoon in een soort van shock belandt. Dat kan ook niet anders, eerst hoor je dat je man is overleden en wordt je gecondoleerd en aan het einde van de dag – diep in de avond – blijkt hij weer wakker te zijn geworden… Mijn vrouw en ik hebben tot 01:30 bij hem gezeten en zijn toen snel naar huis gereden voor een paar uurtjes rust. Om 07:00 belde wij met de verpleegafdeling om te vragen hoe hij nu was en zij vertelde ons dat meneer wel heel onrustig was geweest, maar tussendoor ook lekker lag te slapen – alsof hij dit nog niet genoeg had gedaan die dag….
Om 09:00 liepen wij weer het ziekenhuis in en gingen via de liften richting de gang waar mijn schoonvader in zijn kamer lag. Mijn vrouw liep achter mij aan en ik draaide me plotseling naar haar om en zei: “Moet je nu eens zien!!” Mijn schoonvader stond in de gang te praten met de verpleging!! Toen hij ons zag zei hij direct: “Hee wat leuk dat jullie er ook zijn!” Aangekomen bij mijn schoonvader stelde hij ons zowaar voor aan de verpleging: “Kijk, dit is mijn schoonzoon en dit is mijn dochter”………….
Wat wij al wisten, bleek te zijn uitgekomen – hij was weer terug op aarde en op het oog zonder mankementen. De eerste dagen was hij erg verward en liet zijn geheugen hem in de steek. We zagen wel dat hij de woorden kende die hij wilde uitspreken, maar de link kon hij nog niet leggen.
Uit bloedonderzoek bleek inmiddels wel dat zijn nieren er bijna mee waren opgehouden. Ook hier zag ik een volledig herstel. Zijn hartkamer bleek nog voor maar 15% te werken (normaal is dit 60%- de andere hartkamer is de overige 40%) maar ook hierover zei ik tegen mijn vrouw: “Zijn hart komt terug tot 45-50%”. Dit herstel van zijn hart naar 50% bleek binnen een week te geschieden…..de artsen waren perplex. Ook zijn nieren waren binnen een week weer aan het herstellen en zijn momenteel weer volledig in werking.
Uit de catheterisatie bleek dat mijn schoonvader drie vernauwingen had in de kransslagaders – hieraan is hij afgelopen woensdag geholpen en binnen 2,5 uur na de operatie had hij al – met hulp van de verpleegster – zijn vrouw aan de telefoon, hij was al bezig met plannen voor de zomervakantie….
Ik wilde dit verhaal heel graag met jullie delen, vooralsnog dus nog wel anoniem om toeloop te voorkomen richting mijn schoonouders. Ze moeten beiden nog een hoop gaan verwerken. Zelf heb ik ook Pim van Lommel meerdere keren gemaild en hij heeft in uitgebreide emails terug, gesproken van een uniek en extreem geval. Procentueel bekeken komt er maar hooguit 1 persoon op ruim 500.000 miljoen mensen uit een situatie waarin mijn schoonvader heeft gezeten en dan volledig hersteld zonder weken, maanden en jarenlange therapie en verzorging. Vandaar ook de analogie met het verhaal van Lazarus – de wederopstanding.
Ik ben zelf schrijver en zal met mijn vrouw te zijner tijd een boekje uitgeven waarin het complete verhaal nogmaals verteld zal worden. Jullie zullen begrijpen dat, ondanks dat dit al een lang stuk is – het verhaal nog veel meer wendingen kent en dat vele gesprekken en voorvallen niet konden worden opgenomen. Hiervoor jullie begrip.
Het verhaal spreekt over hoop en hoop doet leven, maar het verhaal spreekt ook over vertrouwen hebben in je innerlijke stem, een stem die haarfijn verteld hoe situaties werkelijk zijn. In het ziekenhuis heb ik nog een bijeenkomst gehad met het voltallige team van artsen, verpleging, communicatiemensen en managers van afdelingen. De beste mensen hebben er alles aan gedaan om mijn schoonvader te helpen en weer wakker te laten worden. Ze waren al langer doorgegaan met de reanimatie dan wat ze normaal doen, omdat mijn schoonvader er sterk uitzag. Uiteindelijk konden ze niet langer verder gaan met reanimeren omdat dit gewoonweg niet meer verantwoord was. Uren na de reanimatie had mijn schoonvader nog steeds geen polsslag, was al koud en gelaatstrekken waren strak, alle kenmerken van een dode waren aanwezig.
Iedereen heeft tijdens de bijeenkomst ademloos zitten luisteren naar mijn/ons verhaal en de Chef de Clinic wierp zijn handen in de hoogte en zei: “Hoe is dit mogelijk! – het is een wonder, het is een wonder!”.
Ik wil jullie allemaal een mooi, liefdevol en magisch 2013 toewensen.
Wonderen bestaan en zijn wellicht dichterbij dan we denken en kunnen zien……
In liefde en licht.