“Hoe ik na een Visioen van Mongoolse paarden
verandering in de wereld breng..!”
* SPEELPAARD *
2024 © Hesther Selbeck | deze versie WantToKnow.nl/be
x
Alles valt staat en met moed. Nadat ik mijn carrière in de Jeugdbescherming vaarwel zeg, omdat bureaucratie en controle mij de oren uitkomen, ontwikkel ik mijzelf tot systeemtherapeut. Ik ben getuige van geweld in gezinnen en hokjes denken. De snelheid die ervan mij gevraagd wordt kan ik niet bijbenen. Verbijsterd ben ik over de macht van zorgverzekeraars, die mijn functie niet langer vergoeden. Herken je dat? Dat het ‘gewoon’ niet zuiver voelt? Wanneer mijn directeur mij vraagt of ze mij moet ontslaan of een zwangere collega, is de keuze snel gemaakt. Het ‘Visioen van de Mongoolse paarden’ lonkt…
Het leven in de stad blijft me verbazen. Hoe kan ik mijzelf voelen, vraag ik mijzelf voortdurend af. Hoe moet ik leven? En vooral; wat wil ik nu eigenlijk? Therapie geven in een betonnen gebouw past me niet (meer). Maar wat dan wel? Ik reis af naar Mongolië. Eindelijk heb ik dan eens een goed gesprek, met een gelijkgestemde; mijn psychotherapeut kon niet tot mij doordringen; een Mongools paard wel. Samen met de dieren trek ik de steppes over. Uitgestrekt en rijk voel ik me; daar is de Vrijheid. Het zijn de Mongoolse paarden die me vervolgens inspireren en creatiekracht aanreiken, om verandering te brengen; dat ging als volgt:
Het Mongoolse paard over Hesther*
Wie is deze vrouw die ik op mijn rug draag? Wat wil ze van me en hoe kan het dat ze zo ver weg is van haar familie? Ze verkrampt van angst als ze op mijn rug klimt. Ze is zwaar en dan weer licht. Wil versnellen en hard rijden. Tast mijn grenzen af. Wil versmelten en contact maken met mijn kracht. Ik heb haar geroepen, haar benaderd in haar keuken in Delft. Ik ben haar totemdier, haar helper en haar gids. Haar verlorenheid raakte me. We zijn verbonden als een energetische telefoonlijn.
Deze hoge ziel, deze oude vrouw in het lichaam van een jonge vrouw, verdient het om schoon te worden en te kiezen voor het rijk van de dieren, het lichte universum dat wij vertegenwoordigen. Onze magie is de kracht van de natuur. Eeuwenlang zijn we de metgezellen van de indianen, van de wijze sjamanen tijdens de jacht of speciale ceremonies. Ter gelegenheid van vieringen of rituele overgangen. Nu ik Hesther draag voel ik haar verdriet, haar onrust, haar onvrede over haar leven. De energie, het veld in haar aura is moe en op.
Om haar heen hangen emoties van mensen die ze heeft geholpen, die ze begeleid heeft op hun pad. Ze voelde zich als een moeder voor hen, verantwoordelijk als voor een kind. Enthousiast laat ze haar benen naar voren en naar achteren bewegen, alsof ze me indirect wil voortstuwen als de wind. Ze voelt eenzaam, alleen en zoekend. Maar het tij is door onze ontmoeting aan het keren. In de keuken, tijdens het verdelen van de keukenspullen tussen haar en Gosse hebben onze wegen elkaar gekruist. Verweven als door een ondoorgrondelijke overeenkomst van het oneindige universum.
-
-
- Hoe heeft ze ons bestaan kunnen opmerken?
- Hoe heeft ze zich open kunnen stellen voor ons collectieve bewustzijn?
-
Nu ze naar ons is toegekomen is haar overgangsperiode begonnen. Haar spirituele tijd is aangebroken, haar rite is gestart. Ze is een vrouw van de natuurvolkeren, een ziel die op het punt stond te sterven. Moeten we niet eerst doodgaan om opnieuw geboren te worden? In het galop, in onze snelle stap, rennend over de vlakte, met haar haren in de wind, zonder cap, zoekt ze naar vrijheid. En in die beweging, onze samenwerking, de cadans die we veroorzaken, wordt Hesther opnieuw geboren.
Ik help haar haar gevoelens van angst te doorgronden, haar verdriet te doorleven, haar lijf te voelen en op de aarde neer te zetten. Uit de greep van haar cognities maakt ze de overgang naar haar gevoel. Door ons ritme is ze één met haar lijf en ziel. Ze kriebelt mijn hals en streelt mijn wilde vacht. Haar ontembaarheid raakt me. Ze heeft de ziel van een Mongools paard, in het lichaam van een jonge Nederlandse vrouw. De barrière van aardse realiteit verlaat ze in een overgang naar het licht, naar een energetische eenheid waarin alles samenkomt.
Ik help haar als gids en samen met mijn kudde leid ik haar. Of leidt ze zichzelf? Naar een meerdimensionale werkelijkheid: waar haar voelen oplost en haar lijf ophoudt te bestaan. Zo gaan we op in een andere realiteit waarin tijd en ruimte één worden. We betreden een dimensie waar Hesther niet bij kon komen door stroperige lagen verdriet en angst. Ze gaat van onbewust naar weten. Van dromen naar werkelijkheid. In een nieuwe realiteit verwelkomt ze de grond. Haar ziel neemt een grote stap. Haar voeten raken de aarde, energetische wortels slaan uit en vinden een weg in de bodem van de planeet.
Zonder dat ze de erkenning nodig heeft van een ander is ze in staat deze gevoelens te ervaren. Ze omarmt ze en ik help haar daarbij. Hesther erkent hun bestaan, hun existentie en het is tijd om in te zien wie ze in werkelijkheid is en welke vermogens ze vaardig is. Ze gaat zich ontwikkelen, en haar geestelijke staat van zijn breidt zich uit. Onder het toeziend oog van moeder: de Mongoolse zon, en vader de wind.
(*Uit “Het Mongoolse Paard, Het Meisje en de Therapeut”, Uitgeverij Elmar (2021))
De kracht van creatie
Terug uit Mongolië ben ik een Hesther 2.0. Ik besef me dat al wat ik denk en voel van invloed is op mijn omgeving. Daar ligt mijn creatie kracht. Paardentherapie dat gaat het worden, in de natuur therapie geven. In 2016 debuteer ik bij TEDx Haarlem met mijn idee. Collega’s kunnen mij moeilijk volgen. Na een interim klus in de Kinder- en Jeugdpsychiatrie waar ik een meisje buiten het gebouw haar moeder zie schoppen, is het nu of nooit. Niet langer voel ik mij thuis in de psychiatrie als gevangenis met therapeuten als bewaarders. Tot in mijn tenen voel ik de overtuiging om voor mijn project te gaan, dat inmiddels de serieuze naam, ‘Contextuele Paardentherapie’ draagt. Kort erna belt de moeder mij van het meisje. Of ik hen kan helpen..?!
De wet van aantrekking, van visualisatie en creatie.
Neem dit in je op lieve lezer, zo simpel is het. De tenen hè. De gemeente vergoedt, nadat ik praat als ‘brugman’. Even wankel ik bij de vraag wat te doen als het meisje zich suïcideerd? Daar is de krijger weer uit Mongolië: vertrouwen, een containerbegrip en fundament voor vernieuwing. De CPT blijkt een succes; de cliënte leert en groeit, haar ouders idem dito. Meerdere jongeren en ouders, volgen uit heel Nederland.>!
In 2016 verschijnt mijn eerste publicatie over Contextuele Paardentherapie. Vijf jaar later is daar mijn debuut ‘Het Mongoolse Paard, Het Meisje en de Therapeut’, over hoe ik, ondanks de ambtelijke strijd, haat en nijd van collegae de CPT op de kaart zet. Een hoofdredacteur van een wetenschappelijk tijdschrift tracht me tegen te werken, echter opgeven is geen optie. Ik zet door. Het is mijn levenswerk, mijn missie. In samenwerking met een Kinder- en Jeugdpsychiater laat ik wetenschappelijk onderzoek doen. Ik blijf publiceren. Zeven jaar lang geef ik vervolgens paardentherapie en trainingen op een ranch in Catalonië. Ik begeleid collega’s en leidt op. Meedogenloos kom ik mezelf tegen.
En dan? Plotseling is het niet meer genoeg…
Ondanks dat ik word toegelaten bij de RINO, een regulier opleidingsinstituut, zonder afgeronde Universitaire studie. Enkel op ervaring en kennis mag ik training geven over ‘de Meerwaarde van dier, omgeving en natuur in therapie’ en de CPT. Het is een brug van creatie, na twee jaar investeren. Het is een brug van verandering lief mens, omdat hier de reguliere en spirituele dimensies elkaar kruisen. En naast elkaar kunnen bestaan. Dat is verandering! De dualiteiten in mij willen opgelost worden: wonen in Nederland en werken op een ranch in Catalonië, blijken niet meer verenigbaar. Hoe van donker naar meer licht te gaan?
Over dit vraagstuk en deze nieuwe avonturen gaat mijn onlangs verschenen boek: ‘SPEELPAARD’ (Uitgeverij Obelisk). Hoe creëer je een nieuw bestaan zonder dat je weet waar je terecht komt? Als je niet concreet hebt wat je te wachten staat? En toch de moed hebt om succesvolle projecten achter je te laten. Ongenadig eerlijk en vol humor vertel ik over mijn levensavonturen: intieme en zakelijke relaties, en het geven van lezingen op grote spirituele podia, zoals op Hodenpijl en bij Stichting Inzicht. Ook een paardenretraite in Portugal komt voorbij, waarin ik een team aanstuur dat zijn eigen plan trekt met alle gevolgen van dien.
Wanneer ik besluit te emigreren naar Portugal betreedt ik een overgang naar een andere dimensie, vol mogelijkheden, licht en het waarmaken van mijn idealen. Ik vind mijn paardenkudde in een van de oudste spirituele communes van Zuid Portugal. Of vond het wilde Sorraiapaard mij? ‘Hesther wordt een Speelpaard. Of was ze dit altijd al…?’ Tegenwoordig woon en werk ik met mijn kudde in de Serra da Estrela in Portugal. Het is mijn missie om bewustzijn en kennis te stimuleren over de betekenis, die de interactie met paarden kunnen hebben, voor de mens.
* * *
Wil je ook verandering brengen in onze maatschappij? En is er iets in jou dat je tegenhoudt, en of angstig of onzeker maakt?
Zoek je inspiratie, verdieping of wil je leren om met paarden te werken in therapie of coaching?
Stuur dan een e-mail naar info@hestherselbeck.com of kijk op www.hestherselbeck.com
Data voor de 5 daagse trainingen in de Contextuele Paardentherapie (CPT) methodiek,
voor therapeuten en coaches, in 2024 in Portugal zijn:
15 tot en met 19 april
29 tot en met 3 mei (Engels)
3 tot en met 7 juni
2 tot en met 6 september
Zie ook de website voor meer informatie: hestherselbeck.nl/trainingen/
En weet: ons hart kent ongekende mogelijkheden.
Als ik het ‘kan’ lukt het jou ook.
Hesther Selbeck,
Serra da Estrela, januari 2024
LEESFRAGMENT
uit het boek
–SPEELPAARD–
De binnenplaats van mijn appartement in de Zuidschermerse polder, ja je leest het goed Zuidschermer of all places, een dorpje onder de rook van Alkmaar, is volledig overwoekerd. In 2013 streek ik er neer met mijn koffers, oftewel mijn duffel – merk Mammut – uit de Bijenkorf in Mongolië en oranje North Face-tas uit Nepal. Nagemaakt door de bergbewoners met commerciële insteek. Gevuld met kleding en een aantal boeken. Vriendinnen Judith en Helen waren fietsend uit Den Haag overgekomen. Zwetend en lachend zichzelf vereeuwigend bij het plaatsnaambord aan de Zuidervaart.
Terug naar mijn tuin. Horizontaal reiken de struiken naar de hemel. Achter de omheining, bestaande uit puntvormige balken bijeengehouden door een kundig gevlochten draad, huizen ezel Pino en pony Teun. Samen hebben ze een halve hectare tot hun beschikking. Een heuvelachtig landschap omheind door struiken, bomen en een slootje. Net te breed om erover heen te springen en te smal om in te zwemmen.
Ondeugend en koppig, genieten mijn vierhoevige vrienden van de bramenstruiken en tomatenbladeren die enthousiast vanuit mijn moestuin door het hek hun weg vinden. Aangesterkt door de Noord-Hollandse zon, steekt Pino zijn lippen met precisie tussen de spijlen, genietend van de voeding, zich gelukkig prijzend met deze idealistische omgeving. Gesterkt door zijn relatie met Teun. Karakteristiek nog nukkiger dan zijn vriend.
Dit is mijn huis. Ik sta in de deuropening naar de tuin. Door mijn wollen sokken heen voel ik de kou van de plavuizen. Terwijl ik mijn bovenlichaam naar rechts beweeg, veer ik met mijn schouders terug. De wand van de deur aan de linkerkant voelt koud aan. Licht schijnt door het raam. Even laat ik mijn hand op het hout rusten. Het kan niet open. Een teleurstelling voor mijn gemoed: vastzitten strookt niet met de psychologie van mijn geest, die vrijheid en mogelijkheden hoog in het vaandel heeft staan. Dit beseffend kijk ik geïrriteerd uit over het groen dat zich voor mijn ogen ontvouwt. Ik voel intimidatie door de hoeveelheid en ontzag voor de schoonheid.
De tuin is gebouwd in een L-vorm, met uitzicht op het Oosten. De vlonder die dienst doet als brug tussen de tegels en de deuropening ligt ruim een halve meter onder mij. Wanneer ik besluit eraf te stappen, eerder af te dalen, bedenk ik mij dat het waarschijnlijk glad is door de regen. Hierdoor zijdelings begroeid met mos, waardoor ik mijzelf genoodzaakt voel met hoedanigheid mijn rechtervoet neer te strijken. Naast mij staan mijn klompen. Behoedzaam pak ik ze op, leun voorover en leg ze in het dal onder mij.
Van een afstand beschouwend kijken de klompen me aan. Ze lijken te zeggen: ‘Waar bleef je nou Hesther?’. Mijn hiel is als eerste weggestopt in de houten schoen. Even voel ik het harde leer, de wreef van mijn voet laat ik een bolvormige houding aannemen. Het is mijn manier om contact te maken met de stof die mij omringt. De materie van de levenloosheid. En niet minder belangrijk: de betekenis die de liefdevolle gever ervan, mijn vader, heeft voor zijn boerendochter. Waardoor het kledij bol staat van gewicht.
Nu ook mijn linkervoet omsloten is met het schoeisel, valt mijn oog op de tegels in de bloementuin. Ze bestrijken het volledige oppervlak, echter hebben de boerderij-stenen hun laatste tijd gehad. Als dronkenmansoren laveren ze zich tussen elkanders instabiele ligging. Volstrekt willekeurig ontbreken hoeken, sommigen scherp, anderen puntig en stomp. Te midden van deze kolossen patrouilleren mieren. Een bedrijvig aangezicht. Met name de afgeknotte klinker is hun favoriet. Distels, paardenbloemen en brandnetels trachten zich een weg te vinden naar mijn gevoel. Ingezogen door hun zielenkracht bevind ik mij in de ruimte tussen de wereld van het bemoste pallet en de planten.
Een mentale bewegingsvrijheid geïnspireerd door een omringende substantie die ik enkel zintuigelijk kan waarnemen. Overgave, vertrouwen en geduld, loslaten en aanvaarding, één word ik met de vorm van de bladeren. Niet langer ben ik een mens met een lichaam, ik ben de planten en de lucht. En ik ben Hesther. De geur van bloemen bereikt mijn neus. Verwaarlozing van het gebladerte is mijn tweede natuur geworden, ongeacht mijn liefde. Dan verval ik, is het weg, sijpelt de tegenstrijdigheid in mijn binnenste. Angst en onrust. Delen die onafhankelijk van elkaar opereren en behoefte hebben aan integratie. De eenheid van zojuist.
Dan plotseling ga ik over tot actie. Terug in mijn lichaam wil ik. Mijn hersenen besturen mijn ledematen, drang voel ik. Bewegen wil ik. Dit kan zo niet langer. Zonder systeem of plan ontwortel ik de begroeiing. In lijn met mijn emoties. Onvrede is het uitgangspunt. Op mijn klompen in pyjama, zonder bh aan onkruid trekken. Zweet wil ik ruiken. Transpiratie wil ik voelen. Langs mijn slapen en net onder mijn borsten, in die holte, de overgang van buik naar ronding, waar de afvalstoffen zich een weg kunnen banen. Loslaten en reinigen.
De brandnetels moeten het als eerst ontgelden. Intensiteit met beleid is de kunst. Niet teveel druk geven. Stengels van anderhalve meter worden ontworteld via mijn handen. Door de knieën, opstaan en weggooien. Ik voel een patroon. Een sequentie. Schrammen ontstaan, ondanks mijn handschoenen. Behoedzaam trek ik een distel uit mijn vinger. Opgeslokt word ik. Verdwijnen wil ik. Weer één worden met de planten en de struiken. De scheppingskracht, mijn lichaam. De creatie van de goden of mijn ouders?
De zondagochtenden zijn het meest geschikt voor de ceremonie. Samen te zijn met enkel mijn wezen, afgezonderd van de buitenwereld. Helaas is het te weinig investering om de buitenplaats onder controle te houden. Het is niet te doen; ook niet na zeven jaar; nog steeds niet na zeven jaar. Ik vraag mij af: “Hoe kan dit?”. Is het de omhulling van de gewassen – de geborgenheid – die de natuur mij met deze inspanning biedt?