Advertentie

Hitteporno over Zuid-Europa…?!


*
*
Hitteporno over Zuid-Europa

x

Columnist Alain Grootaers

“Als je de weerkaarten in de Vlaamse kranten moet geloven leest u op dit moment een stukje dat door een gesmolten man (hij/hem) is geschreven. Het Nieuwsblad – nooit verlegen om een beetje doem en in nieuwsarme tijden over zijn lezers uit te storten – sprak van extreme temperaturen in Zuid-Europa en dat je er dus maar beter weg kon blijven. Alles uiteraard geïllustreerd met een vuurrode kaart van Europa.

Twintig jaar geleden zou de kaart geel zijn geweest en had de tekenaar van dienst er een lachend zonnetje bij getekend. Geen zee is me te diep en geen berg te hoog, beste lezer, om voor u te achterhalen wat de realiteit is en of de doemvoorspellingen (tot 48 graden!) zijn uitgekomen. Met gevaar voor eigen leven en vooral voor mijn perziken huid heb ik me dus buiten gewaagd, hier in Andalusië, inmiddels al meer dan 16 jaar mijn thuis.

Ik moet zij die me niet liefhebben teleurstellen: hoewel het inderdaad behoorlijk warm is, valt het allemaal reuze mee voor deze tijd van het jaar en werd ik door de zon niet meteen in een smeulend hoopje assen veranderd: de thermometer gaf in Málaga 33 graden aan en de toeristen genoten van een geroosterd visje, een fris biertje en een glas witte wijn in één van de talloze chiringuito’s (strandtentjes).

En uiteraard van de verfrissende zeebries, die zomer en winter de temperatuur mildert. Ik heb al voor hetere vuren gestaan dan deze 33 graden. In het binnenland was het inderdaad warmer, maar ook dat is niet ongewoon: de streek tussen Córdoba en Sevilla wordt de sartén, de braadpan van Andalusië genoemd. Vooral in de steden, zoals Sevilla, werd vandaag -20 juli- 34 graden gemeten. In Ecija en Cordoba kan de hitte ondraaglijk blijven hangen, door gebrek aan groen en door het asfalt en beton en de marmeren betegeling van de straten die de warmte terug stralen.

Het is dus warm, maar niet extreem.
En dus zoeken vele jongeren, die zich op hun kamer geen airco kunnen veroorloven, hun soelaas in de openbare fonteinen van de stad. Waarna de kranten met die beelden hun onheilsprofetiëen kunnen staven. Het is dus warm, maar niet extreem. De bejaarden die ik erover aansprak vertelden me over hun jeugd, 70 jaar geleden, toen ze in de zomer met de familie de stad ontvluchtten om de bergen in te trekken en daar te kamperen. Dat de warmte al decennia onderdeel uitmaakt van het dagelijkse leven is ook tot in de taal doorgedrongen.

Hier spreekt men over de warmte zoals wij over de regen. ‘Ze zeggen dat er morgen nog veel warmte gaat vallen’, vertelde de buurvrouw me vanmorgen. Wie ooit in Málaga komt, raad ik aan om zeker ook het Thyssen-museum te bezoeken, met in de permanente collectie veel Spaanse schilders uit de 16de en 17de eeuw die toen al prachtig de zinderende hitte tijdens de Feria’s weergaven, waar vrouwen zich koelte toewuiven met hun habanicos (waaiers). Overigens was die 16de eeuw in Europa een prachtig voorbeeld van hoe klimaat ook kon veranderen zonder extra CO2-uitstoot.

Heksen
We kenden toen het hoogtepunt van de kleine ijstijd, ook weer prachtig geïllustreerd door bijvoorbeeld Pieter Bruegel de Oude en de Nederlander Hendrick Avercamp met hun winterse landschappen van kermissen op dichtgevroren rivieren. Toen werd de schuld van de klimaatverandering ook al gelegd bij de mens, schrijft de Britse historicus en antropoloog Brian Fagan in zijn boek ‘The Great Warming’ waarin hij klimaatverandering in een historisch perspectief kadert.

In de 17de eeuw legden ze de schuld van de verkoeling van de aarde bij de heksen en ze besloten om die dan maar het vuur aan de schenen te leggen. Niet toevallig was die eeuw het hoogtepunt van heksenverbranding in Europa. Wat dat betreft hebben CO2 en heksen veel gemeen: ze zijn beiden een onzichtbaar gevaar dat alleen door een bewijs uit het ongerijmde kan verklaard worden.

Alain Grootaers

Afbeelding

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.