De Schepping volgens de Scandinavische Edda
Toen deze wereld begon…..?!
2025 © Peter den Haring | deze versie WantToKnow.nl/be
*
Lang, heel lang geleden was er een Zweedse helderziende jongeman met altijd koude voeten maar een helder hoofd. Visioenen had hij ook. Zijn medemensen hadden niet veel op met zijn praatjes want meestal hadden ze erge honger en wel wat anders aan hun hoofd. Toch was er een zonnige middag waarop ze een hele eland hadden opgegeten met z’n tienen en dan wil je wel even uitbuiken. Onze jonge vriend vond prachtig, want hij had ineens een prima moment om wat te vertellen van zijn diepe gevoelens, waarnemingen en religieuze overtuigingen. Dat ging zo’n beetje zo:
Stel je voor, alles om je heen is leeg, stil en donker. Je loopt en je loopt maar je voeten maken geen geluid, want je loopt op niks. Geen aarde, geen water voel je, geen lucht proef je. Wind is er niet, alles is geruisloos en duister. En dan, plotseling, voel je dat je toch een grens overgaat. Er gaapt een afgrond in het Niets. Voor je zie je in een verre verte ineens licht, sterker nog, je voelt dat er vuur is daar, heel veel vuur. Alleen maar vuur; een land van Vuur.
Geschrokken kijk je om, naar waar je vandaan kwam; ook daar is iets veranderd. Er hangt nu een donkere, ijskoude, bevroren mist achter je. Dat is het Nevelrijk, Nilfheim, zoals andere mensen die plek ooit zullen gaan noemen. Dan, dan ontstaan in dat Nevelrijk enorme gletsjers van ijs. Ze glijden vanuit het Noorden in de richting van de afgrond. Zuidelijk, in het Vuurrijk Muspelheim, spuiten lavavlammen omhoog. Zie je dat?
De Vuurreus Surt gooit zijn gloeiende hittebommen naar de ijswal aan de andere kant van de afgrond. Overal smelten er stukken ijs en er druppelt steeds meer water in de afgrond. O wonder, wat gebeurt daar? In het water, als een deel van het water, ontstaat ook iets. Er beweegt een levend wezen, het eerste op deze wonderlijke wereld. Het wordt groter en groter, het wordt een reus. Dat is Ymir.

Hij gaapt en uit zijn oksels en liezen springen kleine reusjes de wereld in: zijn kinderen. Nog meer leven borrelt uit het water op, een kolossale koe met grote uiers. Audumbla noemt de reus Ymir haar. De koe likt aan het ijs van Nilfheim en onder haar warme tong smelt er een stuk, waar een mens in blijkt te zitten. Zo komt de eerste man op de aarde. Buri heet hij. Hij is de eerste God, die alles kan.
De reus en de mens krijgen zonen en dochters. Een zoon van Buri, Bor, trouwt met een dochter van Ymir, Bestla. Hun kinderen worden Odin, Wile en We genoemd. Zij gaan een grote godenfamilie vormen. Aesir noemen ze zichzelf, soms Asen. Makkelijke lui zijn het niet, al kunnen ze soms prachtig zingen. Ze scheppen leut in het ongeluk van anderen, ze bedriegen en bespotten elkaar. Ze maken ruzie met de oude reus Ymir en Odin doodt hem met een speer.
Het dode lichaam van de reus gebruiken ze wel nuttig. O ja, ze maken er een hele wereld van met bergen, zeeën, planten en een kanjerkasteel, dat ze Asgård noemen. Onder het kasteel begraven de Asen hun doden. Zo ontstaan er drie rijken. Het ondergrondse dodenrijk, het land van de goden in het midden en het hemelrijk boven.
Al deze rijken worden bijeengehouden door de magische boom Yggdrasil.. Maar kijk goed: tussen de boomwortels leeft de onaangename draak Nijdtand (Niddhögg). Altijd oppassen voor hem. Gelukkig, aan de voet van de boom leven bij een heilige bron de Godinnen van het Lot, de drie Nornen.
Op een dag krijgen drie van de Asen, Odin, Hoenir en Loki het idee om van twee boompjes mensen te maken. Ask, de es, wordt man en Embla, de olm, wordt zijn vrouw. En dan weet je al hoe het verder gaat: verliefd, zoenen, kinderen en kleinkinderen. Ouders, grootouders, overgrootouders, betovergrootvaders en betovergrootmoeders.
Na een miljoen jaar of zo voortplanten zijn jij en ik geboren. Ik hoop dat jij ook van zingen houdt. Want als we zingen, dan luisteren de goden naar ons. En dan grijnzen ze naar beneden, naar de mensen. Op zulke dagen wordt het mooi weer. Op andere dagen… wel, dat wordt er weer een gebocheld kindje geboren met een hazenlip. Niet leuk, wel waar. De wereld is paradijs maar voor anderen een tranendal.
Peter den Haring
Mooi!