Advertentie

‘Alice in Graancirkelland’…!


(klik voor link naar onze bookshop)

*

‘Alice in Graancirkelland’

2023 © Robert Boerman | deze versie WantToKnow.nl/be

x

Geheel onverwachts een boek over graancirkels. Ik had niet gedacht dat ik daar ooit nog een boek over zou schrijven. Was wel klaar met die graancirkels. Een bodemloze put waar de vragen steeds talrijker werden en de oplossingen bleven uit. Daarom ben ik me af gaan vragen of we wel met een fenomeen te maken hebben of dat graancirkels een ‘rabbithole’ zijn? Een konijnenhol waar je nooit meer uit komt. Net zoals Alice in Wonderland, alhoewel dat uiteindelijk een droom bleek te zijn…

Robert Boerman

In ‘Alice in graancirkelland’ gaan we in op een aantal zeer vreemde gebeurtenissen. Wat dacht je van: twee identieke graancirkels in dezelfde plaats, lichtbollen die op de foto staan maar verdwijnen. En een nieuwe cirkel die aan een formatie werd toegevoegd terwijl wij nog in de graancirkel aanwezig waren. Dat en meer doet mij vermoeden dat het een interessant is geworden. Dat gevoel had ik al, toen de aantekeningen klaar lagen voor het boek. Let’s go.

Oh ja, nog een ding: aangezien ik mijn boeken zelf uitgeef kan het ben dat er af en toe een taalfoutje in staat. Mocht dat echt storend zijn, laat het mij dan even weten via info@robertboerman. Besef dat het helemaal goed is, want ik ben schrijver en geen Neerlandicus, vandaar. Daarnaast ben ik van mening dat je kennis moet delen. Vandaar als prioriteit dus dit boek. De reden dat ik mijn boeken zelf uitgeef is a) de mensen op de hoogte te stellen van mijn onderzoek en b) als je bij een grote uitgeverij komt, kijkt men eerst naar hoeveel een boek oplevert.

Daarna wordt er pas over feitelijk uitgeven en het fysieke produceren/drukken gesproken. Dan heb je een beetje het idee hoe dat in de ‘grote mensen wereld’ gaat… En last but not least: zoals altijd, ik herhaal het hier graag: geloof NIETS van wat ik zeg of schrijf. Geen letter, maar neem het aan en doe je EIGEN onderzoek. Altijd. En nu gaan we dan echt beginnen om een antwoord te vinden of graancirkels een heus fenomeen is of dat het een konijnenhol is waar je eigenlijk in verdwaalt… Ik wens je veel leesplezier toe!

Robert Boerman,

Hengelo Gld, 2023.

*

 Alice in graancirkelland
Auteur:
Robert Boerman
Uitgeverij:
Farmerman Publishing
Omvang:
130 pagina’s
Druk: fc – zw/w | paperback 148 x 210 mm
Prijs: € 22,50

 

Inhoud:

  • Voorwoord
  • Hoe het begon
  • Het Milk Hill Script
  • Ridderkerk, Zuid Holland, 03-08-2001
  • Zeddam, Gelderland, 18-07-2000
  • Ball of Light, Steenderen, 2000
  • Stadskanaal (2), Groningen, 01-08-2001
  • Stadskanaal (1), Groningen, 30-07-2002
  • Didam, Gelderland, 07-06-2002
  • Grasdorf, Duitsland, 1991
  • Genezende graancirkels?
  • Fenomeen of konijnenhol?
  • Hollywood: in your face!
  • Leven we in een simulatie?
  • Zoekt en gij zult vinden
  • De graancirkel Matrix
  • Nawoord
  • Fotoverantwoording

* * *

We bieden je exclusief het eerste hoofdstuk aan,
van dit nieuwe boek van Robert.
En ja, zo begint het..

* * *

Hoe het begon..

Achteraf bezien begon mijn zoektocht al eind juli 1996. Ik zag in het plaatselijke sufferdje een klein artikeltje met foto staan. Wat er precies boven het artikel stond weet ik niet meer maar het betrof een graancirkel die bij ons in de buurt nabij het Gelderse Zutphen, was ontdekt. Ik stond wel even te kijken. ‘Een graancirkel? Wat is dat eigenlijk’, dacht ik nog. Voordat ik het artikel onder ogen kreeg had ik werkelijk nog nooit van het woord ‘graancirkel’ gehoord, laat staan dat ik überhaupt wist wat een graancirkel was. Voor mij was dit iets nieuws.

De volgende dag moest ik naar Zutphen. De weg loopt langs het veld waar de betreffende cirkel was ontdekt. Vanuit de auto had ik goed zicht op het iets lager gelegen veld maar al wat ik zag was een kaal veld. Het graan was al geoogst met als resultaat een veld met stoppels. Niks te zien dus. Ik reed door naar mijn bestemming en was het hele voorval al spoedig vergeten.

Februari 1997. Een goede vriend kwam met de mededeling dat er in Apeldoorn bij een kennis van hem iemand in de huiskamer een dialezing over graancirkels kwam houden. Alweer graancirkels. Wat zijn dat toch? Het was nu al de tweede keer binnen een half jaar dat ik met graancirkels geconfronteerd werd.

Een van de meest indrukwekkende graancirkels ooit verschenen; van cirkel naar spiraal, het is een kleine stap; van eindigheid naar oneindigheid evenzo. (Graancirkel Milkhill 2002, Alton Barnes)

Ik begon nu toch wel nieuwsgierig te worden. Onder het motto ‘je steekt er altijd wel iets van op’, ben ik naar die lezing in Apeldoorn gegaan, niet wetende dat dit een voorbode van een geheel ander leven zou zijn… Het was een leerzame avond en er werden veel dia’s vertoond van graancirkels. Aan het eind van de avond raakte ik nog met de spreker in gesprek.

Zonder dat ik ook maar wist waar ik het over had vertelde ik hem dat ik dacht die rare graancirkels een soort van gecodeerde boodschappen bevatten. Vraag mij niet hoe ik op dat idee kwam. Het kwam gewoon in mij op. Zomaar ineens. Graancirkels bevatten verborgen boodschappen die we wel zien maar we zijn nog niet ver genoeg om die boodschappen te begrijpen. Ik had het gevoel dat de oplossing van het fenomeen op het puntje van onze tong lag, maar dat we er net niet bij konden komen.

Net zoals je de naam van de persoon wilt herinneren die je gisteren nog gesproken hebt, maar je komt er niet op. De naam ligt op het puntje van je tong, maar uitspreken…. vergeet het maar. Dat gevoel had ik die bewuste avond heel sterk. Graancirkels bevatten boodschappen die gedecodeerd kunnen worden. Nadat de lezing was geëindigd, spraken we nog wat met elkaar en even later gingen wij huiswaarts. De spreker vroeg mij nog of ik hem wilde bellen als er bij ons in de buurt een graancirkel ontdekt werd. vertelde ik hem nog, maar op het moment dat ik de deur uitliep, draaide ik mij om, keek hem overtuigd aan en zei: ‘Ik weet zeker dat ik jou dit jaar bel…’, waarop ik mij omdraaide om naar huis te gaan. Dat was dus februari 1997.

Augustus 1997. Eind juli, begin augustus 1997 was ik samen met mijn vrouw en zoon naar de Belgische Ardennen geweest voor een korte vakantie. Effe lekker weg; op dinsdagmiddag 5 augustus zat ik met mijn vrouw aan de keukentafel en hoe het ter sprake kwam weet ik niet meer, maar opeens kwam ik op het idee om te gaan vliegen. Gewoon even lekker met zo’n klein vliegtuigje de lucht in, om je vrouw en zoon ook het genot van vliegen te laten ervaren. Zelf had ik al enkele vluchten gemaakt. Ik was enige jaren daarvoor al naar goede vrienden in de USA geweest en had daardoor al diverse ‘vlieguren’ op mijn naam staan. Niet dat het vliegen in een grote Boeing 747 écht veel voorstelt, maar dat een dergelijk groot en log apparaat met veel gebrul en lawaai vliegen kan, is een ervaring die je bij blijft.

Dat vliegen beviel mij wel. Niet dat er veel aan de reis zelf is – het lijkt net alsof je in een grote bus zit – maar het opstijgen en landen was een ervaring op zich.
‘Wat kost dat wel niet, een half uurtje vliegen?’, vroeg mijn vrouw nog aan mij, toen ik haar voorstelde om een vlucht boven onze woonplaats te boeken. Haar woorden waren tegen dovemansoren gesproken. Ik had de telefoon al in mijn handen, want nu had ik nog wat vakantiegeld in de zak en uit ervaring weet ik dat als we nog wat langer zouden praten, het geld met de knollen de pot in zou gaan. Dus vliegveld Teuge maar eens gebeld.

De afspraak om te gaan vliegen was binnen vijf minuten gemaakt. ‘We komen eraan’, vertelde ik de man aan de andere kant van de lijn en hing op. Na de gebruikelijke formaliteiten op vliegveld Teuge afgehandeld te hebben, werden wij voorgesteld aan de piloot. Een aardige vent. Mijn vrouw en zoon namen achterin het kleine toestel plaats terwijl ik met fotocamera naast de piloot in de Cessna ging zitten. Op het moment van instappen vroeg ik uit het niets aan de piloot nog of hij tijdens een van zijn vluchten wel eens graancirkels had gezien… De man keek mij verwonderd aan met een blik van ‘een van ons tweeën is gek maar ik ben het niet’… ‘Graancirkels? Nee, die had hij nog nooit gezien’.

Na de gebruikelijke handelingen die een piloot voor het opstijgen dient uit te voeren, taxieden wij naar de startbaan. De gashendel werd geheel uitgetrokken, de motor begon te brullen en daar vlogen wij over de startbaan heen de lucht in. Al spoedig zagen wij Deventer onder ons liggen. Wat is de wereld klein van boven af. Na enkele minuten kwam Zutphen in zicht. Nog even en we waren boven Brummen, onze woonplaats. We vlogen vanuit Noordelijke richting naar het Zuiden, pal over de weg tussen Zutphen en Brummen.

‘Kijk daar eens!’, riep de piloot mij opeens toe. Ik keek, keek nog eens en kon mijn ogen niet geloven. Daar, achter die grote eikenbomen lag een heuse graancirkel. En dat op nog geen kilometer van mijn huis. Dat kan niet. Dat is onmogelijk. In mijn beleving kun je niet zomaar als uit het niets een vliegtocht boven je woonplaats boeken, de piloot vragen of hij vanuit de lucht wel eens een graancirkel heeft gezien om vervolgens na tien minuten vliegen een graancirkel te ontdekken. Nee, dat kan niet. Dat stond voor mij wel vast…

‘Is het een echte?’, vroeg mijn vrouw nog ‘Dat weet ik niet, maar het ziet er wel prachtig uit’, wist ik verbouwereerd uit te brengen. De fotocamera klikte een paar maal en toen was het rolletje vol. Zul je altijd zien, heb je iets moois om te fotograferen, is het rolletje vol. Maar geen nood, want gelukkig had ik nog een rolletje bij me en volgens mij heb ik toen op dat moment het ‘wereldkampioenschap fotorolletjes verwisselen’ verbroken. Waar ik normaal gesproken zeker minuten mee
loop te hannesen, was nu in seconden gebeurd.

Na de landing zijn we weer gaan vliegen. Over de weg wel te verstaan. Ik had namelijk last van haast. Vreselijke haast. Ik wilde met mijn eigen ogen wel eens zien wat op korte afstand van mijn huis in een graanveld lag. ‘Ik heb ook altijd wat,’ dacht ik nog. Eenmaal in de graancirkel gearriveerd, bemerkte ik met de weinige kennis die ik van graancirkels had – ik had tenslotte alleen maar een lezing gevolgd en er wat informatie op nageslagen – dat alle graanstengels van het al rijpe graan bij de grond gebogen waren.

En dat is iets dat je niet zo maar even met een plankje doet. Dan breken alle stengels als luciferhoutjes. Dat wist ik wel zeker en om de proef op de som te nemen, boog ik met mijn handen enkele stengels tegen de grond. Ze braken allemaal. Buiten de gebogen stengels werd er ook nog eens een vreemd wit goedje gevonden. Het leek wel op opgedroogde siliconenkit.

Wat een raar spul. In zes van de zeven cirkels lag dat rare witte spul, zomaar voor het oprapen. Handenvol. Ik stopte wat van dat witte spul in een plastic zakje om het eventueel later eens een keer te laten onderzoeken. Eenmaal weer thuis belde ik de spreker van de lezing van februari op met de mededeling dat er bij ons in de buurt een graancirkel lag. Dezelfde dag kwam de man voor onderzoek en zijn conclusie was dat deze graancirkel geen mensenwerk was.

FRONTIER-oprichter en levensonderzoeker Herman Hegge

Hmm, als deze graancirkel geen mensenwerk is, iets dat ik door die gebogen stengels al vermoedde, hoe is deze cirkel dan ontstaan…? Dit was de vraag waar ik mijn onderzoek begon. Een onderzoek dat nog jaren zou duren voordat ik uiteindelijk met dit boek naar mijn idee de sleutel tot de oplossing van de graancirkels heb… In de jaren die volgde, heb ik allereerst alles wat maar met graancirkels te maken had, verzameld. Gelukkig waren er voor mij mensen geweest die het graancirkelonderzoek in kaart gebracht hebben. Mensen zoals Herman Hegge, Jaap van Etten, Bas Meijer, om er maar een paar te noemen.

Vanzelfsprekend waren er veel meer mensen bij het onderzoek betrokken, maar ik weet al die namen niet meer. Met de verzamelde gegevens – ik had dozen vol archief materiaal – heb ik eerst alles digitaal gemaakt en dat op de website van de DCCA geplaatst. Eindelijk was er nu een website waar alle in Nederland gemelde graancirkels verzameld waren. Werd tijd…

Vanaf eind jaren ’90 ben ik over het graancirkelfenomeen gaan schrijven. Nadat ik wat artikelen had geschreven zei een andere onderzoeker nog tegen mij dat ik nog wel een boek zou schrijven. Ha ha! Ik een boek schrijven? Nee hoor, geen haar op mijn hoofd. Dat lukt mij niet. Anno 2023 heb ik er inmiddels zeventien boeken op naam staan dus het schrijven gaat mij goed af… In ieder geval was ‘Graancirkels, Goden en hun Geheimen – de geschiedenis van de mensheid beschreven in het graan’ mijn eerste boek dat ik zelf in het Engels in 2000 heb gepubliceerd. Ik wilde naar Engeland om daar het fenomeen eens van dichtbij te aanschouwen.

Ik had al vele verhalen gehoord van mensen die er geweest waren en ik wilde er ook wel eens heen. Vandaar dat ik mijn boek in het Engels vertaald had. Een aantal dozen werd in de auto geladen en samen met een goede vriend en mijn neef en onderzoeksmaatje Jan-Willem zijn we eind juli 2000 met de auto naar Zuid Engeland vertrokken. We vertrokken met noodweer. Op de Belgische snelweg konden we vanwege de zware regelval niet harder dan dertig kilometer per uur rijden. Zoveel water plensde er naar beneden. Onvoorstelbaar. Het leek wel een wolkbreuk.

Ondanks deze regen hebben we de boot gehaald.
Het Kanaal over en daar lag Engeland. Was er nog nooit geweest en moest wennen aan het links rijden. Trouwens, wist je dat de Engelsen aan de juiste kant van de weg rijden? Moet je ze niet vertellen hoor! Dit komt nog uit de tijd van de ridders die elkaar vanaf het paard met een lans bestreden. De ridders hadden de lans in de rechterhand en moesten daarom dus aan de ‘linkerkant’ van het parcours rijden. En sinds die tijd rijden de Engelsen aan de juiste kant van de weg..!!

Maar goed. Eenmaal in Engeland van de boot gereden en een groot wegenboek gekocht. We wilden toch wel even weten wat waar lag want daar we hadden werkelijk geen idee van. De nacht werd doorgebracht in een keurige ‘Bed and Breakfast’ gelegenheid met een uitstekend ontbijt. Daar staan de Engelsen wel bekend om. Na het ontbijt de mensen van de B&B bedankt en verder gereden naar Alton Barnes alwaar we op de camping zouden verblijven. Achter de ‘Barge Inn’ was een campingterrein waar graancirkelonderzoekers uit vele landen bijeen kwamen.

Het was een gezellige boel. Plek geregeld en tent opzetten. Luchtbed opblazen, dat ging ook goed. Nog een beetje er bij en KNAL! Een scheur van zeker een halve meter zat in het tweepersoons luchtbed. Viel niet meer te repareren. Gelukkig had ik nog een hele dikke deken bij me die op het luchtbed op de grond lag zodat we nog een beetje fatsoenlijk konden liggen. Nu, 23 jaar later vraag ik me af waarom we de volgende dag niet een nieuw luchtbed hebben gekocht? Maar goed, we
sliepen dus op de grond. ’s Avonds een borreltje er in en snurken maar. We zijn uiteindelijk een week in Engeland geweest en ik moet zeggen, in die week hebben we nog nooit zoveel gelachen als toen. Onvoorstelbaar veel gelachen. In ieder geval was het een uitstekende week met prachtig weer.

Een foto uit een serie van drie, genomen in ‘The Barge Inn’ in Wiltshire.

De laatste dag toen we naar huis wilden, begon het keihard te regenen… En het heeft tot aan de kust van Engeland geregend. We hadden dus mooi geluk met het goede weer… Maar goed. De meest bekende graancirkelonderzoekers kampeerden achter de Barge Inn, het toenmalige stamcafé van de onderzoekers. Ed Sherwood, Andreas Muller, Bert Janssen, Mark Fussel en Stuart Dike van de Crop Circle Connector. Zij en vele anderen waren en er en ik dacht nog, wat een fijne club mensen. Maar uiteindelijk ging het om het zien en gezien worden, althans zo zag ik het.

Wie is de eerste die een graancirkel ontdekt en wie heeft daarvan de eerste tekening gemaakt? Dat soort zaken leken belangrijker te zijn voor de ‘croppies’ dan daadwerkelijk en gedegen onderzoek te doen. Vanzelfsprekend is er wel onderzoek gedaan door onder andere Lucy Pringle, maar daarover later meer. Ed Sherwood was het die mij vertelde over lichtbollen en op mijn vraag hoe die bollen te zien zei hij: ‘Ga gewoon relaxed in het gras liggen, denk nergens aan en zie wat er gebeurt’. Dus ik lekker op het gras liggen, was toch mooi weer en enkele minuten gingen voorbij.

Ik lag bijna in te dommelen toen ik opeens een lichtbol zag vliegen. Nou moe! Ed had gelijk. Ik volgde de lichtbol met mijn ogen totdat die uit het zicht verdwenen was. Daarna heb ik Ed van mijn ervaring verteld. Ook had Ed serieuze belangstelling voor het witte poeder dat ik uit de graancirkel van Brummen had meegenomen. Je weet maar nooit wie je daar tegen het lijf loopt en dat spul nader kan onderzoeken. Vanzelfsprekend hebben we in die week diverse graancirkels
bezocht. En ik moet eerlijk zeggen, wat viel dat tegen zeg. Ik was in de veronderstelling dat we in Engeland wel het ‘echte spul’ zouden zien, maar niets was minder waar..

In de graancirkel die ik in 1997 in Brummen ontdekt had, waren alle rijpe stengels gebogen. Probeer maar eens een luciferhoutje te buigen. Lukt je ook niet. Datzelfde gebeurd met rijp graan als je dat wilt buigen Dat knakt onmiddellijk waarmee we mensenwerk dus uit kunnen sluiten. De Engelse cirkels vielen dus erg tegen. Alle stengels waren geknakt, er was geen enkele stengel gebogen. Wel waren er diverse ‘bend and exploded nodes’ (gebogen op geëxplodeerde knopen) ontdekt maar dat was dan ook alles. Nee. Vreemd, dit had ik niet verwacht. Ik had verwacht dat hier in Engeland zo alle stengels wel gebogen waren. Niet dus. Een ervaring rijker en een illusie armer…

Overigens.. graancirkels worden niet alleen in graan ontdekt, maar ook in andere gewassen zoals bijvoorbeeld wortelen (Etten-Leur, 1997), aardappels (Sevenum, 1999) en maïs (Rossum, 1998 en Didam, 2002), gras (Hoeven, 1996), ijs te dun om op te lopen (Usselo, 1995), sneeuw (Hoeven, 1996). Dat je niet denkt dat die maffe cirkels alleen maar in graan voorkomen..

* * *

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.