Advertentie

’t Menselijk hart: veel meer dan ’n ‘fysieke pomp’…!!


*

’t Menselijk hart:
veel méér dan ’n ‘fysieke pomp’…!!

2023 © Lillian Richell | deze versie WantToKnow.nl/be

x

De eindeloze hartpoort (© Jhadten Jewall)

Het hart is geen pomp??? Maar op school hebben wij toch geleerd dat het hart een pomp is? En ook op de universiteit leerden we dat: het hart is een pomp..! Het is een van de vele grondbeginselen die we aannemen zonder vragen stellen. Sommigen doen dit echter wel en dan blijkt er veel niet te kloppen aan ons kloppend hart. In dit geval kunnen we ons ook niet verschuilen achter ‘voortschrijdend inzicht’. Het blijkt slechts een mechanisch verhaal dat mechanisch mank gaat. Dr. Tom Cowan is in staat om het in begrijpelijke woorden wereldkundig te maken.

Dit is op internet te vinden in de vorm van diverse video’s met de uitdagende titel ‘The Heart is not a Pump’ (HIER). Het trok mijn aandacht en ik dook er in en doe graag verslag van mijn ont-dekkingen..!

Het hart is misschien wel niet de pomp zoals wij die kennen. En ook het bloed stroomt mogelijk niet op de manier die wij denken te weten. Om te begrijpen hoe het dan wèl zit, moeten we door een verhaal fietsen over natuurkundige krachten en hoe ze met elkaar samenwerken. Het is een verhaal over drukkracht en stroomsnelheid, over waterkracht en werveling, maar ook over de ontmoeting van energievelden en waterspiralen.

Het vraagt dus wel wat bèta denkwerk, maar verderop geef ik een zeer kort-door-de-bocht versie van al die mechanica. En bovenal vertelt dit verhaal over het wonder hoe ons lichaam super efficiënt te werk gaat en buitengewoon ingenieus de mechanische uitdagingen oplost. Laat ik beginnen bij het begin: de kennis over het hart en de bloedsomloop die ons is geleerd.

De pomp-versie

De conventionele geneeskunde ziet ons hart als een pomp die ervoor zorgt dat het bloed door het hele lichaam stroomt. Het hart is een holle spier die krachtig en ook ritmisch samenknijpt. Hiermee houdt ‘t hart het bloed in beweging. Het bloed stroomt van het hart naar organen en weefsels via slagaders (arteriën). In de organen en weefsels verspreidt het bloed zich in een netwerk van haarvaten (capillairbed). Tenslotte stroomt het bloed weer terug naar het hart via aders (venen). Het bloed in de voeten moet echter weer omhoog zien te stromen en dat is een richting die tegen de zwaartekracht in gaat. Het lichaam lost dit probleem op met een trucje: een spierpomp in de benen.

Veneuze pomp

De meeste aderen hier liggen tussen de beenspieren (diepe aderstelsel). Als we onze benen gebruiken, zwellen de beenspieren op en drukken ze de diepe aderen dicht. Hierdoor stijgt de bloeddruk in de aderen en wordt de bloedvloeistof opgeduwd. Als het bloed naar beneden dreigt te zakken, klappen er kleppen dicht en houden ze een bloedkolom overeind tot het volgende stuwmoment. Met elke spier-aanspanning schuift het bloed een stukje naar boven.

We schrijven echter vele, vele activiteiten toe aan het hart die verwijzen naar tederheid, passie, compassie, verbondenheid tot diep in het spirituele en kosmische veld. Als we echter hier problemen mee krijgen wordt het hart behandeld als een mechanisch pomp. Er zijn een paar mensen die problemen in de mechanica van dit verhaal zagen en op zoek gingen naar een andere verklaring waarom het bloed door ons lichaam kan bewegen zoals het doet. En wat de rol van ons hart dan wèl is als de pomp-versie niet klopt.

Twee cruciale vraagtekens..
Het bloed in de organen en weefsels heeft een stroomsnelheid van 0 (nul). Hier bevindt het bloed zich in het capillairbed. Dit is te vergelijken met water in een moeras: het wiebelt een beetje heen en weer, meer niet. Dit moet ook niet, want je wilt hier een vrije uitwisseling van stoffen hebben. Dus dobbert de bloedvloeistof (plasma) hier alleen maar wat lichtelijk heen en weer. Hoe begint het bloed dan vanuit deze stilstand te stromen?

Als het bloed in de benen in schuifelende stapjes omhoog geduwd wordt, zoals de cardiologische experts ons vertellen, dan is dat een langzame en erg inefficiënte beweging waarmee we nauwelijks een trap op kunnen lopen, laat staan rennen. Bovendien kost dit veel energie. Uit metingen blijkt dat bovendien de stroomsnelheid bij het hart het grootst is, zowel aan de linkerkant als de rechterkant.

Het bloed dat maar moeizaam naar boven opschuift kan op de een of andere onverklaarbare manier nog een hogere snelheid krijgen ook. Met het pomp-denkmodel kan dit niet. Maar hoe komen we eigenlijk aan dit pomp-paradigma?

Een dodelijk denkmodel
Het pomp-paradigma zegt dat ons hart een mechanische pomp is die het voor elkaar krijgt om 5 liter bloed door het hele lichaam te laten stromen. De aanstichter is (wederom) René Descartes (1596-1650). Hij staat aan de basis van een manier van denken waarin alles voorgesteld wordt als een machinerie. Al het leven, inclusief de mens, kan in kaart worden gebracht en verklaard worden door wetmatigheden uit de natuurkunde (en later ook de scheikunde). Sinds zijn denkmodel tot de gevestigde orde werd uitverkoren is ons bewustzijn een paar eeuwen lang ingezaaid met een technologisch beeld van het leven.

De wetenschap volgde getrouw dit denkmodel en alles wat buiten dit kader lag, werd verwezen naar het rijk der fabelen. De gevestigde orde beschouwt hem als de grondlegger van het rationalisme en als de vader van de wetenschappelijke revolutie. Waar deze revolutie toe heeft geleid maken we nu mee. In het Cartesiaanse gedachtegoed vinden we een krachtige aanzet om het leven uit het Leven te verwijderen. In navolging van zijn dodelijke filosofie zijn wetenschappelijke denkmodellen gebouwd op het idee dat het hele leven uit materie (stof) bestaat en niets anders dan dat.

Dit is het grondbeginsel van de heersende wetenschap en van hieruit kijkt de conventionele geneeskunde naar de mens. En door deze bril kan je de mens dan ook niet zien. Het medisch model heeft alleen oog voor de stapel stofjes waaruit wij bestaan en de mechanica die ons doet bewegen. Wij zijn objecten en objecten bewegen doordat er krachten op inwerken. Mechanica is het stukje natuurkunde dat dit bestudeert en verklaart. Maar levende organismen volgen niet de wetten van de mechanica of de theorieën van de stofjes.

Rudolf Steiner ondersteunde dit Cartesiaanse denkbeeld niet. En verder terug in het verleden schreef de Britse arts William Harvey (1578-1657, dus tijdgenoot van Descartes) dat het hart en de bloedsomloop een kringloop was die in beweging werd gebracht door een vitale kracht in het bloed. Maar de cardiologische onderzoekers die na hem kwamen, keken naar het hart en de bloedsomloop door de Cartesiaanse bril en dan zie je geen vitale kracht.

Zelfs in de huidige ‘hemodynamica’ wordt geen sluitende verklaring gegeven waarom het bloed vanuit een (bijna)stilstand tot maximale snelheid kan komen. Nu zijn er twee artsen die wereldkundig maken dat het hart niet zo maar een pomp is: Branko Furst en Tom Cowan.

Problemen met de pomp-theorie..

Tom Cowan noemt drie fundamentele problemen met het hart als aandrijver van de bloedcirculatie.

  1. Het 1e probleem betreft het veneuze traject van de bloedcirculatie: de weg terug naar het hart vanuit de weefsels en organen. De veneuze (aderlijke) route begint in het capillairbed en hierin is de stroomsnelheid nihil. Het grootste deel van het lichaam ligt onder het hart, dus de grootste hoeveelheid bloed moet tegen de zwaartekracht in naar boven gestuwd worden. Het bloed levert zelf ook nog een weerstand door zijn stroperige massa (door de bloedcellen).
    De spierpomp op dit traject werkt te traag en kost te veel energie, is dus inefficiënt. Het verklaart niet waarom wij in staat zijn om snel op te veren of een trap hard op te rennen. Bij mensen met verlamde benen stroomt het bloed even goed door de aderen naar boven het hart in. Hoe de spierpomp hier dan werkt is een raadsel.
    *
  2. Het 2e probleem betreft de lengte van het vaatsysteem en de afstand die het bloed moet afleggen tussen het hart en weer terug naar het hart. Er is uitgerekend dat, als je alle bloedvaten achter elkaar knoopt, je er 3x mee de aarde rond kan. Als je ze naast elkaar zou leggen kan je er een heel voetbalveld mee bedekken. Dit zit ‘m in de grote hoeveelheid capillairen.
    De doorsnede van de capillairen is ongeveer net zo groot als de diameter van de bloedcellen, die het bloed tot een dikke stroop maken. Dan moet je wel een ontzettend grote pompkracht inzetten om deze massa in beweging te krijgen. Dit zou schreeuwen om een gigantische dikke hartspier. Maar het hart is slechts vuistgroot en een behoorlijk dunwandig orgaan.
    *
  3. Het 3e probleem betreft het gedrag van de aortaboog als hierin bloed gepompt wordt (systole). Tom Cowan verduidelijkt dit met behulp van een vergelijking. Je hebt een tuinslang en er zit een kronkel in. Je doet plotseling de kraan voluit open, zodat het water met kracht de slang in gespoten wordt. De tuinslang zal dan de bocht recht trekken en het water eruit spuiten.
    Als het bloed in de aorta komt gaat het eerst naar boven en maakt dan een bocht naar beneden. De aortaboog is goed te vergelijken met een tuinslang en zou dus zou bij de krachtige uitstoot van een flinke portie bloed naar omhoog moeten recht trekken. De bocht zou in een rechte lijn moeten veranderen. Echter, het omgekeerde gebeurt: de boog trekt naar binnen en de bocht wordt ‘scherper’. Ook dit mechanisme tart de wetten van de mechanica.

De hamvraag is hoe het bloed op gang komt in het capillairbed – als het dus nog in de weefsels en organen zit. Hiervoor moeten we kijken naar de bijzondere eigenschappen van water en uit het denkmodel stappen dat water in slechts 3 fasen voorkomt (gas, vloeistof, ijs). In ‘Bakermat van ons bestaan: WATER..!‘ [HIER] heb ik beschreven hoe water in 5 dichtheden kan bestaan: ether, gas, vloeistof, gel en ijs.
De gel-toestand noemt men de 4e fase en ook wel gestructureerd water of levend water. In deze gelatine vorm blijkt het water een aandrijfkracht te bezitten. Hoe werkt dit?

Waterkracht
De binnenbekleding van de bloedvaten bestaat uit een dun laagje hydrofiel materiaal. Hydrofiel wil zeggen: water aantrekkend, water absorberend. Hiermee bedoelt men stoffen (moleculen) die watermoleculen aan zich binden. In de vaten bestaat de binnenbekleding uit een laagje cellen (endotheel). Dit endotheel bezit hydrofiele eigenschappen. Komt het water in aanraking met hydrofiel materiaal dan gaan de watermoleculen aan elkaar ‘plakken’ en er tegen aan liggen. Het water verschuift van vloei-stof naar gel-stof.

Dit gebeurt echter alleen als er óók een uitwendige energiebron is. Zo’n bron is bv. de zon of contact met de aarde, infrarode straling, menselijke of dierlijke aanraking en een warme knuffel doet ‘t ‘m helemaal. Meer is niet nodig. Met deze twee voorwaarden, een hydrofiel cellaagje en een natuurlijke energiebron, ontstaat er een gelatine-achtig waterlaagje dat tegen de vaatwand komt te liggen. Terwijl water als vloeistof electrisch neutraal is, heeft het gelatine-waterlaagje een negatieve electrische lading. De negatief geladen waterdeeltjes zitten nu in de gelatine en de positief geladen waterdeeltjes blijven achter in het plasma.

De positief geladen waterdeeltjes in het plasma stoten elkaar af. Dit doet kleine wervelingen (vortexen) ontstaan. De wervelingen ontwikkelen zich tot een spiraal en het plasma gaat stromen. De spiralende beweging brengt het plasma zelfs in een stroomversnelling. In het capillairbed kan het maar één kant uit: de aderen in. Dit mechanisme wordt ook wel vortex-werking genoemd. In de aderen krijgt het bloed steeds meer snelheid door de spiraalvorm waarin de stroom beweegt. Als het bij het hart aankomt, heeft het zijn grootste snelheid bereikt. Wat gebeurt er nu in het hart?

De constructie van het hart
Het hart heeft een zeer bijzondere vorm. Rudolf Steiner beschreef de vorm van het hart als een chestahedron (een 7-zijdige vorm) in een denkbeeldige doos in de borstkas. (zie de chestahedron-afbeelding hiernaast).

Deze geometrische constructie is opgebouwd uit een combinatie van 4 gelijkzijdige driehoeken en 3 vliegervormige vierhoeken. De denkbeeldige doos is een kubusvormige ruimte. Frank Chester heeft een model hiervan gemaakt. In meerdere youtube-video’s laat hij zien hoe hij stapsgewijs dit model ontwikkeld heeft.

Het bindweefselskelet van het hart [uit: Het Leven van de Mens – deel 1, Dr. Fritz Kahn, Contact, A’dam])
Vervolgens kijken we naar de spierconstructie van het hart om te begrijpen wat het hart doet met de bloedstroom. De spieren van het hart zijn heel anders gebouwd dan alle andere spieren in ons lichaam. Behalve dat de spiervezels een combinatie zijn van lang- en dwarsgestreept weefsel is ook richting waarin ze lopen buitenissig: diagonaal en wel in een speciale kegelvormige laag-over-laag constructie.

Frank Chester laat dit met een papieren model zien:

Met deze diagonale gelaagde ligging wekken ze een draaibeweging op in de bloedstroom. En dit draaivermogen is essentieel voor een juiste passage door het hart, want in het hart moet het bloed een scherpe bocht maken om in de goede richting er weer uit ‘gepompt’ te worden.

Het hartchakra, de poort naar onze oerverbinding met het goddelijke.

Voor de liefhebbers stap voor stap uitgelegd:

  1. Uit de grote holle lichaamsaders komt het bloed met grote snelheid in de rechterboezem terecht. De klep tussen rechterboezem en rechterkamer zit dicht. De bloedstroom wordt gestopt in de boezem.
  2. Het spierweefsel van de rechterboezem rekt op waardoor er een grotere ruimte ontstaat. Hiermee krijgt het binnenstromende bloed meer volume. Het bloed blijft binnenstromen en de rechterboezem komt meer onder druk te staan (de ruimte is immers afgesloten). De bloeddruk in de rechterboezem loopt zo hoog op dat het de bloeddruk in de rechterkamer overtreft.
  3. De klep wordt nu open geduwd en het bloed plonst naar beneden de rechterkamer in.
  4. In de rechterkamer krijgt het bloed een draaiing, zodat het bijna horizontaal de longslagader in kan.
  5. Uit de grote longader komt het bloed met snelheid de linkerboezem in. De klep tussen linkerboezem en linkerkamer zit dicht. De bloedstroom wordt gestopt in de boezem.
  6. Het spierweefsel van de linkerboezem rekt op waardoor er een grotere ruimte ontstaat. Hiermee krijgt het binnenstromende bloed meer volume. Het bloed blijft binnenstromen en de linkerboezem komt meer onder druk te staan (de ruimte is immers afgesloten). De bloeddruk in de linkerboezem loopt zo hoog op dat het de bloeddruk in de linkerkamer overtreft.
  7. De klep wordt nu open geduwd en het bloed plonst naar beneden de linkerkamer in.
  8. In de linkerkamer krijgt het bloed een draaiing, zodat het naar boven de aortaboog in kan.

De diagonale spiervezels plus de geometrische vorm (de chestahedron) draaien de bloedstroom om. Al draaiende komt de bloedstroom in een werveling terecht: vortex. De aanvankelijk benedenwaartse richting waarmee het bloed in de kamers valt, verandert via de vortex in een bijna horizontale richting naar de longslagader en een bovenwaartse richting naar de aortaboog.

Een hydraulische pomp
Pompt het hart dan helemaal niet? Ja, het hart gedraagt zich wel enigszins als een pomp, maar doet dit op een eigenzinnige èn efficiënte manier die een minimum aan energie kost. De hydraulische pomp komt het dichtst bij het pompmechanisme waarvan het hart zich bedient.

Vereenvoudigd principe van de hydraulische pomp

Het mechanisme van de hydraulische pomp komt ongeveer hier op neer (zie illustratie hierboven):

Stel, je wilt water omhoog pompen. Het toestromende water laat je eerst binnen stromen in een expansievat dat afgesloten is door een klep. De (verticale) buis achter de klep bevat nog een restant water dat onvoldoende snelheid had om de zwaartekracht te trotseren. Dit restant water staat stil in een kolom boven de klep en drukt de klep dicht. In het expansievat blijft het water binnen stromen en druk hierin loopt op.

Als nu de druk in de ruimte vóór de klep hoger wordt dan de druk achter de klep, gaat de klep open en kan de nieuwe portie water doorstromen. Het slimme van deze ‘technologie’ is dat het hart op deze wijze gebruik maakt van stroom en druk(verschil) zonder dat het extra energie kost.

De aortaboog is geen tuinslang..!
Waarom gedraagt de aortaboog zich niet als een tuinslang? Tijdens de uitpomp van bloed in de aortaboog wordt deze naar binnen getrokken zodat de bocht juist versterkt wordt. Dit is het gevolg van de drukopbouw in de linkerkamer. Hierdoor zet de linkerkamer uit. De ruimte om het hart schept ruimte door de druk hier te verlagen. Er ontstaat hierdoor een soort vacuüm en dit doet de aortaboog naar binnen trekken. Zo kan nieuw bloed met minder weerstand door stromen in de slagaders die naar het bovenlichaam lopen.

Samenvatting..

Een kort door de bocht versie van dit verhaal over ‘de pomp’..

Het is een nogal technisch verhaal tot zover. Waar komt dit hele verhaal op neer? In de bloedsomloop wordt de bloedstroom grotendeels op gang gebracht èn gehouden door de speciale kwaliteit van de bloedvloeistof. Dit is het waterige deel van het bloed, het plasma. Als ons lichaam de juiste kwaliteit water beschikbaar heeft, dan kan het bloed praktisch moeiteloos door ons lichaam stromen. Er zijn echter wel 3 voorwaarden:

  1. een gezonde binnenbekleding van onze vaten
  2. levend water in ons plasma (om een gelatinelaag langs de vaatwand te kunnen vormen)
  3. een levende energiebron (de zon, de aarde, fysiek contact met levende wezens)

Met deze ingrediënten creëren we in het plasma een vortex die uitgroeit tot een spiraal. Deze spiraal creëert de voorwaartse en ook opwaartse beweging van het bloed èn brengt het bovendien in een stroomversnelling. Zo stroomt het bloed praktisch moeiteloos door de aderen omhoog. Het hart maakt efficiënt gebruik van de samenwerking tussen bloedstroom en bloeddruk, zowel in de boezems als de kamers.

Het werkt enigszins vergelijkbaar met een hydraulische pomp. De geometrische vorm (chestahedron) en de gelaagde spierconstructie (diagonaal + kegelvormig) draaien de richting van het bloed om in de kamers. Hierbij ontstaat een vortex die uitgroeit tot een spiraal, zodat het bloed als het ware uit het hart gekatapulteerd wordt. Ook dit kost nauwelijks energie.

Levend water..
Natuurlijk willen we schoon water, maar de aanwezigheid van kwalitatief hoogstaand water is essentieel. Hiermee bedoelen we levend of gestructureerd water. Levend water kan moeiteloos een gelatine vorm aannemen. Deze 4e fase van water is de normale en noodzakelijke vorm in biologische systemen, dus ook in ons lichaam. Of liever gezegd: het is de oorspronkelijke, natuurlijke vorm en zou normaal moeten zijn. Met dank aan de wetenschappelijke revolutie is dit niet meer vanzelfsprekend.

Het water dat uit de kraan komt, heeft zijn structurerend vermogen verloren; het is chaotisch en dood water geworden. De vele industriële manipulaties van het milieu, ons voedsel en ons lichaam (farmaca, vaccinaties, synthetische en nanotech  materialen) hebben het water ontdaan van zijn structurerend vermogen en bovendien vervuild met toxinen. Het water dat ons lichaam binnen komt, bevat geen informatie meer. Chemisch is het hetzelfde, maar qua structuur is het een en al chaos.

Ons lichaam moet zich inspannen om dit vergiftigde, dode water te ontgiften en weer tot leven te wekken. Dit kost energie, veel energie. De EM-velden voor de draadloze communicatie zijn ook nog eens olie op het verkeerde vuur. Een aantal factoren kunnen we niet meer vermijden, maar we kunnen wel wat doen. We kunnen het water dat we gebruiken verlevendigen, zodat het zijn structurerend vermogen weer terugkrijgt.

Bronwater is nog steeds levend water, maar dan moet je wel hoog in de bergen wonen. In ons lage landje kunnen we gebruik maken van hulpmiddelen als piramidewater, gerevitaliseerd water (bv. met de analemma) of een verlevendigingsunit koppelen aan je waterleiding. Verder kunnen we zo veel mogelijk biologisch voedsel eten.

Ook op niet fysiek terrein is er veel mogelijk in de vorm van leefstijl. Bijvoorbeeld leren omgaan met de vele eisen van je omgeving en wereldsituatie, het verwerken van oude en recente trauma’s, tijd voor jezelf nemen, ontdekken wat je nodig hebt en hoe je in je behoeften kunt voorzien, een vriendenkring creëren waarin je jezelf kunt herkennen. Voor al deze dingen zijn zo nodig veel hulptroepen beschikbaar, alleen … je vindt ze voornamelijk in het ‘alternatieve’ veld.

‘Kwantum fysieka’..!
In het hart wordt de bloedstroom eerst gestopt. Volgens de Soefie’s komt God het bloed binnen, op het moment dat de bloedstroom stopt. In de Chinese geneeskunde beschouwt men de vitale kracht van het water als de beweger van het bloed. Cowan beschrijft het hart als een dirigent die het lichaam, als voltallig orkest, een goed klinkende symfonie laat spelen.

Er vallen mij 3 uitspraken op die Cowan doet over de brug tussen ‘geest’ en ‘lichaam’:

  1. het elektromagnetische veld van het hart verbindt alle weefsels, organen en lichaamssystemen aan het ritme van het hart.
  2. in de hartkamers ontstaan kleine wervelingetjes (mini-vortices) in het bloed die in contact staan met alle organen en systemen – deze pikken informatie op en nemen instructies mee naar het hele lichaam.
  3. de spiraal is de creatieve energie van het leven – dit is de weg waarlangs de natuur dode substantie tot leven brengt.

Met wat we nu weten over waterstructuren en energievelden kunnen we de vitale kracht in het bloed, zoals William Harvey deze in 1628 noemde, in ere herstellen. Ook kunnen we nu een heel eind komen om een voorstelling te maken hoe dit in zijn werk gaat. We weten dat het hart ook een draaiend energiecentrum (chakra) is en een energieveld genereert (hartveld).
We weten dat de hartwand uit vele ‘oneffenheden’ bestaat die een rol spelen in de vorming van mini vortexjes. En we weten dat deze mini waterwervelingen informatie oppikken uit het hartveld. Laat ik deze kenniselementen nu met elkaar proberen te verbinden.

HET HARTVELD
We weten inmiddels dat het hartchakra een enorm groot elektromagnetisch veld creëert. Dit kunnen het hartveld noemen. Dit is meetbaar. Een elektromagnetisch veld is een ruimte gevuld met trillingspatronen. We weten ook dat elk weefsel, elk orgaan en elk orgaansysteem een eigen trillingspatroon heeft. Al deze trillingspatronen zijn vertegenwoordigd in het hartveld.

We weten dat trillingspatronen informatiedragers zijn. Een elektromagnetisch veld kunnen we echter ook omschrijven als een zeer fijne dichtheid van water, in oudere tijden ether genaamd. Ik noemde het de 5e fase van water in mijn artikel ‘Bakermat van ons bestaan: WATER..!‘ [HIER].

Het hartveld is zó groot dat ‘t het hele lichaam insluit. De informatie van elke cel, elk weefsel, elk orgaan en elk fysiek systeem is verpakt in een water-trilling-patroon. Dit is water dat in de 5e fase verkeert. Hoe komt het dan terecht in een water-structuur-patroon, dus water in de 4e fase?

Nu komt de spiraalbeweging in beeld.
Een spiraal is de samenwerking van 2 bewegingen: een cirkel en een lijn. De draaiing brengt het water in een cirkelende beweging. De stroom beweegt het water in een lineaire richting. De spiraal is dus een werveling die in een richting stroomt. Met behulp van de speciale spierconstructie van het hart wordt het bloed in een spiraal bewogen. In de spiraalbeweging kunnen 5e en 4e fase elkaar ontmoeten: het energetische trillingspatroon kan worden vertaald in een moleculair structuur patroon.

Een molecule is trillende materie. De watermoleculen nemen een trillingspatroon aan van het energieveld (de ether) doordat ze ermee resoneren. De watermoleculen verbinden zich met elkaar tot een structuur dat het trilling patroon weergeeft en vasthoudt. Waterklankbeelden (cymatica) laten dit zien. Er ontstaat een soort waterweefsel. We hebben nu niet meer chemisch chaotisch water, maar geïnformeerd water en de informatie komt uit het energieveld. Op deze manier wordt het bloed, via het plasma, geïnformeerd over het hele lichaam en informeert het bloedplasma andersom ook weer het hele lichaam.

Binnenzijde van de hartwand bron: (Atlas of Human Anatomy (vol. 2), Sobotta/Becher)

De hartwand
De informatievoorziening is zeer gedetailleerd dankzij de speciale binnenbekleding van de hartkamers. Dit is niet een gladde spierwand, het zit vol met kleine spierbundeltjes (trabeculae). Als het bloed vanuit de boezem in de kamer plonst dan klotst het in de holtetjes van dit spierbundeltjes-netwerk. Dit veroorzaakt vele superkleine wervelingen: mini vortexjes. Cowan zegt het zo:

“Elk plekje in het hart heeft een verbinding met een orgaan of systeem. Zo’n minivortex op een bepaald plekje ontvangt een signaal van het orgaan dat ermee verbonden is.”

Hij geeft het voorbeeld van een beenwond waar de vorming van bindweefsel nodig is om het gat te dichten. In het hart pikt een mini-vortex de behoefte aan bindweefselvorming op. Het ‘ontvangt’ hier een instructie om bindweefsel aan te maken. Gecodeerd in zijn waterstructuur neemt de mini-vortex deze instructie mee met de bloedstroom naar de beenwond. De mini-vortex functioneert dus als een boodschapper.

Het is enigszins te vergelijken met biochemische boodschappers als hormonen en neurotransmitters. Alleen de boodschap zit hier in een quantum verpakking. Het kan zijn dat die spierbundeltjes speciale cellen bevatten met antenne-capaciteit. Ik denk eerder dat de informatie-uitwisseling op quantum niveau plaatsvindt en volgens het resonantie principe werkt. Dit zou dan betekenen dat de ‘hobbelige’ binnenwand niet zo maar het bloed laat kolken, maar langs vaste patronen.

Elk trillingspatroon in het veld heeft zijn ‘partner’ in het structuurpatroon in het water (het plasma). Ik denk dat de spierbundeltjes een speciale constructie hebben waarmee ze het hartveld vertegenwoordigen op weefselniveau. De spierbundeltjes werken als stemvorkjes die kunnen resoneren met de trillingspatronen in het hartveld. Ook kan de lokalisatie in de hartwand een rol spelen. Zo zou het kunnen gaan:

  • Een trillingspatroon in het hartveld is gecodeerde informatie over een orgaan (hoe het ermee gesteld is en wat het nodig heeft).
  • Een spierbundeltje (trabekel) is een stemvork dat resoneert met dit trillingspatroon.
  • Het bloedplasma (het waterdeel van het bloed) komt hiermee in aanraking en modelleert een mini vortex waarin dit trillingspatroon in een structuurpatroon wordt omgezet.

Uiteindelijk stromen er vele mini vortexjes in één gezamenlijke grote vortex het hart uit en het lichaam in. Dus er zit een schat aan boodschappen in het bloedplasma verpakt in vele mini vortexjes.

IJzer en goud..
Ons elektromagnetische hartveld wordt niet alleen opgebouwd uit ons energiesysteem en elektrisch systeem, maar ook ons fysieke hart draagt een biochemisch steentje hieraan bij. Hierover weten we nog weinig, maar wel is het waarschijnlijk dat het ijzergehalte in het bloed een rol speelt. Het bloed dat het hart ‘uitpompt’ is zeer ijzerrijk. De gedachte is dat het spiralende bloed het bloedijzer activeert en hiermee een magnetisch veld opwekt.

Ook goud zou een rol spelen. Goud is in ons lichaam aanwezig als sporenelement. Het meeste zou in het hart en het bloed zitten. We weten dat goud een edelmetaal is en een uitstekende geleider van warmte en elektriciteit. Om goudmoleculen op kwantum niveau te brengen moet het wervelen in een apparaat dat op hoge snelheid draait.

De redenering is deze: de supersnelle draaiing doet de goud-atomen hun elektronen naar binnen trekken. Hierdoor gaan de elektronen in het goud atoom op een veel hogere snelheid trillen. Het goud komt dan in een andere bestaanstoestand en krijgt hierdoor andere eigenschappen. Men noemt dit elementair goud of mono-atomisch goud.

Het idee is dat de vortexen in het bloed en het hart het chemisch goud omvormen tot elementair goud. Elementair goud geleidt geen elektriciteit of warmte, maar het is een soort supergeleider van energetische impulsen. Het zou een uitgebreide variatie aan energetische informatie kunnen ‘transporteren’ met de snelheid van het licht. Het lastige is dat de (kwantum)natuurkundige eigenschappen van deze vorm van goud nog niet voldoende zijn onderzocht om hier een begrijpelijke verklaring voor te hebben. Dus ik laat het bij deze veronderstellingen.

De medische praktijk
Vanuit de medische praktijk is wel bekend dat goud een connectie heeft met het hart en de bloedsomloop.  Er zijn toepassingen van goud in de homeopathie en de antroposofie. In homeopathische potentie is goud (Aurum) een bekende toepassing bij hartproblemen. Van goud wordt ook gezegd dat het de verbinding van het geestelijke met het aardse ondersteunt. Het zou een aanrader zijn voor mensen die weer naar hun hart moeten luisteren [HIER]. En iedereen kent wel iemand met ‘een gouden hart’ … hoop ik.

Als we met deze nieuwe ogen gaan kijken, vormt zich een rijker beeld van ons hart en de bloedsomloop. Het biedt ons andere invalshoeken voor de behandeling van hart- en vaataandoeningen. Hoge bloeddruk wordt essentiële hypertensie genoemd, een klinkende naam voor het niet weten van de oorzaak.

In dit nieuwe licht is er wel een verklaring: hypertensie is een compensatie voor een slechte bloedstroomsnelheid. De bloedvaten vernauwen zich om de snelheid op peil te houden. Hierdoor loopt de bloeddruk op. Maar … hoe beter het lichaamswater de juiste structuur kan opbouwen, hoe beter de bloedstroom op gang komt.

Ook hartfalen is te koppelen aan een onvoldoende bloedstroom. Als het hart verzwakt, verandert het van vorm. Waardoor het kan verzwakken vertel ik in de volgende alinea. Een zwak hart kan het bloed minder goed laten wervelen. Om toch een goede spiraal te maken gaat het hart steviger pompen. Dit kost veel energie waarmee het hart zichzelf uitput.

In zijn boek ‘Human Heart, Cosmic Heart’ wijdt Cowan maar liefst drie hoofdstukken aan de behandeling van hartklachten. Het verhaal dat de patiënt te vertellen heeft over zijn leven is het startpunt voor zijn diagnostiek. In zijn boek wijdt hij hier niet over uit. Dat ga ik hier nu wel doen.

Oprekking van de diagnostiek
Als we het verhaal van de patiënt volwaardig inlijven in de diagnostiek dan kunnen we een groot aantal aandoeningen toevoegen aan de medisch gedocumenteerde exemplaren. Hartzeer en een gebroken hart vallen dan zonder meer in de categorie hartaandoeningen. In beide situaties zie ik een kink in de kabel tussen het veld-hart en het fysieke hart. De emotionele pijn brengt mini verkrampingen aan in de binnenwand van het hart. Dit verstoort de doorbloeding in de stemvork-spiertjes waar de mini vortexjes zich vormen.

Ze kunnen droog komen te staan, maar ook gaan bloeden (een bloedend hart). Emotionele pijn verandert ook de waterstructuur: er ontstaan disfunctionele waterpatronen. Het resultaat is dat een mini vortex niet meer 100% aansluit op de informatie uit het hartveld en ook nog eens een abnormale codering formeert. In eerste instantie gaat het om kleine stoorzenders die te compenseren zijn. Als de situatie langer duurt dan kan het fysieke problemen gaan geven.

Laat ik nog wat andere hartaandoeningen nader bekijken,
te beginnen met de uit en te na gebruikte term stress. Bij acute stress slaat de schrik om het hart wat een verkramping van het totale hartspierweefsel teweegbrengt. Hierdoor verandert de geometrische vorm. Dit verstoort de uitstoot van bloed uit het hart. De toevoer en verdeling van bloed in het lichaam raakt hierdoor onderbroken. Het overlevingsinstinct concentreert de bloedtoevoer naar de vitale orgaansystemen en andere orgaansystemen moeten wat inleveren. Deze verandering wordt feilloos geregistreerd in het hartveld door middel van gewijzigde trillingspatronen. Iets soortgelijks gebeurt er, in mindere mate, als je je hart moet vasthouden.

Bij langdurige stress krijgt het hart niet de gelegenheid om het pak van het hart te laten vallen. Op fysiologisch niveau is er dan een verstoorde balans in het autonome zenuwsysteem (orthosympathicus-parasympathicus). Dit is de basisspeler in het elektrisch functioneren van het hart. Op energetisch niveau trekt de bijnier veel energie uit het hartveld, zodat andere orgaansystemen onvoldoende aan hun trekken kunnen komen. En dit kan dan problemen gaan opleveren.

Hartverscheurende ervaringen brengen beschadigingen aan in het fysieke hart èn het hartveld. Dan worden er verbindingen verbroken in zowel het waterweefsel als het etherweefsel. Herstel is mogelijk, maar dit is een situatie die diepe heling vraagt en dat vergt veel tijd, inspanning en deskundige begeleiding. We weten maar al te goed dat je een kind wel uit de oorlog kunt halen, maar de oorlog niet uit het kind.

The power of Love: ’the Heart of Oneness’

Als een kind altijd maar te horen heeft gekregen “Heb het hart niet …!”, dan brengt dit verwarring in de bloedstroom. Bloeddruk, bloedstroom en bloedsnelheid worden in hun samenwerking gehinderd. Wanorde in het water-structuur-patroon is dan het gevolg. Dit kan leiden tot een hoge bloeddruk, maar ook tot schommelingen in de bloeddruk. Het hart kan in een lichte, maar permanente kramp terecht komen, waardoor het spierweefsel een stugheid krijgt.

Dan wordt het ook moeilijker om de hand over het hart te strijken. De angst die erbij komt, voegt hier nog een stress-factor aan toe. Op latere leeftijd kan dit gaan opspelen, omdat het hart eerder slijtageverschijnselen vertoont.

Mensen met het hart op de tong lopen het risico klappen te krijgen. Maar als je van je hart een moordkuil maakt, dan breng je vervuiling aan in het hart. De hartcellen kunnen hun afvalstoffen niet meer kwijt en het hartweefsel verzuurt. Het kan dan geen complete mini vortexjes vormen en ook niet een efficiënte grote uitstroom spiraal. Het hartveld pikt de verstoringen op in de trillingspatronen en zal meerdere orgaansystemen inschakelen om het probleem op te lossen.

Als het hart je in de schoenen zinkt, dan kunnen we spreken van emotioneel hartfalen. Het verlies van iets dat of iemand die je na aan het hart ligt, brengt het hele borstgebied in een rouw-toestand. Dit gaat energetisch gepaard met een letterlijke leegte in het hartveld. Aanvankelijk in de long(trillings)ruimte, maar dit kan zich verder uitbreiden als de rouw onverwerkt blijft. Dan wordt na verloop van tijd de leegte afgesloten en verdwijnt er een stukje bewustzijn tot het moment waarop het trauma onder ogen wordt gezien.

Iets moeten doen wat je niet over je hart kunt verkrijgen, roept een weerstand op in de hartspieren. Dit brengt een vervorming aan in de geometrische vorm en een verstugging in de spierconstructie. Als je iets moet doen dat je hartgrondig verfoeit dan zet je een klem om je fysieke hart. Om je hart de mond te snoeren wordt de ontmoeting tussen hartveld en bloedspiraal geblokkeerd.

Al deze ervaringen kunnen al boven water komen voordat het hart fysiek tekortschiet. Ook is dit vroegtijdig te herbalanceren met hulp van leefstijlcoaching, bodystressrelease methoden, psychosociale en neuro-emotionele behandelwijzen. Dus het is absoluut de moeite (en ellende) waard om bewust aandacht te geven aan je hart wanneer het belast wordt. Dan kan je zelf al veel doen om de balans te herstellen. En ja, het kan betekenen dat je oude gewoonten en overlevingsstrategieën moet veranderen.

Kosmisch bewustzijn; de onlosmakelijke verbondenheid met Al-dat-Is.

Maar we kunnen ook voor ons zelf zorgen door ons hart de ruimte te geven, te laten spreken – op zijn minst voor onszelf. We kunnen ons hart ophalen als we genieten van iets moois en fijns. We kunnen het luchten als we iets op ons hart hebben en het doen opleven als we iets doen met hart en ziel. Als we uitdrukking geven aan hartelijkheid, compassie en van harte kunnen meeleven, dan is ons hart op zijn/haar best. Dit zijn allemaal voedende elementen waar het hart zich aan laaft: het kan ontspannen en alle boodschappen uit het hartveld verwerken. Blij zijn met jezelf en tevreden over wat je doet is het beste medicijn.

Spierpomp of regisseur?
We hebben nog veel te ontdekken over de werking van energievelden in ons. De eigenschappen van water spelen hierin een cruciale rol. We kunnen wèl stellen dat het pompmodel van het hart toch een erg platte, één-dimensionale voorstelling van zaken is. Ook dat het hoog tijd is dat de mainstream wetenschappers het Cartesiaanse denkmodel vaarwel zeggen en een enkele reis naar het hier-en-nu boeken. Al kunnen we voor een aantal werkzaamheden van het bloed en het hart nog geen sluitende verklaring bieden, er ligt genoeg onderzoeksmateriaal om ons op weg te helpen.

Als we bereid zijn om ons hart te betrekken in wetenschap en diagnostiek, dan biedt het persoonlijke verhaal een schat aan aanwijzingen die we ter harte kunnen nemen. Het hart lijkt veel meer op een regisseur (of regisseuse) die jongleert met de inputs en outputs van orgaansystemen. Of wij een drama of komedie worden, kunnen wij zelf bepalen. Als we ons hart vrij spel geven, creëert zij ieder mens tot het mooiste schouwspel ooit vertoond.

 

Lillian Richell,

augustus/september 2023

1 gedachte over “’t Menselijk hart: veel meer dan ’n ‘fysieke pomp’…!!

  1. Die Frank Chester laat zien hoe het eigenlijk zit met dat wat we ‘hart’ noemen. Een samenstel van natuurlijke elementen op een hele opvallend natuurlijke manier. Nooit gedacht, altijd halve verhalen beluisterd maar nooit de samenhang kunnen zien. Maar nu is het zichtbaar en die gozer is geen hoog opgeleide is die zijn waarheden ook gewoon vanuit de de geschreven tekst heeft geplukt zoals zoveel doen en dan doen alsof het een natuurlijk fenomeen is. Nee opgedaan vanuit menselijke nieuwsgierigheid met een waarheid verteld zodat het heel normaal is te begrijpen dat hij het zelf heeft gevonden. En dat erbij die ongelooflijke kennis over het hart. Het is niet slechts een bloedpomp maar meer een regulateur. Ergens wist ik het al maar kon de kennis nog niet helemaal plaatsen, nu is dat anders, hè wat een opluchting-opheldering!

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.