Zo, laten we met een duidelijk statement beginnen, via deze quote van Michael O’Leary. Het gaat over de klimaatidiotie, die maar doooorgaat. Alsof ze het allemaal héél zeker weten, die klimaat’professionals’.. Ook al barst het van ontbrekende data, en is er sprake van volstrekt oeverloos geconcludeer..! En heel simpel.. het met elkaar eens worden, dat ze het niet eens worden, zit er ook al niet in. Nee, het is en blijft het sprookje van de ‘CO2-dreiging’, die zorgt voor opwarming van de Aarde.
Een normale discussie wordt ook uit de weg gegaan, wie er ook zegt, dat het e.e.a. allemaal niet zo duidelijk is, wat de klimaatangsthazen ons willen doen geloven. Waarom is dat? Waarom mag je niet gewoon over dit heftige onderwerp van gedachten wisselen? Of je nou professor zus-e-me-zo heet, of dit-of-dat expert bent.. Neee… Het klimaat verandert en dat komt door de mens; dát is de waarheid voor al diegenen, die in de klimaatfuik gevangen zitten!
En het klimaat verandert volgens hen, om precies te zijn, door de CO2 die wij uitstoten.. Dat 3 uitbarstingen van vulkanen in één jaar tijd, net zoveel CO2 de lucht instoten, als de mensheid bij wijze van spreken in 10 jaar, is niet belangrijk. Kennelijk.. Hele volkstammen lopen achter de klimaatmythe aan. Van GroenLinks tot D’66. En het is een mythe, om de simpele reden, dat ER GEEN EENLUIDENDE CONCLUSIE TE BEHALEN VALT..Als het allemaal zo duidelijk was, dan was het toch een logische zaak, dat wetenschappers van faam en naam het met elkaar eens werden.
DUS.. Zólang nog geen consensus bereikt is over welles/nietes, is het verhaal NIET BEWEZEN WAAR..! En ja, dan blijft het een verhaal.
Of je moet zeggen, dat er meer (wetenschappelijke) ‘voorstanders’ van de CO2-mythe zijn, dan ’tegenstanders’.. Maar werkt dat zo? Dat een meerderheid van de wetenschappers bepaalt wat waar is..? Dat de minderheid van die wetenschappers niet goed bij het hoofd is..?? Is dat de reden ook, dat die minderheid gebashed moet worden en er geen normaal gesprek meer over kan en MAG plaatsvinden..? Dat ze worden weggezet als ‘ontkenners’.. Moét er dan ook gescholden worden..??
Ter gelegenheid van de voortdurende en groeiende idiotie, plaatsen we dit kwalitatieve artikel van ing. Harry Zandvliet. Heel ’toevallig’ komt rond deze tijd ook de nieuwe ‘Andere Krant’ uit, gratis te verkrijgen. Met als thema ‘klimaat’ onder de titel ‘Gevangen in de klimaatfuik’. Wil je deze krant ontvangen, omdat je er zo snel niet aan kunt komen, ga dan naar de site van De Andere Krant en bestel exemplaren tegen kostprijs en maak je de inhoud eigen. Al was het alleen maar om los te komen van de bizarre dualiteit van denken, die zich hier in dit thema duidt.
Deze 11e Andere Krant is vanaf 15 maart beschikbaar; hij wordt nu gedrukt. Een uitgave die tot stand gekomen is, in nauwe samenwerking met de stichting Clintel, de door Marcel Crok en Guus Berkhout in 2019 opgerichte stichting. Zij hebben een veel optimistischere kijk op klimaatverandering, zoals Harry Zandvliet hieronder ook.
Zij sporen politici aan, het klimaatbeleid rationeel te benaderen en betaalbaar te houden. We zijn door angst gedreven, belandt in de klimaatfuik. Thema’s die in deze Andere Krant aan de orde komen, zijn o.a. een blik op de ‘klimaatcijfers’ waarmee gewerkt wordt. En hoe ernstig is deze opwarming nu daadwerkelijk?
En over de reële opbrengst van windturbines en zonneparken en de vaak ondoordachte oplossingen die bedacht werden, zoals biomassacentrales en de maatregel om huizen verplicht ‘van het gas af’ te halen. Maar ook wordt geschreven over de agressie die mensen tegenkomen, wanneer zij ‘vloeken in de klimaatkerk’..! Over de juridische implicaties en strijd die op veel plekken gaande is en over oplossingen die het (mainstream) debat niet halen. Allemaal in deze nieuwe editie.
In de week van 15 maart verschijnt deze gratis ‘Andere Krant’ en deze zal ook bestelbaar zijn via deze website. En op de netwerksite Ons Netwerk staan de locaties waar de kranten voor verdere verspreiding te verkrijgen zijn; mocht je mee willen helpen de 500.000 exemplaren te verspreiden..! Wij kunnen hier op de site niet meer doen -maar ook niet minder!- dan informatie aandragen die intrinsiek waardevol bijdraagt aan deze klimaat-opwarmingsdiscussie, die onze wereld in zijn ban houdt. En stel je de vraag eens ‘Qui Bono’..? Wie heeft voordeel aan deze idiotie van ‘klimaatveranderingspolitiek’..?
X
X
X
* * *
X
De 2000 jaar cyclus in ons klimaat:
Waarom het warmer wordt en dat
niet door CO2 komt!
de Solar Inertial Motion..!
x
2021 © Ing. Harry Zandvliet | deze versie WantToKnow.nl/be
X
In dit artikel wil ik u een nieuwe theorie voorleggen van het team van Valentina Zharkova, geplaatst in het blad Nature. Eerder schreef ik een veelgelezen en geprezen artikel over de Grand Solar Mininum (HIER). Dat artikel gaat over de warme- en koude periodes binnen een cyclus van tussen de 2000 en 2400 jaar en waardoor die veroorzaakt worden. Laat ik die de SIM cyclus noemen (solar inertial motion), een cyclus die tot voor kort genegeerd werd want niet relevant geacht. Het tweede deel is voor degene die het naadje van de kous willen weten, gaat diep op de materie in. We gaan het ook nog hebben over de komende Eddy minimum, de moderne grand solar minimum, waar we nu aan begonnen zijn.
De afgelopen ruim 2000 jaar hebben we te maken gehad met warme periodes. De Roman warm periode (tussen 250 voor Christus en 400 na Christus), de Mediëval warm periode (tussen 1100 en 1250 na Christus) en een koude periode erna (14e tot en met 19e eeuw), met het dieptepunt rond 1600, toen de terrestrial temperatuur (is gemiddelde temperatuur van de aarde) 1 tot 2 graden kouder was dan nu, zo wordt geschat.
Hoe valt dit te verklaren?
We kennen de Milanković parameters (wikipedia HIER) (ook wel cycli genoemd), dat zijn 3 parameters, maar die werken over tientallen millennia voor wat betreft klimaatveranderingen. Die kunnen geen verklaring geven voor de grote verschillen in de afgelopen ruim 2000 jaar. Op dit moment is de trend naar beneden, de afgelopen SIM cyclus was kouder dan de vorige, die weer kouder was dan de vorige. De volgende wordt nog kouder!
Zo zorgen de planeten er voor, via hun zwaartekracht invloed, dat de aarde bezig is om minder schuin te staan (obliquiteit of tilt), we zijn nu halverwege. Hoe minder schuin die staat, hoe kleiner het verschil tussen de seizoenen, wat gunstig is voor een nieuwe ijstijd. Dat gebeurt in een cyclus van ruim 40.000 jaar. De precessie (tolbeweging) is een andere beweging, een cyclus van ruim 26000 jaar (is één toldraai), die bepaalt o.a. hoe lang de seizoenen duren op het noordelijk halfrond (zuidelijk halfrond is het spiegelbeeld).
Als de winter langer duurt op het noordelijk halfrond dan is dat gunstiger voor een ijstijd. Maar het is nog ingewikkelder, want er zijn ook hele lange tijden geweest zonder ijstijden ondanks deze cycli , van honderden miljoenen jaren. Op dit moment leven we in een ijstijd-periode, een periode die al meer dan 3 miljoen jaar duurt, waar koude periodes van omstreeks 100.000 jaar worden afgewisseld met korte periodes van plus minus 15000 jaar, de periode waar we nu in leven (Holoceen) en op zijn laatste benen loopt. (Je hoeft niet meteen je aandelen te verkopen, gaat wel een paar nachtjes duren 😉).
De Excentriciteit heeft ook invloed, hoe rond is de baan die de aarde om de zon maakt. Is die rond of juist ovaler. Dat bepaalt hoe dicht de zon bij de aarde staat. Ook dat heeft invloed op klimaat. Maar dit alles geeft geen verklaring voor de warme- en koude periodes van iedere ruim 2000 jaar, van iedere SIM-periode dus. Dat is nog onontgonnen terrein! Gaan we nu ontginnen.
De Solar Inertial Motion
Het team van Valentina Zharkova heeft een theorie die de AGW hypothese ontkracht en een natuurlijke verklaring geeft voor de temperatuurstijging van na de kleine ijstijd die eindigde in de 17e eeuw en begon in de 13e eeuw , maar ook van de warme periodes ervoor. Het artikel werd na lange tijd peer reviewed verklaard (dus goedgekeurd door andere wetenschappers, en die zijn niet over 1 nacht ijs gegaan, vooral niet bij zo een controversieel onderwerp) en geplaatst in Nature en ontlokte uiteraard een storm van kritiek. Onder grote druk is het artikel ingetrokken op basis van een onduidelijke reden, maar het team werkt inmiddels alweer aan een nieuw artikel die de theorie nog beter onderbouwt, samen met deskundigen.
U kunt het artikel ‘Oscillations of the baseline of solar magnetic field and solar irradiance on a millennial timescale’ HIER lezen. In het kort komt de theorie op het volgende neer. Tussen 2 hemellichamen bestaat een magnetisch middelpunt, dit wordt het barycenter genoemd. Tussen de aarde en maan bestaat die ook, zij ligt onder de aarde. Een hemellichaam draait om het barycenter. De maan draait dus niet zozeer om de aarde, maar meer om het barycenter. Uiteindelijk komt dat op min of meer hetzelfde neer.
Een zonnestelsel heeft ook een barycenter. De planeten en andere hemellichamen draaien dus niet om de zon, al lijkt dat wel zo, maar om een barycenter. Dit is al bekend en niet nieuw. Je zou denken dat de zon op het barycenter ligt, maar dat is niet zo. De zon kan op het barycenter liggen, maar ze kan zich er ook van verwijderen; dat doet zij in een cyclus van ruim 2000 jaar. Wat Zharkova en haar team zeggen, gebaseerd op rekenmodellen, als de zon op het barycenter ligt dan is de gemiddelde straal tussen de zon en de aarde het grootst, en op aarde is het dan ook een stuk kouder dan nu.
Rond 1600 lag de zon precies op het barycenter, het was toen koud. Daarna bewoog de zon zich van het barycenter af, om uiteindelijk precies daarop terug te keren na ruim 2000 jaar. De nieuwe cyclus is begonnen zo rond 1600 (toen lag de zon op het barycenter). Hoe verder de zon van het barycenter af is, hoe kleiner de straal tussen de zon en de aarde, volgens Zharkova. Er waren oude simulaties die de straal tussen zon en aarde als constant beschouwde.
Dit is op basis van simpele aannames, zonder medeneming van alle hemellichamen in ons zonnestelsel. Zharkova (zij is ook wiskundige) en haar team hebben die berekeningen opnieuw gedaan, en veel gedetailleerder, met medeneming van alle hemellichamen. Zij hebben berekend dat we thans in een nieuwe Roman Warm Periode bevinden (daarbinnen ook met koele periodes tijdens periodes met weinig zonnevlekken) die op haar hoogtepunt is tussen 2600 en 2700, als de temperatuur 2.5 graden warmer is dan nu.
Daarna gaat de temperatuur weer dalen. (Afgezien van mogelijke rampen die grote invloed hebben op het klimaat, zoals een enorme vulkaanuitbarsting aan het eind van de Roman Warm periode, valt nu buiten de scope van dit artikel). De 2000+ jaar cycli van de SIM worden voorlopig wel iedere keer iets kouder door de invloed van de Milanković cycles, totdat we in een nieuwe ijstijd zijn beland, die omstreeks 100.000 jaar gaat duren. In de komende hoofdstukken zal deze theorie grondig worden bezien, oordeel dan zelf. Eerst de AGW-hypothese, die stelt dat het vanaf nu warmer wordt als de CO2 blijft stijgen.
x
CO2 als verklaring van global warming
X
Zharkova schrijft dat het artikel geen uitspraak doet over de invloed van broeikasgas CO2 die temperatuur verhogend werkt, maar het moge duidelijk zijn dat zij die invloed als niet groot inschat.
U ziet in deze grafiek dat de CO2 (gele lijn) de afgelopen 600 miljoen jaar een sterk dalende trend vertoont. De paarse lijn geeft de gemiddelde temperatuur aan. Als de temperatuur daalt, dan daalt als gevolg daarvan de CO2, die volgt de temperatuur. Net zoals bij koolzuur, ontsnapt CO2 uit de zee als het warmer wordt, en omgekeerd, keert zij terug in zee als het kouder wordt. Daarover is ook geen discussie. De CO2 volgt de temperatuur in een tijdsbestek van eeuwen (Zie ook: Rise in temperatures and CO2 follow each other closely in climate change (HIER) ).
Een andere (op lange termijn belangrijker) reden dat CO2-trend sterk daalt is dat CO2 door planten omgezet is geworden in fossiel, plankton doet dit met name. CO2 wordt zo gebonden in gesteente, gas en vloeistof onder de grond of in de zee en verdwijnt uit de atmosfeer. Gelukkig zorgen vulkanen ervoor dat er weer een beetje CO2 terug komt, de mens trouwens ook door het verbranden van fossiele brandstoffen.
Ongeveer honderd Miljoen Biljoen ton (bijna niet voor te stellen hoeveelheid) CO2 is verdwenen door phytoplankton met name. Kijk naar deze video, waar je vanaf minuut 57 dit verhaal uitgelegd ziet: ‘Climate Change & The Great CO2 Myth – Patrick Moore – Confessions of a Greenpeace Dropout’.
De mens brengt een klein deel daarvan weer terug in de atmosfeer door fossiele brandstoffen te verbranden, de meeste verdwenen CO2 is gebonden aan gesteente en komt helaas niet meer terug in de atmosfeer. Helemaal aan het eind (zie de grafiek hierboven), de laatste 3 miljoen jaar, zie je dat de temperatuur sterk daalt. We leven nu in een ijstijdperiode, deze bestaat uit ijstijden welke afgewisseld wordt met hele korte periodes dat het warm is (van 12000 tot 15000 jaar).
We zitten nu in de staart van een warme periode, de holoceen. Aan het eind van de laatste ijstijd daalde de CO2 tot een zeer gevaarlijk niveau. Onder de 150ppm zal onze aarde gaan lijken op Mars, met grote woestijnvorming. In de laatste ijstijd daalde die tot het gevaarlijke niveau van 180ppm. Er was toen ook sprake van woestijnvorming. Zie: Life on Earth was nearly doomed by too little CO2 (HIER) Een citaat:
De gecombineerde verschrikkingen van de ijstijd
(intense kou, permanente droogte en CO2-tekort),
hadden de meeste planten op aarde gedood. Slechts een paar bomen overleefden,
in de mildste klimaten. Veel veranderde in toendra, wat veel minder voedzaam is
voor de herbivoren, waar de prehistorische mens van afhankelijk was, voor voedsel en bont.
Recente Cambridge University-onderzoeken concluderen,
dat wereldwijd slechts ongeveer 100.000 mensen in leven waren,
toen de huidige interglaciale opwarming genadig begon.
Hier op de link, van Sciencedirect (HIER) vind je een artikel over de woestijnvorming ten gevogle van het lage CO2-gehalte in de atmosfeer, aan het einde van de laatste ijstijd. CO2 is in de afgelopen 500 miljoen jaar ruim 4000 parts per miljoen geweest (4%), tot 180 parts per miljoen (ppm) moleculen (0,018%). Planten hebben een CO2-gehalte nodig van boven de 150ppm, daaronder sterven planten. Sinds men de CO2 meet (1880) in de atmosfeer is deze gestegen van 280ppm naar ruim 413ppm (2019).
William Happer, natuurkundige, heeft tijdens de Bush-regering, onderzoek gedaan naar de invloed van CO2 op het klimaat. Uit zijn berekeningen volgt dat de temperatuurstijging als gevolg van CO2 stijging al verdisconteerd is in de huidige temperatuur! De stijging van CO2 verloopt namelijk niet lineair met de temperatuurstijging. Je hebt 400ppm nodig voor een temperatuurstijging van 1 graad, en deze hebben we al gehad. En voor de vólgende graad temperatuurstijging, is veel meer dan 400ppm nodig, volgens Happer, namelijk 1600ppm. Daarna is een nog veel grotere stap vereist!
In de laatste 100 jaar is de temperatuur met 0.8 graden gestegen, over de oorzaak bestaat veel discussie. Is de mens de oorzaak? Happer legt uit dat het merendeel van de stijging van de afgelopen 100 jaar rond 1940 al verdisconteerd was, toen de CO2 nog niet zo hoog was als nu. Er is in de periode van 100 jaar ook sprake geweest van afkoeling, zoals in de jaren 70 (toen waren de kranten enorm in paniek over een mogelijke ijstijd, ik herinner mij dat nog.
Je had in Nederland jaren dat je kon schaatsen op straat, ik heb dat ook gedaan. Snelwegen waren onbegaanbaar door sneeuwstormen, boerderijen onbereikbaar, 1978-1979 en 1979-1980 Wiki Hieronder een YT van het Polygoon-journaal, over het cancellen van een Elfstedentocht door de vele sneeuw (maar wel met een dichtgevroren waddenzee!). Tussen 1980 en 2000 steeg de temperatuur weer met 0,4 graden.
In de warme jaren 30 verschenen er in veel kranten diverse paniekartikelen, met de essentie dat Groenland en de Noordpool aan het wegsmelten waren; zo kenden ook de 50’er jaren warmte:
1939:
1979 ijstijd
Net zoals in Nederland is onder de Obama administratie het verleden afgekoeld in de statistieken en het heden warmer geworden in de statistieken (homogenisatie). Als u op deze link drukt ziet u dat goed weergegeven (HIER) Happer vindt dat er in deze tijd geen sprake is van een CO2 overschot maar nog steeds van een tekort. Planten hebben water, licht en CO2 nodig. Wanneer je CO2 verhoogt groeien de planten sneller en groter. Vandaar dat in kassen CO2 toegevoegd wordt. Een ander groot voordeel is dat planten ook groeien in droge gebieden. Nu de CO2 hoger is zie je in gebieden waar het droog is, en niets groeide, planten weer kans krijgen om te groeien. De NASA heeft hier een interessante studie over, die je HIER vindt.
Volgens een nieuwe studie gepubliceerd in het tijdschrift Nature Climate Change op 25 april, heeft een kwart tot de helft van de begroeide gronden van de aarde de afgelopen 35 jaar een aanzienlijke vergroening ondergaan, voornamelijk als gevolg van stijgende niveaus van koolstofdioxide in de atmosfeer.
Een internationaal team van 32 auteurs van 24 instellingen in acht landen leidde het onderzoek, waarbij satellietgegevens van NASA’s Moderate Resolution Imaging Spectrometer en de National Oceanic and Atmospheric Administration’s Advanced Very High Resolution Radiometer-instrumenten werden gebruikt om de bladoppervlakindex of het bedrag te helpen bepalen van bladbedekking, over de begroeide gebieden van de planeet. De vergroening vertegenwoordigt een toename van bladeren aan planten en bomen in oppervlakte gelijk aan tweemaal Verenigde Staten.
(Zie ook dit artikel in dit verband Deserts ‘greening’ from rising CO2)
Waarom ontstaat er meer woestijn bij minder CO2 in de atmosfeer?
Een plant heeft water nodig om CO2 te kunnen opnemen en hoe minder CO2 er is, hoe meer water de plant nodig heeft. Voor het maken van 1 gram suiker is 100 gram water nodig voor de benodigde fotosynthese in de plant. Happer zegt dat 400ppm nog steeds te weinig is. In de atmosfeer zit net zoveel CO2 als thans opgenomen in planten, zo weinig is er nog over!
3 miljoen jaar geleden begon de huidige ijstijd-periode. Uit ijslaag-metingen weten we, dat CO2 pas enige tijd later daalt, als de temperatuur daalt. CO2 volgt dus de temperatuur, in plaats van andersom! Ook is veel CO2 opgeslagen in fossiel. Toen de CO2 zo’n 3 miljoen jaar geleden daalde, stierven de planten massaal uit, die veel Co2 nodig hadden (c4-planten is een groep die veel CO2 nodig hebben; deze stierven uit) of ze pasten zich aan. Deze c4 planten werden vervangen door c3 planten, die niet stikken in een atmosfeer met weinig CO2.
Happer legt uit dat zijn bewering, dat CO2 nauwelijks bijdraagt tot temperatuurstijging ook beaamd wordt door global warming AGW aanhangers. Zij maken gebruik van aannames over feedback omdat ze weten dat CO2 alleen niet voldoende is voor de opwarming, door meer CO2 zou meer waterdamp in de atmosfeer komen, die zorgt voor een versnelling van temperatuurstijging door CO2. Maar daar is geen bewijs voor. Happer heeft hier zelf ook onderzoek naar gedaan tijdens de Bush-administration. Happer zegt dat het juist goed is als er meer CO2 in de atmosfeer komt.
Hier kunt u het hele interview horen van William Happer:
x
De warme- en koude periodes in de afgelopen 2300 jaar.
X
De warme periodes (Roman Warm (250 voor Christus – 400 na Christus) en de Mediëval warm periode (1100 – 1250 na Christus) is een groot probleem voor de theorie dat CO2 het klimaat drijft. Wat je ziet is dat men probeert deze periodes weg te moffelen, zoals gebeurt is met veel hittegolven in Nederland, of andere verklaringen zoeken, dat het alleen lokaal warmer was. Om dit document niet te lang te maken zullen de manipulaties van de temperatuurgrafieken moeten wachten tot een volgende keer. Er zijn enorm veel bewijzen dat deze warme periodes bestaan hebben waar je niet zomaar aan voorbij kan gaan.
- Zo werden er druiven verbouwd in Noord Engeland in zowel de ‘Roman warm’- als de ‘Mediëval warm’-periode[1]
“In Domesday Book (1085) werden 38 wijngaarden in Engeland geregistreerd. De wijn werd beschouwd als bijna gelijk aan de Franse wijn, zowel in kwantiteit als kwaliteit, tot in het noorden van Gloucestershire en het Ledbury-gebied van Herefordshire, waar de grond zou lijken op die van de wijndistricten Rijn en Moezel. Het Londense bekken, de Medway-vallei en het eiland Ely waren ook bevoorrechte districten.
De noordelijkste wijngaarden lagen in de buurt van York, het noorden van Engeland, maar het meest begunstigde land kwam uit Northants en het Fenland in zuidelijke richting. Dit impliceert zomertemperaturen die misschien 1 tot 2 ° C hoger zijn, dan vandaag”
- De boomgrens in de bergen lag hoger tijdens de Roman- of mediëval warm periode[2]
“Historische boomgrensposities werden vergeleken met die uit het begin van de 21e eeuw, en geven aan dat de verhogingen van de boomgrenzen die in de afgelopen eeuw zijn bereikt en in combinatie met de moderne klimaatopwarming hoogst ongebruikelijk, maar niet unieke fenomenen zijn vanuit het perspectief van de afgelopen 4800 jaar ‘ “Voordien was de pijnboomlijn (en zomertemperaturen) consistent hoger dan nu, net als tijdens de Romeinse en middeleeuwse periode.”
- Moeilijk te debunken: het zeeniveua lag veel hoger in de mediëval en roman warm periode, vergeleken met vandaag [3].
Te zien hierboven op de grafiek, is ook de daling van de zeespiegel vanaf de 14e eeuw.
“Het Normandische kasteel aan Pevensey Bay is een van de meest historische plekken in Groot-Brittannië. Het is gebouwd binnen een Romeinse muur en was het hoofdkwartier van Willem de Veroveraar. Het werd ook gebruikt als verdedigingspost door Britten en Amerikanen in de Tweede Wereldoorlog
Het is momenteel enkele kilometers van de zee, maar op het moment dat de Romeinen en de Noormannen de structuren bouwden, sloeg het water tot aan de rand van de steen. De kaart hieronder toont de baai 900 jaar geleden en de huidige kust als een stippellijn.”
- Toe- en afname gletsjers
Er is veel onderzoek gedaan naar de toe- en afname van gletsjers, daaruit blijkt dat deze tijdens de roman- en mediëval periode deze zich aanzienlijk terugtrokken, alle studies hierover kunt u vinden (HIER).
X
De koude periode tussen 1300 en 1900
X
Een van de manieren om te kijken naar climate change in de late middeleeuwen, is te kijken hoe het klimaat was in IJsland, gedurende de tijd dat de Vikingen er waren[4].
Toen de Vikingen voor het eerst in IJsland aankwamen, vonden ze volgens de oude teksten beboste laaglanden, weelderig weiland en beschutte inhammen tegen de zee. Gerstzaden gevonden op de aarden vloeren of afvalstapels vertellen ons dat ze de gerst hebben geconsumeerd, terwijl uit pollenonderzoek blijkt dat ze ook gerst hebben verbouwd. Het graan had kunnen worden gebruikt voor brood of pap, maar de voorkeur voor bier maakt het zeer waarschijnlijk dat het voornamelijk werd gebruikt om alcohol te produceren’, zei Zori.
Kort nadat de groep Vikingen in IJsland was aangekomen, begonnen de temperaturen te dalen. Studies hebben aangetoond dat de koude zomers en ijsgroei abrupt begonnen tussen 1275 en 1300 na Christus, gevolgd door “een aanzienlijke intensivering” van 1430 tot 1455. Dit betekende dat de Vikingen negen maanden van zeer koude winters en drie maanden weer slechts een klein beetje minder koud was dan de wintermaanden.
De groep moest hun vee binnen houden omdat er niet genoeg gras was. Omdat ze genoeg gerst moesten verbouwen voor hun vee en families, plus extra om bier te brouwen, veroorzaakte het weer een grote domper. Het werd al snel onpraktisch om zoveel koeien te houden en schapen begonnen ze te vervangen. Schapen worden beter beschermd met hun dikke wollen jassen bij winterweer en zo werden ze schaapherders.
Ditzelfde scenario herhaalde zich in West-Groenland en is vastgesteld als de reden voor het vertrek van de Noorse Vikingen uit hun nederzettingen. Yongsong Huang, van Brown University, een lid van het onderzoeksteam dat de Viking-nederzettingen in Groenland bestudeerde, zei: “De verlaagde temperaturen zijn de meest waarschijnlijke verklaring voor hun snelle vertrek uit het gebied.”
Wat we nu zien is dat het weliswaar in Nederland niet veel sneeuwt, maar wel op het noordelijk halfrond, hoeveelheid sneeuw door het dak ver boven de standaarddeviatie, waar dat door kan komen gaan we het hebben als we praten over grand solar mininum. (Bron grafiek: Finse meteorologisch instituut.)
* * *
– Deel 2: –
Voor hen, die technische meer willen weten over
de SIM en Grand Solar Minimum. Technisch!
De Solar Inertial Motion (SIM)
als verklaring voor Climate Change
X
We gaan nu kijken naar de bewijzen en onderbouwing van de SIM, uitgelegd in het eerste hoofdstuk, als verklaring voor climate change. Direct na publicatie brak er een storm van kritiek los. Zharkova verweert zich HIER. Gedurende haar onderzoek stuitte het team op zonnecyclus van zo’n 2000 jaar, met warme en koude periodes van eeuwen, die mogelijk een verklaring kan geven voor warmere periode van de aarde na de laatste kleine ijstijd, maar ook de ‘medieval warm periode’ en de ‘roman warm periode’. Uit haar onderzoek blijkt dat die warme en koude periodes ieder ruim 2000 jaar terugkomen, maar ook een trend over die 2000 jaar periodes heen, periodes van 2000 jaar in een warme- of koude trend.
Daarnaast is er ieder 200 jaar sprake van een zonneminimum (grand solar minimum eens in de 400 jaar) die het klimaat voor enkele decennia instabieler maken. De zonneminima is afhankelijk van het aantal zonnevlekken (eens in de 200 jaar zijn er veel minder van) wat invloed heeft op het klimaat over een paar decennia, de warme en koude periodes van eeuwen worden veroorzaakt hoe ver de zon van het barycenter af staat, hoe verder weg hoe kleiner de straal naar de zon, en dus ook hoe warmer. Als de zon op het barycenter ligt wordt de baan om de aarde overigens ook ovaler, ervan af gaat die meer op een cirkel lijken, zegt Zharkova.
Uit haar onderzoek blijkt dat we nu in een warme periode zitten (overeenkomstig de periode van roman warm) , en de temperatuur de komende eeuwen (tot 2600) zou kunnen gaan stijgen met 2.5 tot 3 graden Celsius doordat de aarde meer zon vangt (insolation zon) door verandering van diens baan veroorzaakt door de Solar Inertial Motion (SIM).
Dit is een interessante theorie die ik hier wil uitdiepen. Hypotheses en theorieën hebben nu eenmaal de eigenschap zo nu en dan het gelijk aan hun zijde te hebben. Als de theorie klopt is de temperatuurstijging die we gehad hebben in de industriële periode tenminste voor een groot deel natuurlijk. Dat betekent dat klimaat geen argument is om overhaast alternatieven te vinden voor fossiele brandstoffen, met alle voordelen van dien, want CO2 is goed voor het milieu, zoals we gezien hebben. Vandaar dat ik dit een belangrijke theorie vind en dit nu onder uw aandacht wil brengen.
Valentina Zharkova is wiskundige met een PhD graad in astrofysica. Ze heeft zich bezig gehouden met een onderzoek naar de werking van de zon. Waardoor zijn er zonnevlekken, waarom zijn er periodes met minder zonnevlekken? Maar ook onderzoek naar de beweging van de zon en de planeten, en wat voor invloed dit heeft op de zonneactiviteit. Met de Solar Inertial Motion (SIM) is mogelijk een nieuwe parameter ontdekt naast de Milanković paramenters die de warmte periodes kan verklaren binnen een tijdsbestek van ieder ±2000 jaar op de aarde.
X
De Solar Inertial Motion: SIM
X
De Milanković parameters kunnen de daling of stijging van temperatuur verklaren op de hele lange termijn, maar minder goed die op de kortere (binnen +2000 jaar) termijn. Dat de planeten rond de zon draaien is niet geheel juist. De planeten draaien om het centrum van de massa van het zonnestelsel, het zogenaamde barycenter van het zonnestelsel. De zon heeft veruit de grootste massa, ruimschoots meer dan 99% ten opzichte van alle planeten samen. Daarom bevindt de barycenter zich nabij zon. Tussen de maan en de aarde bestaat ook een barycenter, de maan draait immers om de aarde heen. Dit barycenter bevindt zich echter binnen de aarde.
Anders dan tussen de aarde en de maan bevindt het barycenter van het zonnestelsel zich meestal buiten de zon. De afstand tussen de zon en het barycenter kan zelfs maximaal ruim 2 keer zijn diameter zijn (4.3 solar radius van 696.000 km; dat is bijna 1.4 miljoen km verschil tussen de uiterste posities).
Hier op het plaatje links, zie je dat de zon, die zich in de loop van eeuwen verwijdert van het barycenter of er juist naar toe gaat, ook een spiraalbeweging maakt. Als je met je vinger de lijn volgt in de richting van de pijl, en ziet hoe de jaren verschieten, dan zie je wat ik bedoel. Een dergelijke spiraalbeweging duurt ongeveer 11 jaar. Zharkova denkt dat dit verwijderen van het barycenter van invloed is op ons klimaat. Daarnaast dendert de zon voort door de ruimte (plaatje 2) met een snelheid van zo’n 70.000 kilometer per uur, evenals de planeten, maar die draaien daarbij ook om de zon; zie deze animatie:
Het lijkt er dus op, alsof de zon zich beweegt in één rechte lijn en de planeten in een spiraal meebewegen. Echter, als je de klok versnelt, bijvoorbeeld één jaar beweging per seconde, dan zie je dat die zon ook een spiraalvorm maakt. Dit is de SIM die ook inderdaad is waargenomen. Zij wordt bijvoorbeeld gebruikt om te zien of een ster planeten heeft [5]. De complexe banen van de zon en planeten rond het barycenter [6] volgen de wetten van de zwaartekracht, waarbij de grote planeten de meeste invloed hebben op de positie van de zon.
Zharkova noemt dat : Verstoringen veroorzaakt door de zwaartekracht van grotere planeten (ze noemt: Jupiter, Saturnus, uranus, Neptunus). (NASA legt SIM uit op haar website met een animatie, die je HIER vindt.)
X
Andere invloeden van planeten op de zon: Solar magnetische velden
X
Om de werking van de zon te begrijpen (diens elektromagnetisch krachten) en ook waarom het in sommige periodes het weer instabieler wordt, moeten we ook naar de planeten kijken. De zon volgt namelijk fysieke wetmatigheden. Binnen periodes dat de aarde opwarmt heb je korte periodes (ieder 200 jaar) dat het weer instabiel wordt (hittegolven, kougolven, extreme regen- hagelbuien etc.) en ook afkoelt. Dat is afhankelijk, niet direct van de SIM, maar van zonnevlekken. Wat zorgt ervoor dat er veel of weinig zonnevlekken op de zon zijn?
Er wordt niet willekeurig ‘besloten’ om meer of minder zonnevlekken te maken. Dat wordt veroorzaakt door de wisselwerking van de zwaartekracht tussen de zon en andere planeten. De zon kent twee magnetische ‘waves’ op het noordelijk- en twee ’waves’ op het zuidelijk halfrond (Zharkova noemt dit Double Dynamo Waves), zie de illustratie hiernaast.
Deze kunnen versterkend op elkaar werken, er zijn dan veel zonnevlekken. Ze kunnen elkaar ook tegenwerken. Er zijn dan weinig of zelfs geen zonnevlekken. In dat geval heffen ze elkaar bij wijze van spreken op. Een zonnevlek is een grote magneet die alleen kan bestaan als de twee waves elkaar niet teveel tegenwerken. Dit is niet een willekeurig proces maar wordt gestuurd door de planeten.
De Duitse wetenschappers Theodor Landscheidt ontdekte al een verband tussen de zonnevlekken en de bewegingen van de planeten (HIER). De Tsjechische wetenschapster Charvatova[7],[8],[9] heeft hier verder onderzoek naar gedaan en zag inderdaad dat als de zon in de SIM meer geordende bewegingen maakte, dat er zonnevlekken waren.
Echter, als die SIM bewegingen van de zon meer chaotisch waren, door random posities van de planeten, dan was er een solar minimum, of zelfs een grand solar minimum (vrijwel geen zonnevlekken). Zharkova ziet een verband met de vier ‘waves’. Er ontstaat de situatie binnen een zonneminimum dat de dynamo waves elkaar tegenwerken en hierdoor geen- of weinig zonnevlekken kunnen produceren.
Dit proces -weinig of geen zonnevlekken- gebeurt in een cyclus van ± 200 jaar (solar minimum) en ± 400 (grand solar minimum) jaar. We leven nu in een Grand Solar Minimum periode die minimaal enkele decennia gaat duren.
Echter, naast die korte periodes veroorzaakt door zonnevlekken, zijn er ook langere periodes binnen zo een 2000 jaar cyclus dat de temperatuur gemiddeld stijgt of daalt. Dat wordt niet veroorzaakt door zonnevlekken. Zharkova bepaalde de parameters en daarna de formule om de waves in een grafiek zichtbaar te maken, op basis daarvan keek ze 120.000 jaar terug. Wat ze ontdekte was dat er een patroon is (van warme en koude eeuwen), per ongeveer 1950-2100 jaar die zich telkens herhaalt, m.b.t. de solar activity (Charvatova denkt 2400 jaar, wordt ook genoemd door Zharkova).
Dit patroon laat zien dat er sprake is van verhoogde zonneactiviteit (het wordt warmer) en verlaagde zonneactiviteit (het wordt kouder). Dit wordt bepaald door de SIM , er zijn namelijk hierdoor periodes dat de straal tussen de zon en de aarde kleiner is (zon ligt ver van het barycenter af) respectievelijk groter (zon ligt nabij het barycenter) . Die periodes duren geen decennia (bij de solar minima) maar eeuwen (Roman Warm, Medieval Warm, Kleine ijstijd).
Over de zonnecyclus en de Grand Solar Minimum
Een zonnecyclus duurt 11 jaar (soms iets langer). Halverwege is het aantal zonnevlekken maximaal, daarna neemt zij af, waarna een magnetische pool omkering plaatsvindt (wat op aarde eens in de zoveel honderdduizend jaar voorkomt). Een zonnecyclus met weinig zonnevlekken is een lage zonnecyclus. Meerdere cycli met weinig zonnevlekken noem je een minimum (eens in de ±200 jaar) of een grand solar minimum (eens in de ± 400 jaar, is een grotere minimum). Haar forecast is dat de komende zonnecyclus (nr 25) de start is van een Grand Solar Minimum (de huidige zonnecyclus).
Een grand solar minimum is een periode met instabiel weer. Met name doordat de jet streams gaan schudden (ze blijven niet meer stabiel binnen hun normale bandbreedte) ,vanwege het krimpen van de atmosfeer, denken sommige geleerden. Er ontstaat hierdoor een ruimte probleem voor Jet streams en worden hiermee instabiel, gevolg meer hitte- (schuddende jet stream van de evenaar) en kougolven (schuddende jet stream uit arctische gebieden, met name de noordpool) binnen de seizoenen. Deze Engelse weerman legt het zeer goed uit, een aanrader (HIER). En HIER legt NASA onderzoeker Lean uit wat het verband is met een GSM.
De temperatuur wordt hierdoor niet lager!!
Een aantal geleerden[10],[11],[12] denkt dat de lagere temperatuur in een GSM wordt veroorzaakt door meer blootstelling aan atmosferische geladen deeltjes (cosmic rays) veroorzaakt door een afname van magnetische kracht van de zon, die voor meer laaghangende wolkenvorming zorgen, en daarmee meer cooling omdat meer TSI wordt teruggekaatst de ruimte in. In Spaceweather.com (HIER) ziet u dat de cosmic rays stijgende is tijdens dit minimum en dat zal nog veel erger worden.
Ook vulkaanuitbarstingen (zorgen voor cooling) nemen toe gedurende een Grand Solar Minimum, zoals beschreven in het boek van NASA man John Casey, die meedeed aan het space shuttle project, expert is in vulkanen en aardbevingen en in een boek beschreven heeft wat dit betekent in een GSM[13]. Op deze site (HIER) leest u dat er gemiddeld 20 actieve vulkanen zijn , thans zijn dat er een stuk meer, 45.
TSI neemt ook iets af tijdens een GSM (minder flares tussen de zonnevlekken is minder TSI). Dit is wat op de wat langere termijn te zien is gedurende een GSM. NOAA (meteorologisch instituut van Amerika) houdt hier rekening mee zoals te lezen op zijn website: NOAA (HIER) Er staat bij dat de pagina onder review is, dus voor de zekerheid een citaat van die pagina, voordat dit verdwijnt:
‘Scientists have postulated that cosmic rays can affect the earth by causing changes in weather. Cosmic rays can cause clouds to form in the upper atmosphere, after the particles collide with other atmospheric particles in our troposphere. The process of a cosmic ray particle colliding with particles in our atmosphere and disintegrating into smaller pions, muons, and the like, is called a cosmic ray shower. These particles can be measured on the Earth’s surface by neutron monitors.’
vertaald:
‘Wetenschappers hebben gepostuleerd dat kosmische stralen de aarde kunnen beïnvloeden, door veranderingen in het weer te veroorzaken. Kosmische stralen kunnen wolken doen ontstaan in de bovenste atmosfeer, nadat de deeltjes in botsing zijn gekomen met andere atmosferische deeltjes in onze troposfeer.
Dit proces waarbij een deeltje van kosmische straling botst met deeltjes in onze atmosfeer en uiteenvalt in kleinere pionen, muonen en dergelijke, wordt een kosmische stralenregen genoemd. Deze deeltjes kunnen op het aardoppervlak worden gemeten met neutronenmonitors.
In mijn vorige artikel hier op de site, heb ik uitgelegd wat het grote gevaar is van het instabiele weer, en dat is mislukken van oogsten, zoals bleek tijdens de Maunder- en tijdens de Dalton periode. De IPCC en sommige mensen in Nederland houden zich ook bezig met het mislukken van de oogsten in de nabije toekomst en advisering daarover [14]. Volgens hun veroorzaakt door teveel CO2 en klimaatverandering daardoor. Echter, wat zij doen is de klimaatverandering door de grand solar minimum en de gevolgen daarvan al vast framen als gevolgen van global warming door CO2. Hier kun je meer lezen over extreem weer tijdens grand solar minimum en het effect op oogsten (HIER)
Over de 2000 jaar cyclus
Een zonnecyclus duurt ongeveer 11 jaar (soms iets langer). Het aantal zonnevlekken neemt eerst toe, tot een hoogtepunt halverwege, en neemt daarna af. Dat patroon (Butterfly graph) ziet eruit zoals hierboven getoond. Zoals te zien zijn er periodes met meer activiteit binnen een zonnecyclus (een maximum) en minder activiteit (minimum). Maar er zijn ook patronen te zien op de langere termijn over eeuwen heen. Zharkova heeft de zonnecycli tussen 2 grand solar minimums (duur 400 jaar) samengeperst tot 1 ‘zonne cyclus’, waardoor je per 2000 jaar 5 blokken hebt (5 x 400) en een patroon ziet, die iedere 2000 jaar verbluffend gelijk is (plaatje 7). Elk blok (tussen de verticale lijnen) heeft dus 5 grafieken.
Er zijn warme en koude periodes per 2000 jaar. Het begint met 2 hoge, eindigt met een lange lage (kleine ijstijd).Er is niets op de zon die dit patroon kan maken. De zon is niet stochastisch, haar gedrag wordt bepaald door de planeten. Het moet dus van de planeten komen, en wel via de SIM zegt Zharkova. Dus hoever de zon van het barycenter staat, wat invloed heeft op de straal tussen de zon en de aarde en daarmee samenhangend: hoe ovaal de baan van de aarde om de zon is (rond of langgerekt).
Over de 41.000 jaar cyclus
Vertaald naar een nog grotere filter over 120.000 jaar, over nog een grotere periode waar de 11 jaar cycli compleet onderdrukt (uitgemiddeld) zijn zie we een golvend Solar Activity trend, de (average magnetic field (Zharkova)) in de summary curver. Hier zien we een 41.000 jaar cyclus!!! Het patroon van de Milancovic cycle (namelijk de Tilt, of te wel de Obliquiteit, hoe schuin de aarde staat) wordt dus weerspiegeld in de average magnetic field over 120.000 jaar! De planeten bepalen dus ook dit patroon. De zon is gelukkig zeer voorspelbaar. Haar magnetisch veld op aarde wordt qua magnitude bepaald door de planeten.
Er zijn dus 2000 jaar SIM-cycli in een cooling trend en 2000 jaar SIM-cycli in een warming trend. Kijken we naar de trend in de komende duizenden jaren, dan zitten we in een trend die naar een global cooling tendeert. Rond 11.800 is de tilt (hoek van de aardas) het laagst. Verschil tussen zomer en winter is dan het kleinst qua temperatuur. De winter duurt dan op het noordelijk halfrond ook 7 dagen langer (door de precessie beweging), er is minder verschil tussen winter en zomer dan bij een hogere tilt.
Wat doet de SIM?
De invloed van de zwaarte kracht van de planeten weerspiegelt zich in de Solar Inertial Motion. Deze heeft zoals gezegd een cyclus van rond 2000 veroorzaakt door SIM, en daar bovenop zit nog een trend van een periode van ruim 40.000 jaar (weerspiegelt in de tilt) die de trend aangeeft naar langdurige cooling of langdurige warming. De komende 2000 jaar cycli tenderen naar een global cooling trend. Deze wordt veroorzaakt door de krachten die de tilt veranderen van de aarde en maken de omstandigheden voor een grote ijstijd gunstiger. Echter, dat valt buiten de scope van dit artikel. De SIM regelt ook de Solar Minima en Grand Solar Minima, en wel indirect, zoals reeds uitgelegd m.b.t. de dynamo waves en hoe geordend de bewegingen van de planeten zijn.
Over de warme periodes binnen 2000 jaar, en de warmte toename afgelopen 100 jaar.
Binnen de 2000 jaar cyclus heb je meerdere warme en koudere periodes. De huidige +2000 jaar cyclus is begonnen rond 1600, toen was de terrestrial temperatuur het laagste binnen de 2000 jaar cyclus, de maunder grand solar minimum moest toen nog beginnen. De mensen in die tijd sloften niet. Zowel de maunder minimum als de dalton minimum begonnen toen de terrestrial temperatuur laag was, vandaar de naam: kleine ijstijd. De terrestrial temperatuur is nu een graad hoger. Het komende GSM zal daarom minder extreem koud zijn als die van de maunder minimum.
Rond 1600 lag de zon min of meer op de focus van de ellips, de barycenter, in positie perihelium (ietwat links). In Januari ligt de zon dan het dichtst bij de aarde (is nu ook nog zo). De zon blijft daar niet maar beweegt zich vanaf die tijd richting aphelium (zie plaatje naar rechts) in een tijdsbestek van eeuwen. Als de zon zich beweegt richting aphelium, van de barycenter af, naar rechts dus, dan verandert de orbit van de aarde rond de zon.
De excentriciteit vermindert, de orbit wordt meer circulair (lijkend op een cirkel). Magnetisch veld van de zon wordt volgens Zharkova hoger omdat de radius van orbit rond de zon kleiner wordt, dit zorgt voor meer TSI, dus meer warmte.
De afstand tussen de aarde en de zon wordt tijdens de aphelium (begin juli) ongeveer 2% kleiner volgens Zharkova, tijdens het perihelium (onze winter) wordt die juist groter, de zomers op het noordelijk halfrond worden dus veel heter en de winters op het noordelijk halfrond iets kouder, ik vermoed dat de overige seizoenen allen warmer zullen worden op het noordelijk halfrond (op het zuidelijk halfrond zal de zomer iets koeler worden dan nu).
Waar het hier om draait is of de orbital radius inderdaad kleiner wordt als de zon zich verplaatst naar aphelion. Als dat klopt heeft Zharkova gelijk en is daarmee verklaard waarom het warmer wordt in sommige periodes van eeuwen binnen de 2000 jaar cycus. Dit kan op de volgende manier gecontroleerd worden.
Orbital radius verklaard via Solar constante
We zouden dat ook moeten kunnen zien aan de gemiddelde TSI (grootheid die aangeeft hoeveel zonnewarmte in Watt per vierkante meter) , die zou een stijgende trend moeten volgen. Echter, eenvoudig is dat niet te berekenen. Deze is van zijn aard niet constant, de orbit is niet rond (daarmee fluctueert de TSI) en de TSI is ook variabel vanwege de toe- en afname van zonnevlekken (gemiddeld 0.1%). De gemiddelde TSI wordt Solar Constant (S) genoemd (thans 1366.1 W/m2). Men schat dat deze varieert met 0.015% in de afgelopen 1000 jaar, gebaseerd op aannames over het klimaat in de afgelopen eeuwen. Wellicht kan de toe- en afname van de solar constant iets zeggen over de gemiddelde orbital radius, en daarmee een toets op de theorie van Zharkova.
Orbital radius verklaard via de JPL berekening
Met behulp van de niet volmaakte JPL berekening werd de afstand van de aarde-maan (orbital radius) tot de zon berekend, deze werd hier ook al kleiner tot het jaar 2600 bij de oude onvolledige berekeningen (plaatje 14).
Zharkova zegt hierover in haar respons op haar critici het volgende:
‘With a help of specialists, we obtained and plotted the JPL ephemeris for the rotation of Earth+Moon system in the 1800-1900 about the Sun (cyan curve) and about the barycentre of the solar system in 19th century (magenta line) (see Fig. 2, top plot).It is clearly seen that the Earth and Venus orbits oscillate with the variable orbit parameters about the barycentre, while their orbits remain nearly constant in a rotation about the Sun.’
vertaald:
‘Met behulp van specialisten hebben wij de JPL efemeriden voor de rotatie van het Aarde+Maan systeem in de jaren 1800-1900 om de Zon (cyaan curve) en om het barycentrum van het zonnestelsel in de 19e eeuw (magenta lijn) verkregen en uitgezet (zie Fig. 2, bovenste plot). Het is duidelijk te zien dat de banen van de Aarde en Venus met de variabele baanparameters om het barycentrum schommelen, terwijl hun banen vrijwel constant blijven in een rotatie om de Zon.’
Als de andere planeten meetellen wordt de afstand tussen de aarde en zon nog iets kleiner, volgens de berekeningen van het team van Zharkova. Zij verwoordt het zo:
The joint perturbation of these four planets (Jupiter, Saturn, Uranus and Neptune) would further affect the rotation of the Earth about the Sun, surely deviating from the semi-SIM Earth orbits presented in the comments 15 and 72 below our paper. We envisage that the newly calculated Earth orbits will be closer to the orbits about barycentre including SIM shown in Fig. 2 by magenta line.
vertaald:
De gezamenlijke verstoring van deze vier planeten (Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus) zou de draaiing van de Aarde om de Zon verder beïnvloeden, en zeker afwijken van de semi-SIM aardbanen zoals gepresenteerd in de commentaren 15 en 72 onder ons artikel. Wij denken dat de nieuw berekende aardbanen dichter zullen liggen bij de banen om het barycentrum inclusief SIM die in Fig. 2 met een magenta lijn zijn aangegeven.
Ze legt als volgt uit dat de berekeningen voor de positie van de barycenter tot nu toe fout waren, doordat niet alle planeten meetelden:
We appreciate that integration of all contributions to the Earth orbit is a complex task, especially for the Earth+Moon system. However, the fact is that the Earth rotation about the Sun has not been done consistently because these JPL ephemeris calculations of the Earth orbit about the Sun did not include into the integration the effects of Uranus, Neptune and Saturn in addition to Jupiter already included. However, Uranus, Neptune and Saturn together with Jupiter define the real position of the barycentre of the solar system and the Earth motion about the Sun.
vertaald:
Wij zijn ons ervan bewust dat de integratie van alle bijdragen aan de aardbaan een complexe taak is, vooral voor het systeem Aarde+Maan. Het is echter een feit dat de draaiing van de Aarde om de Zon niet consequent is uitgevoerd omdat in deze JPL efemerideberekeningen van de baan van de Aarde om de Zon de effecten van Uranus, Neptunus en Saturnus, naast Jupiter die reeds zijn opgenomen, niet in de integratie zijn meegenomen. Uranus, Neptunus en Saturnus bepalen echter samen met Jupiter de werkelijke positie van het barycentrum van het zonnestelsel en de beweging van de Aarde om de Zon.
Andersom, de zon beweegt zich naar barycentre, en dus perihelium, dit zorgt er weer voor dat de orbit meer elliptisch wordt, minder magnetisch veld, omdat het belangrijkste deel van de orbit beweging van de aarde juist verder weg van de zon is. Kijken we naar de afgelopen ruim 100 jaar dan zie we dat er een natuurlijke opwarming is geweest van een halve graad tussen 1880 en nu. Tot 2600 zal er gemiddeld elke eeuw een halve graad bijkomen volgens deze berekeningen. Daarna wordt het weer kouder.
Kijkend naar de afgelopen 120.000 jaar, is dit 60 keer eerder gebeurd, zonder dat dit dramatische gevolgen had voor onze planeet. Blijkbaar heeft onze planeet nog een paar verdedigingsmechanismes, zoals wellicht meer verdamping, meer wolken en meer regen. Ook zullen we onze koude winters op het noordelijk halfrond houden (worden zelfs kouder), alleen de andere seizoenen op het noordelijk halfrond zullen veel heter worden.
De geschiedenis leert dat tijden van de meeste warmte, zoals in de mediëval warm periode en de roman warm periode, tijden waren van voorspoed en goede oogsten. De zeespiegel zal wel stijgen. Daar moeten we ons in Nederland op voorbereiden. Misschien wel door het leggen van eilanden voor de Noordzee kust, maar we hebben nog eeuwen om daarover na te denken. En eerst krijgen we de modern maunder periode nog (Eddy Minimum) zoals Zharkova de komende grand solar minimum noemt, modern want warmer dan de vorige, maar die zal nog voor genoeg hoofdbrekens gaan zorgen. Tot nu toe was de warmte de grootste vriend van de mensheid, en koude zijn grootste vijand.
Harry Zandvliet
(ICT’er: Data analist)
* * *
Bronnenlijst en referenties:
[1] 1-2°C Warmer Medieval Times Supported Wine Vineyards In Russia, Norway, N England (55°N)
[2] Ecological tree line history and palaeoclimate – review of megafossil evidence from the Swedish Scandes
[3] Sea Level Was Higher During The Medieval Warm Period
[4] Vikings and the little ice age: The end of beef and beer
[5] Worldatlas (what is the barycentre)
[6] Newhall et al, 1983, A&A, 125, 150
[7] Solar motion and the variability of solar activity (Adv. Space Res.,8,7,147-150,1988)
[8] On the relation between solar motion and solar activity in the years 1730-1780 and 1910-1960 (Bull. Astr. Inst. Czech.,41, 200-204,1990)
[9] Can origin of the 2400-year cycle of solar activity caused by solar inertial motion (Annales Geophysicae,18,399-405,2000)
[10] https://www.sciencedaily.com/releases/2017/12/171219091320.htm
[11] https://arxiv.org/pdf/1907.00165.pdf
[12] https://climatediscussionnexus.com/2019/07/17/new-evidence-for-the-svensmark-solar-effect/
[13] Upheaval Auteur: John Casey, December 2016, 9781490779034
alles onzin, kijk hoe alles georkestreerd is door de elite, met bronnen…….
https://stichtingvaccinvrij.nl/de-waarheid-over-ons-systeem-monopoly-een-totaalplaatje-van-the-great-reset-must-see/
https://www.rivm.nl/monitoring-sterftecijfers-nederland (euromomo aanklikken of zie site hier beneden)
Even naar beneden scrollen naar europese kaart:
https://www.euromomo.eu/graphs-and-maps/