Advertentie

GEEN beeldschermen bij kinderen < 3 jaar..!!


*

GEEN beeldschermen bij kinderen < 3 jaar..!!

2024 WantToKnow.nl/be

*

Na een uitgebreide studie, raadt een recent Frans wetenschappelijk rapport, het gebruik van beeldschermen door kinderen van 3 jaar en jonger VOLLEDIG af. Dit is een strenger advies, dan het laatste advies van de WHO. Dit gezondheidsorgaan adviseert, kinderen tot en met 2 jaar oud geen beeldschermen, zoals televisie en smartphone, aan te bieden. Nederland loopt hier zelfs nog op achter, waarbij je je afvraagt hoe dat komt en wat voor consequenties dat heeft.. Het betreffende Franse advies, opgesteld door een groep onderzoekers onder wie artsen (HIER pdf), werd breed in de media uitgemeten, doordat het een stevige maar duidelijke boodschap heeft. Namelijk: geen enkele schermtijd voor kinderen van 3 jaar en jonger. En dat is nogal wat..!

Daarna, tot de leeftijd van 6 jaar, een minimaal scherm­gebruik en altijd onder ouderlijk toezicht. En onder de 11 jaar geen mobiele telefoon, en tot 13 jaar geen smartphone. Jeugdarts en arts ‘maatschappij & gezondheid’ Vasanthi Iyer, heeft binnen de beroepsvereniging AJN Jeugdartsen Nederland het aandachtsgebied visus(kijk)problemen hierover:

‘Dit advies wijkt sterk af van dat van de Nederlandse Gezond­heidsraad (GR).’ 

Deze GezondheidsRaad bracht in 2022 een advies uit (HIER) over beweging bij jonge kinderen, met daarin ook een aanbeveling voor het beeldscherm­gebruik. Hierin volgde de GR het WHO-advies, dat al uit 2019 dateerde, om kinderen tot en met 2 jaar oud, niet voor schermen te zetten. En van 2 tot en met 4 jaar oud beval de WHO een maximale beeldschermtijd van een uur aan, maar liever minder.

Alhoewel de GR dus al bijna twee jaar geleden adviseerde dat jeugdgezondheidszorgorganisaties dit WHO-­advies zouden moeten gebruiken, is dat nog niet over­genomen in de jeugdgezondheids-zorgrichtlijn Houding en bewegen (HIER). Iyer, die ook van mening is, dat het niet waarschijnlijk is, dat de Nederlandse richtlijn op korte termijn aangepast zal worden:

‘De Nederlandse richtlijn Houding en bewegen, die ook een paragraaf over beeldschermgebruik heeft, is van vóórdat het GR-advies uitkwam. In die richtlijn is de leidraad om kinderen onder de 2 jaar zo min mogelijk aan schermen bloot te stellen. Maar we raden het schermgebruik dus niet volledig af. Vanaf 2 jaar is het advies wel in lijn met het WHO-advies, van maximaal een uur.

Een richtlijn binnen de publieke gezondheidszorg aanpassen vergt een traject via ZonMw, en daarmee dus geld en tijd. Aangezien er andere richtlijnen zijn die veel ouder zijn, en geüpdatet moeten worden, verwacht ik niet dat dit snel gaat gebeuren.

Iets verbieden, werkt vaak averechts. Dat zie je ook met vaccinaties. Hoe strenger de normen, hoe kleiner de kans dat mensen zich eraan houden. We proberen in de spreekkamer te bespreken of het kind voldoende beweegt en het beeldschermgebruik te verminderen, als ouders er al over willen praten. Gedrag beïnvloeden is lastig, kijk maar naar thema’s als vaccineren en co-sleeping.’

Buiten spelen..!
Maar het zou volgens Iyer wel degelijk helpen, als deze boodschap duidelijker is dan de huidige Nederlandse richtlijn.

‘De 20-20-2-regel om myopie te voorkomen is nu vrij bekend: na twintig minuten dichtbij kijken, twintig seconden in de verte kijken, en twee uur buiten spelen. Een regel zoals “0, 1, 2” voor schermtijd is duidelijker dan “zo min mogelijk”. Dus: onder de 2 jaar: nul minuten schermtijd; van 2 tot 5 jaar maximaal een uur, en van 5 tot 10 jaar maximaal twee uur. Dat vinden we ook als netwerk van professionals, onder wie kinderartsen, oogartsen en jeugdartsen die betrokken zijn bij ‘Zicht op Buiten’.’

Dit netwerk probeert sinds 2018 het publiek, de maatschappij en de politiek te doordringen van het belang van buiten spelen en het zo min mogelijk gebruiken van schermen. Kinderen hebben daarmee minder kans op myopie, slechtere motoriek en houding, slecht slapen en overgewicht. De organisatie ‘Zicht op Buiten’ vraagt hiervoor aandacht, door middel van bijeenkomsten, webinars, podcasts en factsheets. (HIER) Iver:

‘Ik pleit er ook voor dat we als jeugdgezondheidszorg nog meer gaan screenen op myopie. Nu doen we dat op de leeftijd van 10 jaar op indicatie, maar ik zou liever zien dat we dat standaard gaan doen. Want als je voor je 10de jaar myoop wordt, heb je een grote kans op hoge myopie, een afwijking -6 of hoger, wat in een derde van de gevallen tot ernstige complicaties en zelfs blindheid leidt.’

Bijziendheid, een mega-probleem..!
Er is een enorme toename van bijziendheid bij kinderen. Wist je dat in China, inmiddels 80-90% van de tieners een bril of lenzen draagt? En dat ook in Europa het gebruik van brillen en lenzen bij jong volwassenen blijft toenemen..? Uit een Chinees wetenschappelijk onderzoek (Mingguang He/artikel in JAMA), blijkt dat in de buitenlucht zijn, in het zonlicht, het relatieve risico op bijziendheid met maar liefst 23% vermindert.

Bijziendheid, ook wel myopie genoemd, is een afwijking van het oog waarbij een bril nodig is om weer scherp te zien. We kunnen de dingen om ons heen zien doordat het licht dat erop schijnt, wordt teruggekaatst en in onze ogen terecht komt. Om scherp te kunnen zien moeten deze invallende lichtstralen precies samenkomen op de binnenbekleding van het oog, het netvlies. De ooglens zorgt ervoor dat lichtstralen samenvallen op dit brandpunt. Bij mensen met myopie ligt het brandpunt vóór het netvlies en ontstaat een onscherp beeld.

Myopie is niet altijd onschuldig. Bij sterke myopie, met een brilsterkte van -6 of hoger, kan de oogaslengte zo lang worden, dat dit in de loop van het leven tot oogziekten leidt. Eén op de drie mensen met hoge myopie zullen uiteindelijk slechtziend worden. Het is dus erg belangrijk om dit te voorkomen! Zoals gezegd, is dit vooral in Azië een groot probleem. In de jaren 1960 was 10-20% van de jongeren in China myoop. Dat is nu dus gestegen tot 90% van de jongeren. (Europa: 50% van de twintigjarigen bijziend).

Het gevaar van een vroeg begin van myopie is met name dat het zich kan ontwikkelen tot slechtziendheid waarbij er momenteel nog geen preventieve behandeling bekend is. ‘Buiten zijn’ werkt preventief, zo toont een studie uit, waaraan 1900 kinderen deelnamen (eerste klas basisschool). Gedurende drie jaar vond er jaarlijks oogonderzoek plaats bij de interventiegroep en de controlegroep.

De interventiegroep speelde elke dag na schooltijd 40 minuten buiten en de ouders van deze kinderen werden aangemoedigd om in het weekend en de vakanties naar buiten te gaan. Bij de controlegroep werd er alleen oogonderzoek gedaan. Na drie jaar werd er bij 39,5% van de controlegroep bijziendheid vastgesteld, tegenover 30,4% van de interventiegroep.

Uit eerdere onderzoeken kwamen dezelfde conclusies, met daarin wel grotere verschillen tussen de twee groepen. Hij wijst erop dat het nog niet onderzocht is of de effecten van buiten zijn ook op de langere termijn blijven bestaan. Met andere woorden, of de invloed van beeldscherm-kijken gereduceerd blijft.

* * *

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.