Het onderstaande verhaal is afkomstig van onze Amerikaanse zustersite WantToKnow.info. Het is een bijzonder verhaal over kracht en macht. Wellicht dat we hier, met de a.s. clash van vaccineren vs. niet-vaccineren een voorbeeld aan kunnen nemen. Dat we geen fysieke vechters worden voor de vrijheid, maar dat we bij machte zijn onze kracht te kanaliseren.
Dat we gebruik maken van de techniek van de macht van onze eigen kracht. Innerlijke kracht wel te verstaan.
Aikido is een krijgskunst waarin techniek, en niet kracht, centraal staat. Prachtige technieken die bijzonder effectief zijn, maar wel de nodige training vereisen. Deze training is een weg van harmonie, zoals ook uit het onderstaande stuk blijkt. Aikido betekent ook letterlijk: De weg van de harmonie.
Een gevorderd Aikidoka is in staat een tegenstander snel en effectief te laten voelen dat een gevecht zinloos is, zonder de tegenstander letstel toe te brengen. Prima vaardigheden, maar dat is vaak niet het hoofddoel waarom we in het Westen deze Martial Arts, deze krijgskunsten beoefenen. Een leermoment dus voor al die vechtersbazen..
Maar Aikido geeft naast gezonde beweging dus vooral een stuk innerlijke rust en zelfvertrouwen. Een mooie balans tussen jezelf lichamelijk ontwikkelen, maar ook geestelijk, dat is hetgene wat Aikido biedt. In Aikido (met uitzondering van varianten op Aikido) zijn geen wedstrijden.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Aikido Surprise
By Terry Dobson
vertaling © Guido Jonkers / WantToKnow.nl/.be
Een belangrijk keerpunt in mijn leven kwam als een onverwachte verrassing, midden op een rustige lentedag in een slaperige trein in de buitenwijken van Tokio.
Het begon allemaal toen de oude trein rammelend en schuddend over de rails reed. De trein was betrekkelijk leeg, een paar huisvrouwen met hun kindjes in kinderwagentjes, een paar oudere mensen die gingen winkelen, enkele barmensen die door de sportpagina’s van het lokale nieuwsblad bladerden. Ik staarde afwezig naar de kleine huisjes en de stoffige heggen langs de spoorlijn.
Toen de deuren opengingen op een onbetekenend stationnetje, werd de rust van de kalme namiddag plotseling heftig verbroken. Een man op een platform brulde zo hard hij kon, zwaar agressieve, obscene, onsamenhangende vloeken. Net voordat de deuren dichtgingen, stapte deze, nog steeds schreeuwende man, onze wagon binnen.
Hij was groot, dronken en smerig. Hij droeg werkmanskleding en zijn versleten shirt stond stijf van het opgedroogde braaksel en zijn haar was kruimelig van de vuiligheid. Zijn bloeddoorlopen ogen puilden uit en keken met haat en verachting naar iedereen die zijn blik kruiste.
Tijdens het schreeuwen van obsceniteiten, zwaaide hij met zijn vuist naar de eerste de beste person die in zijn buurt was, een bange jonge vrouw die een baby stijf tegen zich aanhield.. De vuistslag gleed langs haar gezicht en eindigde op haar schouder, waardoor ze een draai maakte en in de armen viel van een ouderlijk stel. Het was werkelijk een wonder dat ze niet ernstig gewond was en dat ook de baby ongedeerd gebleven was.
Terwijl de doodsbange jonge vrouw wegdook om zich te verschuilen, daarbij tevens haar baby beschermend, sprong het oudere stel van hun stoelen op en stommelde naar het andere end van de coupé; zij waren doodsbang.
De grote arbeider probeerde met een schop te mikken op de rug van het weglopende oude vrouwtje, terwijl hij schreeuwde: “Jij ouwe hoer, ik zal je onder je reet schoppen!” Hij miste het vrouwtje maar net met zijn grote laars en zij kon maar net haar weg vervolgen. Deze situatie maakte de dronken reus zo furieus, dat hij de metalen paal in het midden van het treinstel vastpakte en deze uit zijn houders probeerde te rukken. Ik kon zien dat een van zijn handen gesneden was en dat hij daaruit bloedde; kennelijk het resultaat van een eerdere worsteling.
De trein boemelde verder, de passagiers in een vlaag van angst gevangen houdend in deze coupé. Ik stond op.
Ik was toen vrij jong en in een tamelijk goede lichamelijke conditie, was zo’n 1,80 meter lang, woog rond de 85 kilo en sprak vloeiend Japans. Ik had de afgelopen 3 jaar, een stevige Aikido-training gehad, waarbij ik elke dag zo’n 8 uur trainde. Ik hield ervan te gooien en vast te pakken, ik dacht dat ik een stevige jongen was. Maar mijn vaardigheden in martial arts waren nog nooit in de praktijk getest. Temeer omdat wij als Aikido-studenten niet mochten vechten.
Mijn leraar, de oprichter van Aikido, prentte ons elke ochtend in, dat onze vechtkunst opgedragen was aan de Vrede. “Aikido”, zo zei hij keer op keer “is de kunst van de verzoening. Iedereen die zijn focus op vechten richt, heeft zijn verbinding met het Universum verbroken. Als je probeert om andere mensen te domineren, dan ben je al direct verslagen. In Aikido proberen we het conflict op te lossen, en niet om een conflict te beginnen!”
Ik had naar zijn woorden geluisterd, ik wilde het écht proberen, ik wilde stoppen met vechten. Ik was zelfs zo ver gegaan, dat ik een paar keer de straat over was gestoken, om de flipperkastjunkies te vermijden, die rond de treinstations hingen; zij hadden maar al te graag mijn martial arts technieken willen testen..
Mijn voorbeeldige gedrag sierde me; ik voelde me heilig en een moedige kerel. Maar in de diepten van mijn hart, verlangde ik ernaar om een held te zijn. Een deel van mijn lijf verlangde naar de kans, een absoluut legitieme en gerechtvaardigde gelegenheid, om de onschuldigen te redden en de schuldigen te vernietigen..
“Dit is het!” dacht ik bij mezelf, toen ik opstond in die wagon en trots was op mijn confrontatie met die bedreiging van de samenleving, “deze zwerver, dit geweldadige dier, is dronken, gemeen en gewelddadig. De mensen hier zijn in onmiddellijk gevaar. Als ik niet snel iets doe, is er zo meteen iemand gewond. Het is tijd om zijn reet naar de schoonmaak te brengen.”
Toen hij me zag opstaan, greep de oorlogszuchtige dronkaard meteen de kans om zijn woede te richten. “Aha” schreeuwde hij “Een buitenlander! Jij hebt een lesje nodig in Japansse manieren” en hij liet een zware klap vallen op de metalen paal die naast hem stond, om zijn woorden kracht bij te zetten.
Ik hield me vast aan een passagierslus boven me, en gaf hem een blik van afkeer en afschuw. Ik liet hem elk beetje overspannen vuiligheid ie ik kon oproepen. Ik stelde me voor dat ik deze smerige kalkoen uit elkaar zou halen, maar hij zou de eerste stap moeten zetten. En ik wilde hem kwaad zien, want des te kwader hij zou worden, des te zeker zou mijn overwinning worden. Ik tuitte mijn lippen en blies een brutale en snerende kus naar hem toe.
Dát was een klap in zijn gezicht, “OK” brulde hij, “Ik ga je een lesje leren”. Ik zag hoe hij zich opmaakte om op mij toe te stuiven. Maar op het moment dat hij dit wilde gaan doen, klonk er ’n éénletergreep-schreeuw door de lucht. ‘HEY!”
Dit woord sneed door de heftige atmosfeer van dat moment, en ik was onmiddellijk verbaasd van de bijzondere blijheid die uit deze korte schreeuw klonk. Een blijheid die de kwaliteit van het moment kort oplichtte. Alsof jij en een vriend al een hele tijd lopen te zoeken naar iets belangrijks dat je kwijt bent, en je hoort je vriend plotseling “HEY!” roepen, op het moment dat hij het verloren gewaande terugvindt.
Ik draaide naar links en de dronkaard tolde naar rechts. Beiden keken we tegelijkertijd neer op een kleine oude man, die zeker ver in de zeventig was, een spichtig heertje, die daar goddelijk in zijn kimono zat. Hij besteedde geen aandacht aan mij, maar keek vrolijk naar de werkman, alsof hij een heel belangrijk, zeer welkom geheim met hem wilde delen.
“Komier” zei de oude man, in een makkelijk Japans dialect, de dronkaard wenkend. “Komier, en praat met me”. Hij wenkte met zijn hand naar de dronkaard en wees op de lege zitplaats naast hem. De grote vent volgde de hand, alsof hij aan een touwtje zat. Hij plaatste zijn voeten strijdlustig precies voor de oude man en ging dreigend over hem heen hangen.
“Met jou praaaaaaten!” brulde hij boven de ratelende wagonwielen uit. “Waarom zou ik verdomme met jou gaan praaaten!?”
De dronkaard stond nu met zijn rug naar me toe. Als zijn ellebogen een paar centimeter zouden bewegen, kon ik hem zo in zijn sokken opbergen.. De oude man bleef gefocussed op de grote vent. Er was geen spoor van angst of afkeer in hem aanwezig. “Wat hebbie gedronke?” vroeg hij zachtjes, zijn ogen glansden van interesse..
“Ik heb sake gedronken” brulde de werkman terug, “en daar heb jij godverdomme niks mee te maken!” . Spatten van speeksel bereikten de oude man.
“Oh, maar dat is prachtig” zei de oude man met verrukt, “absoluut prachtig! Weet je, ik hou ook zo van sake. Elke avond warmen mijn vrouw – ze is al 76 moet je weten- en ik een klein flesje sake op en nemen het mee de tuin in. Dan gaan we op het oude houten bankje zitten, dat een student van mijn grootvader ooit voor hem maakte. Dan kijken we hoe de zon ondergaat, en ook hoe onze oude dadelpruimenboom het doet.
Je moet weten dat mijn grootvader deze boom heeft geplant, en wij zijn bezorgd of deze boom de koude ijsstormen van de afgelopen winter wel heeft overleefd. Dadelpruimenbomen kunnen deze ijsstormen niet goed verdragen, hoewel ik moet zeggen dat de onze het beter gedaan heeft dan ik had verwacht, in het bijzonder als je de slechte grond waar hij in staat, ook in overweging neemt. Maar we zijn erg dankbaar als wij naar buiten kunnen met onze sake om van de avond te genieten, zelfs als het regent!”
Hij keek op naar de arbeider, met twinkelende oogjes, diepgelukkig stralend, dat hij deze mooie informatie mocht delen.
Toen de wilde dronkeman deze uitleg had aangehoord van de oude man, begon zijn gezicht te ontspannen. Zijn gebalde vuisten begonnen langzaam los te laten. “Jaaa” zei hij zacht en langzaam, “ik hou ook zo van dadelpruimen…” Zijn stem sloeg licht over. ‘Jazeker” zei de oude man, glimlachend en langzaam naar de grote vent overleunend, “maar ik ben er zeker van dat je ook een fijne vrouw hebt”.
“Nee”, zei de arbeider tegen de vreemde, vriendelijke man, met een zachtere, gedempte stem. “Mijn vrouw… zij is vorige jaar gestorven.”
De plotseling veranderde dronkaard liet zijn hoofd zorgelijk zakken. En toen, langzaam wiegend op de bewegingen van de wagon, begon deze grote, opstandige kerel, die zoëven nog zo dreigend had geleken, te snotteren.
“Ik hebbe geen vrouw meer, ik gaane niet naar huis meer, ik heb geen werk meer en ik heb geen geld meer. Ik weet niemeer waar ik naar toe moet. Ik schaam me zo vreselijk.” Grote tranen rolden nu over zijn wangen en een lichamelijke schok van pure wanhoop rolde door zijn lijf.
Boven het bagagerek, schreeuwde een felgekleurde reclameposter over de zegeningen van een lux leven in de buitenwijken.
Nu was het mijn beurt. Zoals ik daar stond, in mij mooi-opgepoetste jonge trots, met mijn rechtvaardigheidsgevoel van laten-we-van-deze-wereld-een-mooiere-democratie-maken, voelde ik me plotseling nog viezer en meer schaamtevol dan deze grote kerel was..
Precies op dat moment arriveerde de trein bij mijn eindpunt. Het perron stond propvol mensen en deze massa mensen begin zich direct door de deuren naar binnen te persen, toen de deuren zich openden. Toen ik langzaam richting de deur schuifelde, hoorde ik de oude man sympathiek het volgende zeggen: “Nou, nou, dat is een erg moeilijke situatie voor je, inderdaad. Kom bij me zitten en vertel me erover.”
Ik draaide mijn hoofd nog een laatste keer om, vóórdat ik de nu overvolle trein verliet. De werkman zat uitgezakt op de stoel naast de oude man, met zijn hoofd op diens schoot. De oude man keek vol compassie naar de grote kerel, terwijl zijn hand het vieze, matte hoofd van deze verwarde ziel streelde.
Toen de trein het station verliet, zakte ik op een bank neer, volkomen duizelig door wat zich zojuist had afgespeeld. Wat ik had willen doen met spierkracht en een gemene vechtpartij, was al handig bereikt door een paar vriendelijke woorden.
Wat ik zojuist had aanschouwd, was ware Aikido in actie. De essentie ervan was Liefde, zoals de oprichter van Aikido me altijd had voorgehouden. Op dat moment besloot ik voor eens en altijd deze prachtige gevechtskunst te beoefenen met een totaal andere geestesgesteldheid. Vanaf dat moment, verlangde ik ernaar, om te bewegen vanuit het hart, zoals deze oude man het voordeed, met het toepassen van de diepe principes van Aikido.
Maar het zou nog een lange tijd duren, voordat ik werkelijk kon bevatten wat er zich had afgespeeld, tijdens die onvergetelijke treinreis.
Noot:
Terry Dobson was een zeer gerespecteerd Aikido-meester en stierf in 1992. Wil je meer weten over dit bijzondere mens, klik dan HIER
Ik denk niet dat liefde voor de medemens altijd zo gaat als in dit verhaal !
Het helpt wel maar er zijn mensen die zo agressief zijn dat die niet te kalmeren zijn door een klein japans mannetje, maar nogmaals het kan geen kwaad het te proberen.
Pietje
Ik vind het een heel mooi verhaal.
Pietje ik denk dat je de essentie van het verhaal niet goed begrepen hebt.
En inderdaad
oeps foutje. Op het verkeerde knopje gedruk.
ik ben er nu pas aan toe om de essentie Van Aikido te gaan vatten; ik moest altijd alles met kracht doen; nog steeds is de verleiding groot om overal kracht en macht voor te gebruiken; toch heb ik een begin gemaakt met de essentie van Aikido en ik kan je vertellen het is een eindeloos mooie weg die ik iedereen kan gunnen die hier aan toe is of dit al lang in zichzelf meedraagt en weet wat het Is en wat het doet en wat het vergt namelijk dat je niet vlucht voor de essentie van je zelf en daarmee vlucht voor de essentie van je vechtgenoten op je werk in je familie en op straat en op dansles en ja ook op de fitness en tijdens die vernietigende lange marathon van 42 te veel kilometers waar je je lijf mee sloopt als de intentie waar je dit mee doet op kracht en machtsvertoon neerkomt als mokerslagen op je voeten enkels knieën rug schouders nek totdat je ogen er uit vallen van uitputting en lomp geweld; grof geweld is an sich helemaal niets; en dat geldt ook voor de sm klantjes onder ons; je kan overal dynamiet staven in plaatsen of ergens 1000 volt opzetten of jezelf of een ander verrot laten slaan; het helpt niet; je wordt alleen maar harder dus brozer dus machtelozer je ontkent de zachte super kracht van binnen en je wordt een zombie onder de zombies met een betonnen kop en een stalen plaat op je bips een staal hekwerk voor je kruis; een stumper word je op deze manier klaar voor de totale afbraak van wat waarachtig waar is een wandelende leugen een lopende doorzwerende ontkenning van alles wat echt is en dus wel de moeite waard; de moeite is voor niks; waarde en waarheid gaan samen
ook ik dacht oooh jah dat slappe Aikido gedoe is voor mieten maar het tegendeel is waar; zonder keihard rammen zou het toch helemaal Niets kunnen zijn; totdat je er achter komt dat er in dat zogenaamde Niets Alles verborgen ligt; NulPunt energie voor beginners; zullen we een vereniging voor NulPunt energie adepten beginnen; iedereen denkt dan dat het alleen maar om een geet grasmaai geval gaat maar de essentie is dus een mentaliteitskwestie en inderdaad 1 van de uitkomsten kan een geet grasmaai gevalletje zijn; geen wonder dat de zogenaamde harde wetenschap gek wordt bij alleen al het woord geet energy power uit het ‘niets’; de harde jongens gaan kapot bij alleen al de gedachte dat het waar zou kunnen zijn en laat dat nou net de bedoeling zijn; de harde jongens en meiden zijn niet meer zo in de mode de laatste tijd; de stalen truc met het stalen gezichtsmasker werkt niet meer; ik heb zin om te gaan grasmaaien met water en koffie in de tank en een scheutje petroleum voor de smering en het idee dat het niet zonder petroleum kan; anders word ik zelf bijna gek; energie zonder petroleum dat Mag natuurlijk niet kunnen want dan flikkert de oude wereld volledig in elkaar; laat dat nou net de bedoeling zijn
Aikido
http://www.youtube.com/watch?v=ngVPsRhk9lM
GEET engine
http://www.youtube.com/watch?v=ySq1grON8W4
Niets voor John Consemulder. Groot gelijk makker.
Remco ik denk dat ik het heel goed begrepen heb maar het punt is dat je alles niet met liefde kan oplossen ! Dat is heel vervelend maar als je een heel agressief mens tegenover je hebt kan je niet die filosofie gebruiken die eerder vermeld was door die lieve oude man !
Want niet iedere dronkaard is zo fragiel als deze er zijn mensen die eerst slaan en daarna misschien willen praten ik ken ze maar al te goed ! Heb er 4 jaar mee samen geleefd Dus heb ik ervaring soms is liefde niet genoeg !! Dan vraagt het een andere standaard, die van afstoting ! Dat is de waarheid en ik begrijp als je er niets mee te maken hebt gehad dat je dan anders denkt!
Maar dit is mijn ervaring en dat was niet leuk!
Welterusten allemaal
Pietje
@ Pietje
Een dronkaard wordt geen dronkaard voor niets … Iemand die gelukkig is en tevreden zal heus wel eens drinken maar zich niet verliezen in de pijnlijke leegte van de fles.
Iedereen die grijpt naar een drug (een vervangmiddel) doet dat uit pijn, …
Jou man dronk ook uit pijn. Je hebt gelijk dat Liefde geven in zo een geval niet genoeg is, ik neem aan dat jij dat vaak geprobeerd en gedaan hebt. Leven met een dronkaard is heel moeilijk vooral omdat het mensen in de meeste gevallen kapotmaakt en leegzuigt.
Wat die oude man in het verhaal deed was geen Liefde GEVEN, maar liefde zijn, … en vanuit dat begrijpen waar de woeste man zijn gemis zat en hem dat zelf laten inzien door een spiegel voor te houden met een verhaal .. hij liet de woeste man weer in contact komen met zijn gevoel dat door de drank en de pijn verdoofd en verwoest/beschadigt was.
De essentie van het verhal is dan dat niets sterker is dan pure liefde … dat oprechte aandacht en oprechte emoties een diep beschadigt mens juist weten te raken… eigenlijk uiterlijk weten te breken, de muur weten te doorbreken die opgebouwd is uit zelfverdediging en het gevoel van in de steek gelaten te zijn.
En ergens zitten deze gevoelens van boosheid en eenzaamheid in ons allemaal, en zijn we soms allemaal die woesteling in die trein, bloedend van verdriet en onbegrip met een bunker om je hart … en kennen we allemaal een moment van breken door iets kleins en oprechts zoals een vlinder die op je vinger komt zitten of een moederkat die haar kitten likt of een kitten dat ons doet lachen om zijn bewegingen. Die oprechte uitdrukkingen van de liefde voor het leven en het plezier van het genot er deel van uit te maken, kan ons weer in staat stellen ons ook opnieuw te verbinden met dat verloren gevoel.
Ik snap Pietje dat het voor jou heel dubbel klinkt en lijkt, maar mensen met een verslavingspartner hebben een dubbele uitdading voor zich staan in het leven … maar vooral voor zichzelf om zich niet te verliezen in de put van de ander maar in je eigen kracht te blijven staan, en juist voor jezelf te kiezen en niet steeds over je grenzen te laten gaan … maw je geen geweld meer aan laten doen.
Ik lees pijn in je woorden, en zou zo graag vanalles willen zeggen … maar het houd me tegen omdat ik niet belerend over wil komen.
Dat je blijkbaar gekozen hebt voor “afstoting” is een goede zet, want daarmee heb je voor jezelf gekozen en de verantwoordelijkheid voor jezelf genomen. Je kan die ander niet helen met liefde … als de ander dat niet toelaat, en dan nog heelt ie in princiepe zichzelf en doet niet de ander dat, pas als er een opening toegelaten word door de gepijnigde dan is heling mogenlijk … de rest is water naar zee dragen in een kapotte emmer.
Hyper heeft gelijk dat het een kwestie is van “NULPUNTSENERGIE” … de stilte in het oog van de storm … de weegschaal zijn en niet het gewogene.
Dikke lieve knuf voor alle gewonde woeste stukjes in ons allemaal. En een pleister met lolsmurf erop 😉
Ik had tranen in mn ogen na het lezen van het verhaal .. ontroerd door begrip en herkenning.