Als er één controverse is op onze wereld, dan is het wel de kloof tussen arm en rijk. Vanuit de gedachte dat we allemaal onze eigen broek op moeten houden, is het logisch dat de een dat beter doet dan de ander. Maar wanneer dat dusdanig uit verhoudingen loopt, dat de een in een Ferrari kan rondscheuren, terwijl de ander nog niet eens te eten heeft, dan lijkt er toch iets wezenlijks scheef te zitten in onze wereld. En het lijkt allemaal zo vanzelfsprekend, dat het zo is..
Is het niet een volkomen scheve en vooral onrechtvaardige situatie, dat je als mens kunt genieten van al datgene wat je hebt verworven, terwijl bij wijze van spreken een paar straten verder, mensen liggen dood te gaan van de honger… Kún je dan wel genieten, is misschien de vraag. Kún je dan voluit genieten?
Natuurlijk is er zoiets als ontwikkelingshulp, maar dat is niet de kern van de zaak. We helpen onze medemens, daar ver weg.. Het enige dat kan helpen is structurele hulp, waarbij je mensen daar de kans geeft, uiteindelijk in hun eigen levensonderhoud te voorzien.
Maar wanneer we bijvoorbeeld kijken naar de grote multinationale bedrijven, die in ontwikkelngslanden de aardse grondstoffen exploiteren, en daar vaak de verwoestingen achter zich laten en met de buit ervan door gaan, reizen je vaak de haren te berge.
Je kunt je dus afvragen of het wellicht slimmer is, deze landen ongerept te laten en je ontwikkelingshulp te verlenen, door ze met rust te laten. Dus geen verwoestende industriën in ruil voor een handjevol rijst..
Dit verhaal van Loesje werd gemaakt ter gelegenheid van het 25 jarige jubileum van deze hittepetit, want zo mag je Loesje toch wel noemen. Het verhaal vat in onze ogen perfect samen waar in het kader van arm en rijk, de essentie ligt. We hebben het verhaal ingekort, om het leesbaar te houden. Het komt neer op ons samen te verbinden, sámen de problemen aan te pakken. Op te houden met egoisme en individualisme. Het woord is aan Loesje:
Het pleidooi van Loesje voor een productieve besteding van het maatschappelijk meerproduct, begin 2008.
Ondernemingen zijn er de afgelopen jaren in belangrijke mate op vooruit gegaan. Dit alles had natuurlijk een aanzet moeten zijn voor een veel bredere positieve beweging. Toch heeft dit succes (nog) niet geleid tot vergelijkbare verbeteringen voor eenieder. Ik spreek hier niet alleen over de politie die onlangs in staking ging voor een betere beloning van zijn of haar arbeid. De thuiszorg is een vergelijkbare sector. Wel vraag, maar tegenvallende prestaties in kwalitatieve dienstverlening en een redelijke betaling van de medewerkers.
We kunnen zo doorgaan met een rits van bevolkingsgroepen en werkgebieden in de samenleving waarvoor het toch een beetje sappelen blijft. Voeg daarbij de stagnerende maatschappelijke cohesie, een voortdurende jongerenproblematiek en de dreigende tekorten op de wereldmarkt, en het beeld contrasteert sterk met uw eigen prestatie. Ik merk op dat zelfs de aandeelhouders niet profiteren van uw goede voorbeeld. Bekijk de koersontwikkelingen sinds 2001 en je ziet een Hollandse zomer met veel buien. De schwung wil er maar niet in komen. Hoe kan dat nu toch? Nogmaals, de hoogste achting voor uw knappe prestatie. Maar ik zou het zo graag vertaald zien in een bredere stroom opwaarts, met soms van die uitslaande golven richting hemel. Meer mensen die de smaak te pakken krijgen, vergelijkbare percentages als het gaat om initiatief en ontplooiing.
Het huishouden
Laat ik eerlijk vertellen dat ik er niet voor heb gestudeerd. En laat ik ook gelijk bekennen dat wanneer de echte deskundigen met een betere analyse en oplossing komen, ik de eerste ben om een bescheiden stap zijwaarts te doen. Maar gezien het feit dat politiek en opinie op dit moment de oren ergens anders naar laten hangen en het bedrijfsleven vanuit de eigen belevingswereld toch wat behept is met een tunnelvisie, trek ik de stoute schoenen aan en geef een voorzet richting duiding en oplossing. Wie het beter weet, mag het zeggen.Les 1 economie die ik heb onthouden: een dynamische economie (volkshuishouding) kenmerkt zich door een grote arbeidsparticipatie, een zinvolle productie (gericht op werkelijke vraag), voldoende beloning voor de geleverde inspanningen (koopkracht) en een aardig meerproduct dat zijn weg kan vinden in opgespaarde bezittingen dan wel nieuwe en productieve investeringen. Les 2 economie die ik nog even heb opgezocht: er mag niet teveel discrepantie tussen bovenstaande segmenten van de economie zitten, anders loopt het niet lekker, stokt de wisselwerking, verslapt de dynamiek en raken onderdelen van de samenleving in de versukkeling. Om het eenvoudig vanuit mijn eigen volkshuishouding neer te zetten: wanneer ik niet actief ben, gebeurt er niks.
Wanneer ik dingen maak waar geen behoefte aan is, ligt het onder mijn bed al snel vol met posters. Mocht ik te weinig verdienen en hebben meer mensen dat probleem, dan blijven mijn boeken onverkocht in de winkel en zij niet alleen. Houd ik niks over van mijn inkomen dan kan ik nooit sparen om op z’n tijd een computer te kopen. Kortom de keten is een gevoelig proces. Stokt het ergens dan stokt het overal.
Over schatvorming en geldstromen
Kom ik terug op uw prachtige resultaat van ruim 70 miljard euro. Een slok op een borrel. Vergelijk het met de totale begroting van de Nederlandse Staat en je ziet dat we spreken over een significant deel van het maatschappelijk product. Waar besteedt u het aan? Daar ligt mijn zorg. Ik denk namelijk dat dit deel van de gezamenlijke koek niet die efficiënte bestemming krijgt, welke vanuit maatschappelijk oogpunt en een gezonde economie gewenst is: te veel weggegooid geld, te weinig productieve investeringen. Voor we overgaan tot enkele voorstellen om tot een meer zinvolle besteding van dit maatschappelijk meerproduct te komen, eerst natuurlijk nog even de vraag hoe reëel het bedrag van ruim zeventig miljard euro is.
Mag ik dit bedrag betrekken op Nederland als samenleving? Uw ondernemingen werken immers bijna zonder uitzondering internationaal en dan zou het resultaat ook internationaal omgeslagen moeten worden. Anderzijds draagt Nederland natuurlijk bij aan de winst van buitenlandse multinationals. Hun vergelijkbare prachtige cijfers neem ik niet mee in de optelsom richting 70 miljard. Tevens beperk ik mij tot de bedrijven die deel uitmaken van de AEX-index. Nederland telt nog duizenden andere ondernemingen. Hoeveel nettowinst hebben zij behaald? Mijn rekenmachine raakt verstopt. Ik veroorloof mij dan ook de vrijheid om het een tegen het ander weg te strepen en zou zelfs uit kunnen gaan van het dubbele bedrag. We houden het voorlopig op 70 miljard euro.
Laten we er een open gesprek van maken. Om aldus in synergie te komen tot een pilot van drie jaar. 40 miljard per jaar beschikbaar gesteld door de crème de la crème van het Nederlandse bedrijfsleven. U neemt niet slechts van onder, u geeft ook gul van boven. Meningsvorming werkt het best met algemene uitgangspunten naast praktische voorbeelden. Laat ik voor beide een aantal voorzetten geven. Dan moeten er toch minstens een paar goals vallen.
1. De kloof tussen arm en rijk mag dichter
De sluimerende armoede in Nederland gaat mij aan het hart. De wensen van politieman, thuiszorgster, leerkracht en verpleegster klinken mij redelijk in de oren. Net even iets meer loon naar werken. Met een investering van 8 miljard euro per jaar in de koopkracht van deze beroepsgroepen plus de mensen afhankelijk van een uitkering komen we een aardig eind. Kunnen we ook een gebaar maken richting arme landen. Goed voorbeeld doet goed volgen. Andere landen haken aan. Drie actiepunten:
* de derde wereld schuldenvrij; bijdrage 10 miljard euro in drie jaar;
* eerlijke prijzen voor producten uit die regionen; eerlijke lonen voor de mensen daar; meerprijs 10 miljard euro periode 2009 – 2011;
* een helpende hand bij kleine investeringen. Prinses Máxima krijgt macro 10 miljard extra de komende drie jaar voor microkredieten wereldwijd. Geachte ondernemers, let op! De groeicijfers gaan overal Chinese vormen aannemen. U staat met uw succes niet meer alleen. Totale investering: 10 miljard per jaar.
2. Bij een eerlijke verdeling is er voor eenieder genoeg.
Gandhi zei het al: Er is genoeg voor ieders behoefte maar helaas te weinig voor ieders hebzucht. Maar ja, wie is die Gandhi nog heden ten dagen. Met onze investering in de financiële armslag van de minst draagkrachtigen in binnen- en buitenland dragen we er zorg voor dat miljoenen mensen wat makkelijker door het leven kunnen. Gevaar: overconsumptie, groeiende schaarste voedselproducten en essentiële grondstoffen, stijgende milieudruk en versnelling klimaatverandering. Laten we met onze goede daden niet de problemen over ons afroepen. Wat er aan de onderkant bij moet, kan er aan de bovenkant misschien af. 10% van de Nederlanders heeft het meer dan rijk. Inleveren hoeven ze niet. We vragen een pas op de plaats. Voor drie jaar. Kijken hoe het uitpakt. Een strikte evaluatie en we verdienen 10 miljard terug per jaar. Zo blijft er lekker veel over voor de echt noodzakelijke investeringen in de maatschappij.
3. De proef op de som
Komen we tot de kern van dit betoog. Begin jaren negentig mocht ik de eerste leden uit Finland verwelkomen in mijn gezellige affichevereniging. Ik wil niet zeggen dat het zielige hongerlijders waren uit een vergeten hoek van Europa. Maar Finland was in die tijd nou niet bepaald het toonbeeld van voorspoed. Toch besloten overheid en bedrijfsleven juist in die periode krachtig het roer om te gooien en fors te investeren in onderwijs en innovatie. Het resultaat mag bekend zijn. Finland is op dit moment toonaangevend op het gebied van wetenschap, techniek en communicatie. Nokia connects the world en de welvaart is er net als de winsten van de AEX-bedrijven drastisch gestegen.
Moeten wij Finland volgen? Al jaren gaan er stemmen op om extra te investeren in onderwijs en wetenschappen. Een nobel streven. Maar successen behaald in het verleden zijn geen garantie voor de toekomst. Mijns inziens is er meer nodig, allereerst een experiment. Ik noem het de maakbare economie. Vraag: kun je met de bundeling van krachten en een extra impulsinvestering gedurende drie jaar een sector van de Nederlandse economie opstuwen in de vaart der volkeren? Er wordt vaak gesproken over waar we als Nederland sterk in zijn en dat het toch belangrijk zou zijn om deze sterke kanten verder te ontwikkelen. Wel, laten DURF NU EENS IETS MOOIS TE DOEN MET AL DIE OVERWINST MENSEN 3/3 . we woorden in daden omzetten. We selecteren drie sectoren en zetten daar fors op in. Kijken hoe ver je in drie jaar kunt komen. Ik stel voor: landbouw, watermanagement en energie. Methodiek: bundeling krachten, formeren taskforce per sector, vaststellen sectorplan met te realiseren doelen, bepalen extra investeringen in wetenschap, innovatie en productie (beschikbaar 10 miljard per sector 2009 – 2012). Subjectieve indicatie voor keuze sectoren:
* Landbouw. De Nederlandse boer komt misschien wat moeilijk aan de vrouw. Met produceren heeft ie minder problemen. Of het nu om koeien, aardappelen of bloemen gaat. Voeg de Universiteit Wageningen er aan toe. Laat de Rabobank invullen wat ons met ABN Amro ontvallen is. Match hierbij de wereldpositie van Unilever en je hebt een ijzersterk team.
* Watermanagement. Met de klimaatverandering komt de wateroverlast. Wie buigt het om? Wie maakt het productief? De prins is ons boegbeeld. De baggeraars weerstaan elke stijging van de zeespiegel, laat staan de dringende vraag om meer afvoercapaciteit. Onze waterbouwkundige ingenieurs leiden wereldwijd de stroom in goede banen en het Nederlands kapitaal is ondertussen slim genoeg om te beleggen in schoon drinkwater. Want daar ontstaat in de toekomst veel vraag naar: een win-plus situatie.
* De energiesector. Opnieuw water. Water is de onuitputtelijke bron voor schone energie. De waterstofmaatschappij komt er aan. Shell profiteert nog even van de schaarste op de oliemarkt. Wij gooien nu al het roer om. Nuon wint, in samenwerking met TU Delft, al jaren de Solar Race in Australië. Welk huis heeft nog geen zonnecellen? Dat Denemarken tot op dit moment de beste windmolens maakt, is binnen drie jaar geschiedenis. Triodos Bank en ASN Bank dragen met hun groene investeringsfondsen mede zorg voor een gezonde financiële basis. Gokje: twee van de drie sectoren breken binnen drie jaar door op wereldschaal.
4. De kunst van het leven Als ik goed geteld heb, is er nog 22 miljard euro per jaar over van ons Nationaal Investeringsfonds (het NIF). Laten we er niet omheen draaien en onmiddellijk de joker van twintig miljard trekken. Alles op de jeugd. Alles op beter onderwijs voor die jeugd. En alles op een intensieve beoefening / beleving van de kunsten van en voor deze jeugd. Want wat ze elders ter wereld nog niet door hebben, heb ik de afgelopen jaren met mijn club al ontdekt: een actieve beoefening van kunst en cultuur is de sleutel naar de toekomst. De wereld van morgen heeft behoefte aan inspirerende geesten, creatieve handen en overlopende harten. En hoe schep je die? Juist, met het beleven van de muzen.
Terug naar de middeleeuwen: kunst als motor van de persoonlijke ontwikkeling. Kunnen jij en ik en alle andere Nederlanders tenminste over een paar jaar een essentiële bijdrage leveren aan de voortgang van dit bolletje dat door de ruimte suist. Speel de rol van je dromen, sta op het toneel of dompel jezelf onder in het dramaspel. Je zult op hetzelfde moment bezig zijn met communicatie, presentatievormen, de verwerking van gevoelens en gedachten, kwaad van goed leren onderscheiden en je uitingsvorming zowel slijpen als verfijnen. Maak muziek, zing, bespeel een instrument en/of componeer beats op een computer. In alle gevallen zullen ritme en melodie van het leven deelgenoot worden van je werkelijkheid. Wie de circuskunsten in huis haalt, wordt niet alleen baas over z’n fijne motoriek (hoeveel ballen kun jij omhoog houden), zij zullen vooral ook hun humoristische inslag en het vermogen om te relativeren op peil brengen. Dans bevordert de elegantie in woord en daad. Erfgoed brengt besef over van historie, cultuur en afkomst. Nieuwe media zijn het interactieve venster op de omgeving. Beeldende kunst nodigt eenieder uit zich verder te ontwikkelingen in schoonheid en vaardigheid. Neem mijn hobby tot besluit: taalexpressie / dichtkunst / verbeeldend schrijven. Zeg het op duizend manieren om de betekenis te doorgronden. Voelen, willen, kunnen.
Met de kunsten haal je het scheppend vermogen in huis. Om als mens (product van de wereld) die wereld ook bewust te kunnen maken. Hoezo vervreemding, hoezo onverschilligheid, hoezo jij bent de schuld en aan mijn ding moet je niet komen. We naderen het slotakkoord. Ofschoon de rekenkwaliteiten met al die creativiteit een beetje op de achtergrond geraken, houd ik toch nog 2 miljard over.
Loesje 25 jaar
24 November 2008 was de grote dag, want op 24 November 1983 werd ik dwars tegen het doemdenken van die tijd in, geboren in Arnhem.
Ondertussen hangen mijn posters wereldwijd. Ze brengen inspiratie, zetten aan het denken, toveren als het goed is ook regelmatig een glimlach op het gezicht van de voorbijganger. Met name jonge mensen trekken mijn kar. Samen geven ze uiting aan hun maatschappelijke betrokkenheid en invulling aan de eigen ontwikkeling. Weer die wisselwerking tussen individu, de ander, de wereld.
Ook ik kan soms een zetje in de rug gebruiken. Even lucht in het uitgavenpatroon. Wat extra middelen voor training en scholing. Eens zonder zorgen gastvrij kunnen zijn. Posters met spirit op elke straathoek in de wereld. 1 miljard voor Loesje Nederland plus 1 miljard voor Loesje Internationaal zou een mooie verdeling zijn. Maar er zijn zoveel meer goede doelen. Ik laat het met een gerust hart aan u over. 2 miljard per jaar, als impuls voor de ideële sector.
Met dank voor uw aandacht en vriendelijke groet,
Loesje